Operation Manual

- 153 -
De printerdrivers verwijderen of bijwerken
6
6. Problemen verhelpen
De printerdrivers verwijderen of bijwerken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de printerdrivers waarvan u gebruikmaakt, verwijdert of bijwerkt.
Opmerking
De procedure en het scherm kunnen verschillen afhankelijk van de printerdriver en de versie van Windows of Mac OS X die u
gebruikt.
Een printerdriver verwijderen
U kunt printerdrivers verwijderen.
Voor Windows
Opmerking
U moet aangemeld zijn als Administrator om deze
procedure te kunnen uitvoeren.
Start de computer opnieuw op voordat u een driver
verwijdert.
1 Selecteer [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens [Remove device].
Als u meerdere printerdrivers hebt opgegeven,
selecteert u de driver die u wilt verwijderen via
[Remove device].
3 Als er een bevestigingsbericht verschijnt,
klikt u op [Ja].
Opmerking
Als er een bericht verschijnt dat aangeeft dat het
apparaat in gebruik is, start u de computer opnieuw
op en probeert u het opnieuw van stap 1 tot en met
2.
4 Klik op [Eigenschappen van
de printerserver ] in de
bovenste balk met een van de
pictogrammen die zijn geselecteerd in
[Printers en faxapparaten].
5 Klik op het tabblad [Drivers].
6 Als [Driverinstellingen wijzigen]
wordt weergegeven, klikt u erop.
7 Selecteer de printerdriver die u wilt
verwijderen en klik vervolgens op
[Verwijderen].
8 Als er een bericht verschijnt waarin
u wordt gevraagd of u alleen de
printerdriver of de printerdriver én
het driverpakket van uw systeem wilt
verwijderen, geeft u aan dat u de driver
én het driverpakket wilt verwijderen en
klikt u vervolgens op [OK].
9 Als er een bevestigingsbericht verschijnt,
klikt u op [Ja].
10 Als het dialoogvenster
[Driver en pakket verwijderen]
verschijnt, klikt u op
[Alleen driver verwijderen.] of
[Driver en driverpakket verwijderen.]
> [OK].
Opmerking
Als het verwijderen wordt afgewezen, start u de
computer opnieuw op en voert u stappen 4-10
opnieuw uit.
11 Klik in het dialoogvenster
[Eigenschappen van de printerserver ]
op [Sluiten].
12 Start de printer opnieuw op.
Voor Mac OS X
Voor Mac OS X 10.5-10.6
1 In het menu Apple selecteert u
[Systeemvoorkeuren].
2 Selecteer [Afdrukken en faxen].
3 Selecteer het apparaat dat u wilt
verwijderen en klik vervolgens op [-].
Als er een bevestigingsbericht verschijnt, klikt u
op [Verwijder printer] (voor Mac OS X 10.5 is
dat [OK]).
4 Sluit het dialoogvenster
[Afdrukken en faxen].
5 Plaats de dvd-rom met software in de
computer.