Operation Manual

- 69 -
Hulpprogramma's voor Windows
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Invoegtoepassing Network Setting
U kunt het netwerk instellen met Conguration
Tool. Installeer de invoegtoepassing Network
Setting voordat u de instellingen instelt.
Meer info
Voor informatie over hoe u Conguration Tool installeert,
raadpleegt u "Hulpprogramma's installeren" op p.65.
Pictogram
De betekenis van elk pictogram wordt hieronder
weergegeven.
Picto-
gram
Details
Hiermee zoekt u opnieuw naar de printer.
Hiermee wijzigt u de zoekcriteria voor het
zoeken naar de printer.
Hiermee wijzigt u het IP-adres van de
printer.
Hiermee start u de printer opnieuw op.
Hiermee wijzigt u het wachtwoord voor het
netwerk.
Hiermee opent u de webpagina voor de
printer.
Zoeken naar de printer in het
netwerk
Hiermee zoekt u naar de printer.
1 Selecteer [Network Setting] in het
menu [Plug-ins].
2 Selecteer [Apparaten detecteren].
De zoekresultaten worden weergegeven.
Het IP-adres wijzigen
Hiermee wijzigt u het IP-adres van de printer.
1 Selecteer de printer in de lijst met
apparaten.
2 Klik op het pictogram .
3 Wijzig waar nodig de instellingen.
4 Klik op [OK].
5 Voer het wachtwoord voor het netwerk
in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord zijn de laatste 6
alfanumerieke tekens van het MAC-adres.
6 Klik op [OK] om de printer opnieuw op
te starten.
Invoegtoepassing Storage Manager
Met behulp van de invoegtoepassing Storage
Manager kunt u taken beheren die zijn
opgeslagen op printers en formulieren,
lettertypen en ICC-proelen beheren die worden
gebruikt voor het afdrukken.
Opmerking
Een gecodeerde beveiligde taak wordt niet ondersteund
door de functie voor taakbeheer.
Een functie zoals overlay is beschikbaar, zelfs als het
model niet is uitgerust met een SD-geheugenkaart.
Pictogram
De betekenis van elk pictogram wordt hieronder
weergegeven.
Picto-
gram
Details
Hiermee maakt u een project.
Hiermee opent u een bestaand project.
Hiermee overschrijft u en slaat u het
bestand op met het geselecteerde project.
Hiermee wijst u een nieuwe naam toe aan
het geselecteerde project en slaat u dit op
in een bestand.
Hiermee voegt u een bestand toe aan een
project.
Hiermee verwijdert u het geselecteerde
bestand uit het project.
Hiermee geeft u het dialoogvenster Filter
Macro File (Macrobestand lteren) weer.
Hiermee converteert u het geselecteerde
project naar een indeling die rechtstreeks
kan worden gedownload naar een apparaat
en maakt u een nieuw bestand.
Hiermee verzendt u een bestaand
downloadbestand naar het apparaat dat
geselecteerd is in het gebied voor het
selecteren van apparaten.
Hiermee verzendt u het geselecteerde
project naar het apparaat dat geselecteerd
is in het gebied voor het selecteren van
apparaten.
Hiermee verzendt u het bestand dat
geselecteerd is in het projectvenster naar
het apparaat dat geselecteerd is in het
gebied voor het selecteren van apparaten.
Hiermee geeft u het venster Job
Management (Taakbeheer) weer voor het
apparaat dat geselecteerd is in het gebied
voor het selecteren van apparaten.
Hiermee geeft u het venster Administrator
Functions (Beheerdersfuncties) weer voor
het apparaat dat geselecteerd is in het
gebied voor het selecteren van apparaten.