Operation Manual

De computer aansluiten
AppendixAfdrukken
3
Instellen
2
Voor gebruik
1
Basishandelingen
4
Index
- 58 -
Aansluiten via USB-kabels
Verbind het apparaat met de computer via USB-
kabels.
USB-kabel
Voorbereidingen
USB-kabel
Opmerking
USB-kabels en hubs zijn niet bij het apparaat inbegrepen.
Zorg voor USB-kabels met een USB2.0-specicatie en een
lengte van max. 2m indien nodig.
Bij aansluiting met USB2.0 hogesnelheidsmodus, moet
u een kabel met USB2.0 hogesnelheid-specicaties
gebruiken.
USB-kabels aansluiten
Opmerking
Indien de printerdrivers niet op de computer geïnstalleerd
zijn, moet u de USB-kabel uit de computer verwijderen en
eerst de printerdrivers installeren. (pagina 66)
1
Let op de richting van de aansluiting
en sluit het vierkante eind van de USB-
kabel aan op de computer (
). Sluit
het andere, platte eind aan op de
computer (
).
USB-kabel
USB interface-aan-
sluiting
USB-poort
Opmerking
Zorg ervoor dat de USB-kabel niet in de LAN (-netwerk)
interface-aansluiting geplaatst wordt. Dit kan een
printerstoring veroorzaken.
Plaats nooit de USB-kabel wanneer de computer of
de voeding is ingeschakeld. Dit kan een printerstoring
veroorzaken.
Memo
Stel de overdrachtssnelheid in via het bedieningspaneel
overeenkomstig de overdrachtssnelheid van de USB-
poort die op de computer gemonteerd is. Voor het
bedieningspaneel, zie “Vormgeving bedieningspaneel”
(P.25).