C810/C830 Gebruikershandleiding
VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUD Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Eerste hulp bij ongevallen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Milieu-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Menufuncties - C830 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningspaneel: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De instellingen wijzigen - gebruiker . . . . . . . . . De instellingen wijzigen - beheerder . . . . . . . . Menu Configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Menu Info afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . Beveiligde taak afdr. . . . . . . . . . . . . . . . . . Menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Menu Shutdown . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP! EN WAARSCHUWING! OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van deze kleurenprinter van Oki Printing Solutions. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit. Uw printer biedt de volgende mogelijkheden: > Compacte A3-bureaubladprinter; > De meerlaagstechnologie ProQ2400 zorgt voor verfijnde tinten en een vloeiender kleurverloop zodat uw documenten worden afgedrukt in fotokwaliteit.
> Interne vaste schijf voor beveiligd afdrukken, de opslag van overlays, macro's en laadbare lettertypen, het automatisch sorteren van meerdere kopieën van een document met meerdere pagina's, en het downloaden van ICC-profielen (C830). > Opslagkast. PRINTEROVERZICHT VOORAANZICHT 8 1 9 12 2 10 6 4 7 11 5 3 13 6 14 5. Ontgrendeling van de voorklep. 1. Uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden). Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vellen papier van 80 g/m² bevatten. 2.
ACHTERAANZICHT Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven. 6 3 4 5 7 1 2 1. AAN/UIT-knop. 2. Netsnoeraansluiting 3. USB-interface 4. Netwerkinterface.* * 5. Duplexeenheid (indien geïnstalleerd). 6. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven 7. Parallelle poort.
DE TAAL OP HET LCD-SCHERM WIJZIGEN De standaardtaal die door uw printer wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Deze taal kan indien nodig worden gewijzigd in: Duits Deens Frans Nederlands Italiaans Turks Spaans Portugees Zweeds Pools Russisch Grieks Fins Tsjechisch Hongaars Noors OPMERKING: 1. De bovenstaande lijst is niet bepalend of uitputtend. 2.
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75-90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters.
vanuit Windows-toepassingen, kan deze functie worden ingeschakeld in de stuurprogramma-instellingen. Bij het afdrukken vanaf andere systemen kunt u deze functie inschakelen in het menu Afdrukken. Indien lade 2/3 is geplaatst, kunt u deze verwijderen en vullen terwijl het papier wordt ingevoerd vanuit lade 1. U kunt lade 1 niet verwijderen terwijl het papier wordt ingevoerd vanuit lade 2/3 omdat onderdelen van lade 1 worden gebruikt om het papier vanuit lade 2 te geleiden.
PAPIER IN DE PRINTER PLAATSEN CASSETTELADEN 1. Verwijder de papiercassette uit de printer. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3). 1 2 3 3.
LET OP! > BELANGRIJK: Stel de knop voor papierformaat (3) in op het formaat en de afdrukstand van het papier dat u gebruikt (in het bovenstaande voorbeeld A4 LEF). > Alleen C810: GDI-printers gebruiken de printerinstellingen die op de host (computer) zijn ingesteld. Als het paper met de lange zijde eerst moet worden ingevoerd, met het selectievakje Lange zijde invoer (LEF) worden ingeschakeld in het printerstuurprogramma.
8. Gebruik altijd het (achterste) uitvoervak met afgedrukte zijde naar boven voor zwaar papier (zoals kaarten). LET OP! Open of sluit de het uitvoervak aan de achterzijde van de printer niet tijdens het afdrukken omdat hierdoor het papier kan vastlopen. Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papiercassette. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier.
(SEF) van de printer af. (De optionele duplexeenheid moet zijn geïnstalleerd voor deze functie.) > Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst. De bovenzijde moet aan de linkerkant worden geplaatst zodat de korte zijde als eerste wordt ingevoerd. Selecteer voor enveloppen niet de optie voor dubbelzijdig afdrukken. > Laad niet meer dan ongeveer 100 vel of 10 enveloppen. De maximale stapelhoogte is 10 mm. 5.
GEBRUIK HET APPARAAT GEBRUIKEN > C830: Raadpleeg de Printing Guide (Afdrukhandleiding) en de Barcode Guide (Barcodehandleiding). Hierin staat uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en optionele accessoires voor het efficiënt en effectief uitvoeren van afdruktaken. > C830: Raadpleeg de Security Guide (Beveiligingsgids) voor complete informatie over het openen en gebruiken van de printerbeveiligingsfuncties.
BEVEILIGING (ALLEEN C830) BEVEILIGD AFDRUKKEN Met de functie voor beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten afdrukken op apparaten die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving. Het document wordt pas afgedrukt wanneer u een pincode (persoonlijke identificatiecode) invoert op het bedieningspaneel van de printer. U moet naar het apparaat gaan en daar uw PIN invoeren.
8. Typ een getal tussen 0000 en 9999 in het vak [PIN]. 9. Uw PIN moet uniek zijn op dit apparaat. De systeembeheerder moet aan elke gebruiker een PIN toewijzen. 10. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. 11. Klik op [OK] om het venster Eigenschappen voor printer te sluiten. 12. Druk het document af. 13. De afdruktaak wordt naar het apparaat gestuurd, maar wordt op dat moment nog niet afgedrukt.
OPSLAAN OP DE VASTE SCHIJF Met deze functie kunt u afdruktaken maken op de computer en opslaan op de vaste schijf van het apparaat voor afdrukken op verzoek. Dit is handig voor formulieren, algemene memo's, briefhoofden, briefpapier en dergelijke. Als u deze functie gebruikt voor bijvoorbeeld standaardformulieren, kunt u op elk gewenst moment naar het apparaat gaan en uw formulieren afdrukken zonder dat u ze opnieuw vanaf de pc hoeft te verzenden.
EEN OPGESLAGEN DOCUMENT VERWIJDEREN Volg de procedure die is beschreven in 'Een document voor beveiligd afdrukken verwijderen' op pagina 19 voor het verwijderen van een document voor beveiligd afdrukken. Net als documenten voor beveiligd afdrukken kunnen alle andere documenten die zijn opgeslagen op de vaste schijf van het apparaat ook vanaf afstand worden verwijderd vanaf de pc met het hulpprogramma Storage Device Manager.
HET DOCUMENT VERZENDEN 1. Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. 2. Klik op het tabblad [Taakopties] in het printerstuurprogramma op [Encrypted Secure Print] (Gecodeerde beveiligde afdruk). 3. Het venster Encrypted Secure Print (Gecodeerde beveiligde afdruk) wordt geopend. 4.
HET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte 'Het document afdrukken' op pagina 20 voor het afdrukken van een beveiligd document. In dit geval geeft u het wachtwoord op en wordt het document van de vaste schijf gewist, afhankelijk van de opties die u had opgegeven toen u het document verzond om af te drukken.
MENUFUNCTIES - C810 Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven. BEDIENINGSPANEEL: 2 1 MENU READY R ATTENTION BACK C M Y ON LINE CANCEL 4 8 C M Y K 5 1. Ready LED ENTER K 6 AAN:klaar om gegevens te ontvangen. 2. Scherm 3 7 Geeft de printerstatus en eventuele foutberichten weer. Knippert:gegevens worden verwerkt. UIT: offline. 3. Knop Menu 5. LED Let op 4.
DE INSTELLINGEN WIJZIGEN - GEBRUIKER Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door de instellingen in de Windows-printerstuurprogramma's. In het stuurprogramma kunnen echter diverse opties worden ingesteld op 'Printerinstelling'. Aan deze opties worden vervolgens de waarden toegewezen die in deze printermenu's worden ingevoerd. Waar van toepassing worden in de tabellen verderop in deze sectie de fabrieksinstellingen vetgedrukt weergegeven.
6. Druk op de knop Menu omhoog of omlaag totdat de categorie die u wilt wijzigen, wordt weergegeven. 7. Wanneer de categorie wordt weergegeven, drukt u op de knop Enter. 8. Druk op de knop Menu omhoog of omlaag totdat het item dat u wilt wijzigen, wordt weergegeven. 9. Wanneer het betreffende item wordt weergegeven, drukt u op de knop Enter. 10. Wanneer het flash-geheugen wordt geïnitialiseerd, wordt het bericht ARE YOU SURE? (Zeker weten?) weergegeven.
MENU AFDRUKKEN Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING KOPIEËN 1-999 Voer in hoeveel exemplaren, van 1 tot en met 999, u van een document wilt afdrukken. PAPIERINVOER TRAY1 (LADE 1) TRAY2 (Lade 2) UNIVERSELE LADE Hiermee selecteert u de standaardpapierlade, lade 1 (bovenste), lade 2 (onderste, als deze lade is geïnstalleerd) of de universele lade voor de papierinvoer.
MENU MEDIA Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING LADE1 PAPIERFORMAAT CASSETTEFORMAAT AANGEPAST Hiermee selecteert u het papierformaat dat in lade 1 (de bovenste lade, als beide laden zijn geïnstalleerd) is geladen. Zie voor de instelling AANGEPAST de opties Xafmeting en Y-afmeting verderop in deze tabel.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING PAPIERFORMAAT UNIVERSELE LADE A3 A4 SEF A4 LEF A5 SEF A6 B4 B5 SEF B5 LEF LEGAL 14 LEGAL 13.5 LEGAL 13 KRANT LETTER SEF LETTER LEF EXECUTIVE AANGEPAST COM-10 ENVELOPPE ENVELOP DL ENVELOP C5 C4-ENVELOPPE Hiermee selecteert u het papierformaat dat moet worden ingevoerd vanuit de universele lade. Zie voor de instelling AANGEPAST de opties X-afmeting en Yafmeting verderop in deze tabel.
MENU KLEUR De printer past op gezette tijden automatisch de kleurbalans en de dichtheid aan om de uitvoer te optimaliseren voor helderwit papier dat wordt bekeken bij daglicht. Met de items in dit menu kunt u de standaardinstellingen voor een speciale of bijzonder complexe afdruktaak wijzigen. Als deze afdruktaak is voltooid, worden de standaardwaarden weer hersteld.
ITEMS INSTELLINGEN BESCHRIJVING WACHTTIJD UIT~90~300 Hiermee geeft u op hoeveel seconden de printer moet wachten voordat de uitvoer van de pagina wordt geforceerd als de gegevensontvangst wordt onderbroken. In de modus voor PostScript-emulatie wordt de taak geannuleerd na de ingestelde time-out. TONER LOW CONTINUE (TONER BIJNA OP DOORGAAN) DOORGAAN STOPPEN Hiermee geeft u aan of de printer moet doorgaan met afdrukken, zelfs als wordt gedetecteerd dat de toner bijna op is.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING GATEWAY-ADRES xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige gateway-adres dat is toegewezen. Als u dit adres wilt wijzigen, volgt u de procedure die hiervoor werd beschreven. WEB INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u de voorziening Web config. in of uit. TELNET INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u de voorziening Telnet config. in of uit. FTP INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u communicatie via FTP in of uit.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING PAPIERINSTELLING KLEUR –2~0~+2 Zoals hierboven, maar dan voor afdrukken in kleur. TRNSPR ZWART SET –2~0~+2 Zoals hierboven, maar dan voor afdrukken in zwart-wit op transparanten. TRNSPR KLEUR SET –2~0~+2 Zoals hierboven, maar dan voor afdrukken in kleur op transparanten. SMR INSTELLEN –3~0~+3 Compenseert de afdrukvariaties die veroorzaakt worden door verschillen in temperatuur, vochtigheid en afdrukdichtheid/frequentie.
MENU (BOOT) VAN BEHEERDER Dit menu is alleen toegankelijk voor systeembeheerders. Voor toegang tot dit menu volgt u de instructies in . Dit menu is alleen ENGELSTALIG (standaardinstellingen zijn vetgedrukt). ITEM SUBMENU Enter Password INSTELLINGEN BESCHRIJVING xxxxxxxxxxxx Geef een wachtwoord op voor toegang tot het menu Beheerdersinst. Het wachtwoord moet uit zes tot twaalf alfanumerieke tekens bestaan. De standaardwaarde is "aaaaaa". De printer wordt na het menu Boot opnieuw opgestart.
ITEM SUBMENU INSTELLINGEN BESCHRIJVING MENU COLOR INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u het kleurmenu in of uit. Als UITSCHAKELEN is geselecteerd, wordt dit menu niet weergegeven. MENU SYS CONFIG INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u het systeemconfiguratiemenu in of uit. Als UITSCHAKELEN is geselecteerd, wordt dit menu niet weergegeven. MENU USB INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN Hiermee schakelt u het USB-menu in of uit. Als UITSCHAKELEN is geselecteerd, wordt dit menu niet weergegeven.
ITEM SUBMENU INSTELLINGEN BESCHRIJVING EXECUTE Hiermee initialiseert u het berichtbestand dat in het flashgeheugen is geladen. MENU LANGUAGE LANG INITIALIZE Wanneer u op de knop Enter drukt, wordt u om bevestiging gevraagd. WEET U HET ZEKER? JA/NEE Als u NEE selecteert, keert de printer terug naar het bronmenu. De procedure voor het wissen van de schijf wordt gestart direct nadat het menu opnieuw is opgestart.
ITEM INSTELLINGEN Reset Main Counter Uitvoeren BESCHRIJVING Hiermee zet u de hoofdteller op nul. Wanneer u dit menu uitvoert, wordt de hoofdteller ingesteld op nul en verlaat u het menu. U moet Inschakelen selecteren in Functies/ Afdrukstatistieken/Verbruiksrapport. Reset Supplies Counter Uitvoeren Wachtwoord wijzigen Hiermee zet u de teller van verbruiksartikelen op nul. Hiermee wijzigt u het wachtwoord. U moet Inschakelen selecteren in Functies/ Afdrukstatistieken/Verbruiksrapport.
MENUFUNCTIES - C830 Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven. BEDIENINGSPANEEL: 1 9 2 READY SHUT DOWN R /RESTART MENU HELP ATTENTION Ready To Print Power Save Toner C M BACK Y ENTER ON LINE CANCEL 4 8 K 10 5 1. LED Ready 6 AAN: klaar om gegevens te ontvangen. 3 7 2. Scherm Geeft de printerstatus en eventuele foutberichten weer. 4.
9. Knop Help Biedt advies wanneer een fout optreedt, bijvoorbeeld bij een incorrect papierformaat. 10. Knop Afsluiten/ Opnieuw opstarten Wanneer u deze knop een paar seconden ingedrukt houdt, wordt de correcte afsluit- of opstartprocedure uitgevoerd om schade aan het apparaat te voorkomen. DE INSTELLINGEN WIJZIGEN - GEBRUIKER Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door de instellingen in de Windows-printerstuurprogramma's.
4. Wanneer Wachtw. Invoeren wordt weergegeven, drukt u op de knop MENU omhoog of omlaag, telkens gevolg door Enter, en drukt u vervolgens een aantal keren op Enter om de eerste regel van het wachtwoord op te geven. Druk vervolgens op de knop Enter. Geef uw vier- tot negencijferige wachtwoord op. (Het standaardwachtwoord is aaaaaa.) 5. Druk op de knop Enter. 6. Druk op de Menu omhoog of omlaag totdat de categorie die u wilt wijzigen, wordt weergegeven. 7.
ITEM Systeem ACTIE BESCHRIJVING Serial Number Geeft de informatie van deze items weer. Printernummer CU-versie PU-versie Totaal geheugen Flashgeheugen Harddisk MENU INFO AFDRUKKEN Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn. ITEM ACTIE BESCHRIJVING Configuratie Uitvoeren Selecteer Uitvoeren om een configuratierapport af te drukken. Netwerk Uitvoeren Schuif omlaag naar deze parameter en selecteer Uitvoeren om netwerkinformatie af te drukken.
BEVEILIGDE TAAK AFDR. OPMERKING: Alleen aanwezig als een optionele vaste schijf is aangesloten. ITEM ACTIE BESCHRIJVING Encrypted opdracht Niet gevonden Wordt gebruikt voor het afdrukken van een gecodeerde verificatieafdruktaak (Encrypted opdracht) die op de vaste schijf is opgeslagen. Afdrukken Verwijderen Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, wordt 'Zoek opdracht' weergegeven totdat een taak die bij het wachtwoord hoort, is gevonden.
ITEM Opgeslagen taak ACTIE BESCHRIJVING Niet gevonden Wordt gebruikt om een taak af te drukken die op een vaste schijf is opgeslagen. Afdrukken Niet gevonden wordt weergegeven als een bestand dat kan worden afgedrukt, niet beschikbaar is. Verwijderen Het volgende bericht wordt weergegeven als een afdrukbaar bestand beschikbaar is. Opgeslagen taak Afdrukken Verwijderen Wanneer u Afdrukken selecteert, wordt Aantal instellen weergegeven en kunt u het aantal af te drukken pagina's opgeven.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Cassetteconfiguratie (vervolg) Configuratie cassette 1 Configureren Papierformaat/Papiersoort/ Papiergewicht. Definieert de standaardinstelling (wordt met * aangegeven). Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Cassetteconfiguratie (vervolg) Configuratie univ. cassette Configureren Papierformaat/Papiersoort/ Papiergewicht/Cassettegebruik. Definieert de standaardinstelling (wordt met * aangegeven). Selecteer door te bladeren en op de knop Enter te drukken.
ITEM Systeemaanpassing ACTIE BESCHRIJVING Tijd energiespaarst. Standaard: 15 Kies 5/10/15/30/60/240 minuten (standaardinstelling wordt aangegeven met *). Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter. ONLINE Selecteer uit: ONLINE/Taak (standaardinstelling wordt aangegeven met *). Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter. Alleen PS-taak. Uit Kies Aan/Uit(standaardinstelling wordt aangegeven met *). Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Systeemaanpassing (vervolg) BG instelling +3/+2/+1/-1/ -2/-3/ Standaard: 0 Wordt gebruikt voor het corrigeren van variaties in afdrukresultaten die veroorzaakt worden door verschillen in temperatuur/vochtigheid en verschillen in afdrukdichtheid/frequentie. Wijzig deze instelling als de achtergronddichtheid te donker is.
BEHEERDERSINST. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Enter Password xxxxxxxxxxxx Geef een wachtwoord op voor toegang tot het menu Beheerdersinst. Het wachtwoord moet uit zes tot twaalf alfanumerieke tekens bestaan. De standaardwaarde is "aaaaaa". Netwerkinst. TCP/IP Enable Hiermee stelt u het TCP/IP-protocol in. Disable Inschakelen: het TCP/IP-protocol is beschikbaar. Uitschakelen: het TCP/IP-protocol is niet beschikbaar. IP Versie IP v4 Hiermee stelt u de IP-versie in.
ITEM Netwerk Instellingen (vervolg) SNMP Netwerk Schaal INSTELLINGEN BESCHRIJVING Enable Hiermee schakelt u SNMP in of uit. Disable Inschakelen: SNMP is beschikbaar. Uitschakelen: SNMP is niet beschikbaar. TCP/IP of Netware moet zijn ingeschakeld. Normaal Wanneer Normaal is geselecteerd, kan het netwerk op efficiënte wijze functioneren, zelfs wanneer het is aangesloten op een HUB die een spanning tree-functie heeft.
ITEM Afdrukinstell ingen (vervolg) Monochrome snelheid INSTELLINGEN BESCHRIJVING Auto Hiermee stelt u de snelheid voor monochroom afdrukken in. De pagina wordt met de geschiktste snelheid afgedrukt als u Automatisch instelt. Mono 32ppm Color Speed Mixed Speed U drukt altijd met de kleurenafdruksnelheid af als u Kleur instelt. U drukt altijd met de monochroomsnelheid af als u Normaal instelt.
ITEM PCLinstelling INSTELLINGEN BESCHRIJVING Herkomst lettertype Ingebouwd Hiermee geeft u de locatie op van het standaard PCLlettertype. Lettertypenummer I0 ~ I90 Hiermee stelt u het PCL-lettertypenummer in. Tekenafstand 99,9 CPI Het geldige bereik van deze variabele verandert naar gelang de instelling van Herkomst lettertype op dat moment. Als het standaardlettertype voor Herkomst lettertype is ingesteld, begint het nummer met 0. Als dit niet het geval is, begint het nummer met 1.
ITEM PCLinstellingen (vervolg) Afdrukmarge INSTELLINGEN BESCHRIJVING Normaal Hiermee stelt u het niet-afdrukbare gebied van het papier in. 1/5 inch De breedte van het gebied aan de rechter- en linkerkant van het papier (linker- en rechterkant zijn afhankelijk van de afdrukstand van het papier). 1/6 inch NORMAAL: compatibel met PCL-emulatie, ongeveer 1/ 4~1/4,3 inch (afhankelijk van het papier) ligt buiten het afdrukgebied.
ITEM IBM PPRinstellingen Tekenafstand INSTELLINGEN BESCHRIJVING 10 CPI Geeft de tekenbreedte in IBM PPR-emulatie aan. 12 cpi 17 cpi 20 cpi Proportioneel Versmald lettertype 12 CPI tot 20 CPI 12 cpi naar 12 cpi Geeft een breedte van 12 cpi voor de modus Versmald aan. Tekenset SET-2 Hiermee stelt u een tekenset in. Symbolenset IBM 437 Hiermee stelt u de symbolenset voor IBM PPR in (zie het bedieningspaneel van het apparaat voor een volledig overzicht).
ITEM EPSON FXinstellingen Tekenbreedte INSTELLINGEN BESCHRIJVING 10 CPI/12 CPI/17 CPI Geeft de tekenbreedte in de Epson FX-emulatie aan. 20 cpi/ Proportioneel Tekenset SET-2 Hiermee stelt u een tekenset in. SET-1 Symbolenset IBM 437 Hiermee stelt u de symbolenset voor Epson FXemulatie in. (Zie het bedieningspaneel van het apparaat voor een volledig overzicht.) Karakter O Inschakelen/ Uitschakelen Hiermee geeft u de stijl waarmee ø (9B) en ¥ (9D) door ø (ou) en Ø (nul) worden vervangen.
ITEM Kleurinstellingen Inktsimulatie INSTELLINGEN BESCHRIJVING Uit Het apparaat heeft een eigen processimulatie-engine die standaardkleuren in de printer simuleert. SWOP Deze functie is alleen beschikbaar voor taken in de PStaal. Euroscale Japan UCR Laag Hiermee stelt u de beperking voor de dikte van de tonerlaag in. Medium Als bij donkere afdrukken het papier krult, kunt u Medium of Licht selecteren om de krulling te helpen verminderen. Hoog UCR = Under Color Removal.
ITEM HDDinstellingen INSTELLINGEN BESCHRIJVING Dit item wordt alleen weergegeven wanneer een vaste schijf (optie) is geïnstalleerd. Initialiseren Uitvoeren Hiermee initialiseert u de standaardfabrieksinstelling voor de vaste schijf. Het apparaat partitioneert de vaste schijf en initialiseert de partities. Wanneer dit menu wordt uitgevoerd, wordt het volgende bevestigingsbericht weergegeven. Weet u het zeker? Ja/Nee Wanneer u Nee selecteert, keert u terug naar het vorige menu.
ITEM HDDinstellingen (vervolg) Partitie formatteren INSTELLINGEN BESCHRIJVING PCL Hiermee formatteert u een opgegeven partitie. Standaard Wanneer u op de knop Enter drukt, wordt het volgende bevestigingsbericht weergegeven. PS Weet u het zeker? Ja/Nee Wanneer u Nee selecteert, keert u terug naar het vorige menu. Wanneer u Ja selecteert, wordt het volgende bevestigingsbericht weergegeven. Nu uitvoeren? Ja/Nee Wanneer u Nee selecteert, keert u terug naar het vorige menu.
ITEM Instellingen Beginopslaan INSTELLINGEN BESCHRIJVING Uitvoeren Hiermee stelt u EEPROM van CU opnieuw in. U stelt het gebruikersmenu opnieuw op de standaardinstellingen in. Wanneer u Uitvoeren selecteert, verlaat u het menu. Instellingen opslaan Uitvoeren Hiermee slaat u het menu op dat op dat moment is ingesteld. Met deze functie worden de menu's opgeslagen waarmee voor het laatst bewerkingen zijn uitgevoerd en worden de menu's vervangen door menu's die eerder waren opgeslagen.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Cyan/ Magenta/ Yellow/Black Darkness -3,-2,-1, 0,+1,+2,+3, Hiermee past u de enginedichtheid aan. De Darkness-instellingen voor CMYK worden weerspiegeld als offsetwaarden (aanvulling) voor de correcties via de functie Dichtheid aanpassen/TRCcompensatie MENU (BOOT) VAN BEHEERDER Dit menu is alleen toegankelijk voor systeembeheerders. Voor toegang tot dit menu volgt u de instructies in Dit menu is alleen ENGELSTALIG (standaardinstellingen zijn vetgedrukt).
USB Setup Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USB-gegevensinterface van de printer. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING USB- Enable / Disable Hiermee schakelt u de USB-poort in of uit. Speed 12 / 480 Mbps Hiermee selecteert u de interfacesnelheid. Nadat u de instelling in het menu hebt gewijzigd, wordt de printer na het afsluiten opnieuw opgestart. Soft Reset Enable / Disable Hiermee schakelt u de opdracht Softwarematig opnieuw instellen in of uit.
Storage System Alleen beschikbaar wanneer een vaste schijf (optie) is aangesloten. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Check File System Uitvoeren Hiermee lost u inconsistenties op tussen het daadwerkelijke geheugen en het weergegeven geheugen dat in een bestandssysteem beschikbaar is. Hiermee voert u het herstel van beheergegevens (FAT-gegevens) uit. Hiermee voert u alleen herstel voor een vaste schijf uit.
Power Setup ITEM INSTELLINGEN Peak Power Control Normaal/Laag Power Save Enable BESCHRIJVING Hiermee schakelt u de energiespaarstand in en uit. Disable USB Host Power Uit/Aan Language Setup ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Language initialize Uitvoeren Hiermee initialiseert u het berichtbestand dat in FLASH is geladen. Wanneer u op de knop Enter drukt, wordt het volgende bericht weergegeven en wordt u om een bevestiging gevraagd.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Supplies Report Inschakelen/ Uitschakelen Hiermee schakelt u het Rapport verbruiksartikelen in of uit. U moet Inschakelen selecteren in Functies/ Afdrukstatistieken/Verbruiksrapport. Reset Main Counter Uitvoeren Hiermee stelt u de hoofdteller op nul in. Wanneer u dit menu uitvoert, wordt de hoofdteller ingesteld op nul en verlaat u het menu. U moet Inschakelen selecteren in Functies/ Afdrukstatistieken/Verbruiksrapport.
OVERLAYS EN MACRO'S (C830, ALLEEN WINDOWS) WAT ZIJN OVERLAYS EN MACRO’S? Als u speciaal afdrukmateriaal wilt gebruiken, zoals formulieren en briefpapier, maar geen voorbedrukt materiaal wilt gebruiken, kunt u dit materiaal zelf maken met behulp van deze geavanceerde mogelijkheden. U kunt PostScript-overlays gebruiken om al uw speciale formulieren te genereren en op te slaan in de printer zodat u ze kunt gebruiken wanneer u ze nodig hebt.
10. Sluit de toepassing. HET PROJECT MAKEN EN LADEN 1. Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. 2. Kies Printers→Nieuw project. 3. Kies Printers→Bestand aan project toevoegen. 4. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files (*.prn) (Printerbestanden *.prn). 5. Ga naar de map waarin de PRN-bestanden zijn opgeslagen en selecteer één of meer bestanden die u in de overlayset wilt opnemen.
OVERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. 1. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. 2. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu. 3. Klik op het tabblad Overlay op de knop New (Nieuw). 4.
4. Kies op het tabblad Overlays de optie Use Overlay (Overlay gebruiken) in de keuzelijst (1). 5. Klik op de eerste overlay (2) die u wilt gebruiken. In dit voorbeeld is dit de overlay voor het voorblad. Klik op de knop Toevoegen (3). 6. 1 3 2 Klik op de tweede overlay (4) en klik nogmaals op de knop Add (Toevoegen) (3) als u nog een andere overlay wilt gebruiken, in dit geval voor de vervolgpagina. 4 7. Klik op OK als u alle overlays hebt geselecteerd die u voor dit document wilt gebruiken. 8.
u de filters “Configure Image Data,” “Palette ID” en “Palette Control” (Beeldgegevens configureren, Palet-id en Paletbeheer) uitschakelen. 4. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files (*.prn) (Printerbestanden *.prn). 5. Ga naar de map waarin de PRN-bestanden zijn opgeslagen en selecteer één of meer bestanden die u in de overlayset wilt opnemen. U kunt meer dan één macrobestand in een project opnemen.
4. Klik in het venster Overlay op de knop Overlays definiëren (1). 1 5. Voer in het venster Definiëren overlays (Overlays definiëren) de naam (a) en ID (b) van de gewenste overlay in en definieer op welke pagina('s) (c) van uw documenten deze overlay moet worden toegepast. Klik op de knop Add 3 (Toevoegen) (3) om deze overlay toe te voegen aan de lijst a met gedefinieerde overlays. Herhaal de procedure eventueel b voor de overige gerelateerde overlays.
4. Schakel op het tabblad Overlay het selectievakje Use active overlays (Actieve overlays gebruiken) (1) in. 5. Klik in de lijst Defined Overlays (Gedefinieerde overlays) op de eerste overlay (2) die u wilt gebruiken en klik op de 3 knop Add (Toevoegen) (3) om de overlay toe te voegen 2 aan de lijst met actieve overlays. Als u nog even wilt 4 kijken hoe deze overlay eruitziet, klikt u op de knop Test Print (Testafdruk). 6.
VERBRUIKSARTIKELEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksartikelen vervangt als dat nodig is. OPMERKING: Wanneer op het LCD het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven, of wanneer de afdrukken vaag zijn, opent u eerst het bovendeksel en tikt u een aantal malen op de cartridge om het tonerpoeder gelijkmatig te verdelen. Op deze manier haalt u het meeste uit uw tonercartridge.
BESTELINFORMATIE VERBRUIKSARTIKELEN * ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUM MER Toner, zwart 8.000 afbeeldingen @ 5%* 44059108 Toner, cyaan 8.000 afbeeldingen @ 5%* 44059107 Toner, magenta 8.000 afbeeldingen @ 5%* 44059106 Toner, geel 8.000 afbeeldingen @ 5%* 44059105 Toner, regenboogpakket (1 x C,M,Y,K) Niet van toepassing EP-cartridge, zwart 20.000 A4-pagina's* 44064012 EP-cartridge, cyaan 20.000 A4-pagina's* 44064011 EP-cartridge, magenta 20.
Gebruik geen heet water en gebruik nooit oplosmiddelen. Dit leidt tot blijvende vlekken. WAARSCHUWING! Als u toner inademt of in uw ogen krijgt, moet u een beetje water drinken of uw ogen uitspoelen met veel koud water. Neem onmiddellijk contact op met een arts. 1. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 2.
4. Til de rechterzijde van de cartridge op en trek de cartridge vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Verwijder de tonercartridge (b). 5. Plaats beide voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. 6. Verwijder de nieuwe cartridge uit de doos, maar laat het verpakkingsmateriaal nog even zitten. 7. Schud de nieuwe cartridge een aantal keren voorzichtig heen en weer om de toner in de cartridge los te maken en gelijkmatig te verdelen. 8.
12. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. IMAGE DRUM VERVANGEN LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet.
4. Plaats beide voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
9. Duw de gekleurde ontgrendelingshendel van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe cartridgehouder zodat er toner naar de cartridgehouder kan worden overgebracht. 10. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 11.
VERVANGING VAN DE TRANSPORTBAND De transportband bevindt zich onder de vier EP-cartridges. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 80.000 pagina's zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. 1. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 2.
4. Zoek de twee bevestigingen (a) aan beide zijden van de band en zoek de greep (b) aan de voorzijde. a b a 5. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de printerbehuizing. 6. Trek de greep (b) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit de printer. 7. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer.
DE FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier cartridgehouders. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houd de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt. Een waarschuwingsetiket geeft duidelijk dit gebied aan. Als u twijfelt, schakelt u de printer uit en wacht u minimaal 10 minuten om de fuser te laten afkoelen voordat u de kap van de printer opent.
8. Duw de hendel (b) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van de printer om de fuser vast te zetten. b Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. 9. Schakel de printer in. DE LED-KOP REINIGEN Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is. 1. Schakel de printer uit en open de bovenkap. 2.
UPGRADES INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw printer installeert.
DUPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden. U kunt ook boekjes afdrukken, waarbij u nog minder papier gebruik en grote documenten nog handzamer worden. De duplexeenheid kan recht in de achterzijde van de printer worden geschoven. U hebt hiervoor geen gereedschap nodig. 1. Pak de nieuwe eenheid uit en verwijder alle transportmaterialen. 2. Schakel de printer uit.
GEHEUGENUITBREIDING (C830) Het basisprintermodel is uitgerust met 256 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB of 512 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 768 MB. De installatie kost een paar minuten en u hebt hiervoor een middelgrote kruiskopschroevendraaier nodig. 1. Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. 2. Druk op de ontgrendelingsknop (a) van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig.
7. De geheugenkaart heeft een kleine uitsparing in de connector op de rand, die zich dichter bij de ene zijde dan bij de andere bevindt. 8. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf in de printer. 9. Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren. Als u een geheugenkaart moet verwijderen, neemt u eerst de volgende stappen. Als de sleuf geen kaart bevat, begint u bij stap 10 10.
16. 17. Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: (a) Druk op de knop Enter. (b) Druk op de knop Menu omhoog en vervolgens op de knop Enter om het menu Info afdrukken weer te geven. (c) Selecteer Configuratie met de knop Enter. (d) Druk nogmaals op de knop Enter om het menu Configuratie te openen. (e) Als het configuratieoverzicht is afgedrukt, drukt u op Online om het menusysteem af te sluiten. Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht.
4. Verwijder de schroef (a) waarmee de rechterklep is vastgezet. 4. a 5. 5. Til de rand van de zijklep iets op en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer. 6. Sluit het uiteinde van de verbindingskabel (a) aan op de connector van de schijf (b) in de printer. b a c 7. Draai de twee duimschroeven vast (c). 8.
10. U hoeft alleen nog maar het printerstuurprogramma in te stellen om volledig gebruik te kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden ('Printerstuurprogramma's bijwerken' op pagina 90). 11. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in. 12. Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: 13. (a) Druk op de knop Enter. (b) Druk op de knop Menu omhoog en vervolgens op de knop Enter om het menu Info afdrukken weer te geven.
EXTRA PAPIERCASSETTE(S) 1. Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. 2. Installeer extra papiercassettes op de gewenste locatie. 3. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften voor het tillen en gebruik geleiders (a) om de printer boven op de extra papiercassette te plaatsen. a a 4. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in.
PRINTERSTUURPROGRAMMA'S BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u het printerstuurprogramma van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet het printerstuurprogramma ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
5. Selecteer eventuele opties die van toepassing zijn voor uw hardware en klik op Pas wijzigingen toe. Panther (Mac OS X 10.3) 1. Open de Print & Fax Preferences (Printer- en faxvoorkeuren) in Mac OS X. 2. Selecteer Afdrukken. 3. Selecteer Set Up Printers... (Printers installeren). 4. Zorg ervoor dat uw machine is geselecteerd en selecteer Toon info. 5. Selecteer het menu en kies Installatiemogelijkheden. 6.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papiercassette of op elk punt van de papierbaan in de printer.
FOUTCODES VAN DE PAPIERSENSOR 382 381 380, 400 390 383 370 391 373 392 371 372 CODENR. PLAATS CODENR. PLAATS 370 Duplexeenheid * 382 Papieruitvoervak 371 Duplexeenheid * 383 Duplexeenheid * 372 Duplexeenheid * 390 Universele cassette 373 Duplexeenheid * 391 Papiercassette 380 Papierinvoer 392 2e papiercassette * 381 Papierbaan 400 Papierformaat * (indien geïnstalleerd). 1.
3. Let goed op de plaatsen van de vier tonercartridges (a) en de EP-cartridges (b). Het is van essentieel belang dat ze in dezelfde volgorde worden teruggeplaatst. a b U moet alle vier EP-cartridges (b) verwijderen om bij de papierbaan te kunnen. 4. Pak de cyaan EP-cartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. 5.
6. Herhaal deze procedure voor de overige cartridgehouders. 7. Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. 4 3 2 1 LET OP! Gebruik geen scherpe of schurende voorwerpen om de vellen van de band af te halen. Hierdoor kan het oppervlak van de band beschadigd raken. (a) Als u een vel aan de voorzijde van de band (1) moet verwijderen, tilt u het vel voorzichtig van de band en trekt u het vel naar voren in de interne cartridgeruimte en haalt u het vel eruit.
(d) Als u een vel uit de fuser wilt halen, trekt u de hendel(a) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de voorzijde van de printer om de fuser los te maken. Pak de fuser aan de handgreep (b) en verwijder de fuser. Til de hendels (c) waarmee de fuser wordt vergrendeld omhoog en duw ze naar achteren om de druk van het vel te halen. Trek het vastgelopen papier uit de fuser. c b a (e) Plaats de fuser weer in het apparaat en duw de hendel (a) naar de achterzijde van het appaat. b a 8.
Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 9. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de EP-cartridges niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. 10.
13. Trek de universele cassette omlaag aan de holtes (b). Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en laat de voorklep zakken. b b 14. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. 15. Trek de papierlade(s) uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. 16.
SPECIFICATIES C810 - N34240B C830 - N34241B ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 485 x 556 x 345 mm (b x d x h) zonder duplexeenheid Gewicht Ongeveer 36 kilo (zonder duplexeenheid) Afdrukmethode Elektronisch fotografisch met blootstelling aan LED-lichtbron Afdruksnelheden 30 pagina’s per minuut in kleur / 32 pagina’s per minuut in zwart-wit Resolutie 600 x 600, 1200 x 600 dpi of 600 x 600 dpi x 2 bit (ProQ2400) Emulaties (alleen C830) Automatische opties C810 C830 GDI XPS (alleen Vista & Server 2008
ITEM SPECIFICATIE Afdruknauwkeurigheid Start: ±2 mm Papierscheeftrekking: ±1 mm/100 mm Afbeeldingsuitbreiding/-compressie: ±1 mm/100 mm Interfaces USB (Universal Serial Bus) USB-specificatie versie 2.0 Aansluiting: USB type B Kabel: USB-specificatie versie 2.0 (afgeschermd) Overdrachtsmodus: Hoge snelheid (480 MBps + 0,25% maximaal) Netwerk 10 Base T, 100 Base TX Parallelle interface 36-pins, type Centronics, IEEE 1284-1994-aansluiting Gebruikscyclus 50.
INDEX A Afdrukkwaliteit kantelen ............................ 32 Afdrukvolgorde uitvoervak (afdrukzijde naar beneden) ........................ 14 uitvoervak (afgedrukte zijde naar boven) .................... 14 B Band resterende gebruiksduur .. 33 vervangen......................... 78 verwachtte gebruiksduur .. 71 Beveiligd afdrukken .............. 18 Beveiligde documenten afdrukken ......................... 19 C Correct afsluiten....................
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07094313 iss.