Operation Manual

- 13 -
1
1. Handige afdrukfuncties
9 Selecteer het geregistreerde
papierformaat in de printerdriver
en start het afdrukken vanaf het
dialoogvenster om af te drukken.
Meer info
Voor informatie over hoe u papier opgeeft in de
printerdriver, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
Voor PS-printerdriver voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver waarvoor u
een aangepast formaat wilt opgeven
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Op het tabblad [Lay-out] klikt u op
[Geavanceerd].
4 Klik op [Papierformaat] en
selecteer vervolgens [Aangepast
papierformaat voor PostScript] in de
vervolgkeuzelijst.
5 Voer in de vakken [Breedte] en
[Hoogte] de afmetingen in en klik
vervolgens op [OK].
Opmerking
[Aanpassing voor papierinvoerformaat] is niet
beschikbaar.
6 Klik op [OK] totdat het dialoogvenster
[Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] wordt gesloten.
7 Open met de gewenste toepassing het
bestand dat u wilt afdrukken.
8 Selecteer in de printerdriver
[Aangepast papierformaat voor
PostScript] als papierformaat en druk
af.
Meer info
Voor informatie over hoe u papier opgeeft in de
printerdriver, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
Voor XPS-printerdriver voor
Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver waarvoor u
een aangepast formaat wilt opgeven
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Op het tabblad [Setup] klikt u op
[Papierinvoeropties].
4 Klik op [Aangepast formaat].
5 Voer een naam in en de afmetingen in.
a Voer in het vak [Naam] een naam
voor het nieuwe formaat in.
b Voer in de vakken [Breedte] en
[Length] de afmetingen van het
nieuwe formaat in.
6 Klik op [Toevoegen] om het
aangepaste papierformaat op te slaan in
de lijst en klik vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten
opslaan.
7 Klik op [OK] totdat het dialoogvenster
[Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] wordt gesloten.
8 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
9 Selecteer het geregistreerde
papierformaat en start het afdrukken
vanaf het dialoogvenster om af te
drukken.
Meer info
Voor informatie over hoe u papier opgeeft in de
printerdriver, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).