Operation Manual
De computer aansluiten
AppendixAfdrukken
3
Instellen
2
Voor gebruik
1
Basishandelingen
4
Index
- 59 -
Installatieprogramma
printerdriver (Windows)
Netwerkaansluitingen
Om de Windows-computer en het apparaat op
het netwerk aan te sluiten, moet u eerst het IP-
adres van het apparaat instellen. Vervolgens
installeert u de printerdrivers op de computer.
Als er geen DHCP-of BOOTP-servers op het
netwerk aanwezig zijn, is het noodzakelijk
om het IP-adres op de PC en het apparaat
handmatig in te stellen.
Het is ook nodig om het IP-adres op de pc en het
apparaat handmatig in te stellen als de interne
systeembeheerder, de provider of de fabrikant
van de router een speciek IP-adres opgeven.
Stappen voor ingebruikneming
De apparaatvoeding inschakelen
Het IP-adres van de printer instellen
De computervoeding inschakelen
Het IP-adres, enz. op de computer instellen
De printerdrivers installeren
Opmerking
Als het IP-adres verkeerd wordt ingesteld, kan er
netwerkuitval optreden of kan de internettoegang worden
verbroken. Controleer met uw interne systeembeheerder
of internetprovider het in te stellen IP-adres.
De server op het netwerk (DHCP, enz.) is afhankelijk van
de netwerkomgeving die gebruikt wordt. Controleer dit
met uw interne systeembeheerder, uw internetprovider of
de fabrikant van de router.
Het installatieprogramma vereist beheerdersrechten.
De operationele procedure beschreven in "Instellen" is
bedoeld voor Windows 7, tenzij anders aangegeven. De
schermen en de operationele procedure kunnen verschillen
naargelang het besturingssysteem.
Instellen van het IP-adres in het
apparaat via het bedieningspaneel
Memo
Als er een klein netwerk wordt gebruikt om het apparaat
met één enkele computer te verbinden, moet het volgende
IP-adres worden ingesteld (overeenkomstig RFC1918).
Pc
- IP-adres: Elk IP-adres vanaf 192.168.0.1 tot 254
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Standaardgateway: Niet gebruikt
- DNS-server: Niet gebruikt
Apparaat
- IP-adresconguratie: Handmatig vanaf 192.168.0.1
tot 254 (Selecteer een andere waarde dan die van de
computer.)
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Standaardgateway: 0.0.0.0
- Netwerkgrootte: Klein
In dit gedeelte worden de volgende instellingen als
voorbeeld gebruikt.
IP-adres: 192.168.0.3 (PC)
192.168.0.2 (Apparaat)
Subnetmasker: 255.255.255.0
Gateway-adres: 192.168.0.1
1
Druk op de scroll-knop of het
bedieningspaneel om het "Functies
(Functions)"-scherm weer te geven.
2
Druk verschillende malen op de scroll-
knop
om het [Beheerdersinst.
(Admin Setup)] te selecteren en druk
vervolgens op de [OK (Goed)]-knop.