Operation Manual
C9600 Gebruikershandleiding> 99
De afdrukken zijn te
licht.
De tonercartridge is niet
correct geplaatst.
Installeer de tonercartridge
opnieuw.
De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge.
Het afdrukpapier is
vochtig.
Gebruik papier dat bij de
juiste temperatuur en
vochtigheidsgraad is
bewaard.
Het papier is niet
geschikt voor de printer.
Gebruik het aanbevolen
papier.
Het afdrukpapier heeft
niet de juiste dikte en is
niet van het juiste type.
Stel de juiste waarde in bij
[Papiergewicht] en
[Papiersoort] in het menu
Instellingen of geef één
waarde dikker op bij
[Papiergewicht].
Er wordt gerecycled
papier gebruikt.
Geef één waarde dikker op
bij [Papiergewicht] in het
menu Instellingen.
Delen van de
afdrukken zijn
vaag. De afdrukken
vertonen witte
plekken en strepen.
Het papier is vochtig of
droog.
Gebruik papier dat bij de
juiste temperatuur en
vochtigheidsgraad is
bewaard.
De afdrukken
vertonen verticale
strepen.
De EP-cartridge is
beschadigd.
Vervang de EP-cartridge.
De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge.
De afdrukken
vertonen om de
zoveel regels
horizontale strepen
en vlekken.
Als het interval
ongeveer 94 mm is, is
de EP-cartrigde (de
groene buis)
beschadigd of vuil.
Veeg de cartridge
voorzichtig schoon met een
zachte doek. Vervang de
cartridge als deze
beschadigd is.
Als het interval
ongeveer 42 mm is, is
er mogelijk vreemd
materiaal in de EP-
cartridge
terechtgekomen.
Open en sluit de bovenklep
en maak de afdruk opnieuw.
Als het interval
ongeveer 87 mm is, is
de fusereenheid
beschadigd.
Vervang de fusereenheid.
SYMPTOOM MOGELIJKE
OORZAAK
ACTIE