C9800 GEBRUIKERSHANDLEIDING C9800hdn/C9800hdtn/C9800 GA C9000
VOORWOORD Alles is in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in dit document volledig, accuraat en recent is. OKI aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van fouten die buiten de macht van OKI liggen. garandeert ook niet dat wijzigingen die andere fabrikanten aanbrengen in software en apparaten waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, niet van invloed zijn op de toepasselijkheid van de informatie.
OPMERKING, LET OP! EN WAARSCHUWING! OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN Dit product is ontworpen om jarenlang veilig en betrouwbaar te functioneren. Zoals met alle elektrische apparatuur het geval is, is er een aantal standaardvoorzorgsmaatregelen waarmee letsel en schade kan worden voorkomen. Lees de veiligheidswaarschuwingen op de volgende pagina's daarom zorgvuldig door voordat u het product in gebruikt neemt.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat dit product niet in de nabijheid staat van directe warmtebronnen (zoals radiatoren) of in direct zonlicht, om het risico op oververhitting te voorkomen. De vereiste stroomvoorziening voor dit product is 220 - 240 VAC, 50/60 Hz. Raadpleeg het informatielabel van dit product voor de volledige stroomgegevens. Controleer of uw stroomvoorziening geschikt is voordat u het product aansluit. Neem bij twijfel contact op met de leverancier of uw elektriciteitsbedrijf.
WAARSCHUWING! Let er bij het gebruik van een verlengsnoer of stekkerblok op dat de totale stroomsterkte (ampères) van alle aangesloten apparaten lager is dan het maximumvermogen van het verlengsnoer, stekkerblok of de wandcontactdoos. Anders bestaat het risico op brand of elektrische schokken. Als het product al is geleverd met een stekkerblok, moet u GEEN extra verlengsnoer of stekkerdoos gebruiken om het product aan te sluiten op de wandcontactdoos.
WAARSCHUWING! Houd het netsnoer altijd aan de stekker vast als u het wilt aansluiten op het stopcontact of eruit wilt verwijderen. Als u het netsnoer aan het snoer uit het stopcontact trekt, kan het gaan rafelen waardoor brand of elektrische schokken kunnen ontstaan. Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer en de bijgeleverde stekkerdoos. Het gebruik van netsnoeren of een stekkerdoos die niet voor dit product zijn bedoeld, kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING! Wanneer de behuizing van dit product extreem heet is geworden of het product rook, een ongebruikelijke geur of ongewone geluiden produceert, is er kans op brand. Verwijder de hoofdvoeding en neem contact op met de leverancier. Als dit product is omgestoten of beschadigd is geraakt, bestaat het risico op elektrische schokken, brand en/of letsel. Verwijder de hoofdvoeding en neem contact op met de leverancier.
WAARSCHUWING! Gebruik geen brandbare sprays in de nabijheid van dit product, aangezien bepaalde onderdelen van het product bijzonder heet worden en vlam kunnen vatten. Schakel dit product uit vóór reinigingswerkzaamheden, om letsel te voorkomen. Gebruik een vochtig doekje voor reiniging. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen. Verricht geen handelingen met dit product die niet in de Gebruikershandleiding worden beschreven. U riskeert anders een elektrische schok, brand en/of letsel.
WAARSCHUWING! Wees voorzichtig als u geïnstalleerde onderdelen zoals scanners of finishers verplaatst, om te voorkomen dat u vast komt te zitten of persoonlijk letsel oploopt. Als dit product is geplaatst op een printerkast of een papierlade met hoge capaciteit, controleert u of de wieltjes in de juiste stand zijn vergrendeld zodat de printer niet kan verschuiven en om letsel te voorkomen. Wees behoedzaam met tonerpoeder. Indien er tonerpoeder wordt ingeslikt, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd.
WAARSCHUWING! Gooi tonercartridges of EP-cartridges niet in vuur; dit kan leiden tot brandwonden als gevolg van een stofexplosie. Dit product is ontworpen om te functioneren in de volgende omgeving: Temperatuur: 10 tot 32°C Luchtvochtigheid: 20% tot 80% RL Het geluidsniveau van dit product is 70 dB(A) of minder, overeenkomstig EN ISO 7779.
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Opmerking, Let op! en Waarschuwing! . . . . . . . . . 3 Veiligheidswaarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . Online gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pagina's afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Interfaces en aansluiting . . . . . . . . . . . . De parallelle interface aansluiten . . . . De USB-interface aansluiten . . . . . . . De netwerkinterface aansluiten . . . . . De cd met stuurprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 51 52 52 53 Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 De printer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Verbruiks- en onderhoudsmaterialen. . . . . . . . .
Controleer de omkeermodule, papierstoring Papierstoringen voorkomen . . . . . . . . . . . . . . Slechte afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Storing in nietapparaat – finisher (optioneel accessoire) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controleer de afwerkingseenheid, storing in nietapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 . . . 98 . . . 99 . . .102 . . .102 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van een kleurenprinter van OKI Printing Solutions. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit met hoge snelheid op een aantal verschillende afdrukmedia.
FUNCTIES De volgende functies komen standaard voor op alle modellen: > Maximaal 36 pagina's per minuut in kleur voor het snel afdrukken van presentaties en andere documenten. > Maximaal 40 pagina's per minuut in zwart-wit voor het snel en efficiënt afdrukken van documenten die niet in kleur hoeven te worden weergegeven. > De meerlaagstechnologie ProQ4800 zorgt voor verfijnde tinten en een vloeiender verloop, zodat uw documenten worden afgedrukt in fotokwaliteit.
Bovendien zijn ook de volgende optionele functies beschikbaar: > Extra papierladen voor nog eens 530 vel, zodat er minder vaak papier hoeft te worden geladen of om andere papiertypen te laden, zoals briefhoofdpapier, alternatieve papierformaten of andere afdrukmedia: > 2e/3e lade (elk 530 vel) > HCF (papierlade met hoge capaciteit, 1590 vel) OPMERKING 1. De volgende ladeconfiguraties zijn mogelijk: alleen lade 1, lade 1 + 2e lade, lade 1 + 2e lade + 3e lade, lade 1 + HCF, lade 1 + 2e lade + HCF. 2.
OVER DEZE HANDLEIDING OPMERKING In de afbeeldingen in deze handleiding worden mogelijk optionele functies weergegeven die niet op uw printer zijn geïnstalleerd. Ook kunnen er functies in zijn weggelaten die niet van essentieel belang zijn voor de beschrijving van een bepaalde functie. Deze gids is de gebruikershandleiding van uw printer (op de website www.okiprintingsolutions.
> Configuration Guide (Configuratiehandleiding): het systeem en het netwerk configureren. Dit is een elektronisch document op cd 3. > EFI Fiery-documentatiepakket Dit zijn elektronische documenten op cd 2. > Verkorte installatiehandleidingen: worden geleverd bij verbruiksmaterialen en optionele accessoires met uitleg over de installatie hiervan. Dit zijn documenten op papier, die bij de verbruiksmaterialen en optionele accessoires worden geleverd.
PAGINA'S AFDRUKKEN Het staat u vrij om de gehele handleiding, afzonderlijke pagina's of secties af te drukken. Ga als volgt te werk: 1. Open het menu [Bestand] en kies [Afdrukken] (of druk op Ctrl + P). 2. Geef aan welke pagina's u wilt afdrukken: (a) [Alle pagina's], (1), voor de gehele handleiding. (b) [Huidige pagina], (2), voor de weergegeven pagina. 1 2 3 (c) 3. [Pagina's van] en [tot], (3), voor het paginabereik dat u opgeeft aan de hand van de paginanummers. Klik op [OK].
PRINTER EN PAPIER - OVERZICHT BOVENKLEP OPENEN EN SLUITEN LET OP! Als u toegang wilt krijgen tot de binnenkant van de printer, moet u de bovenklep volledig openen. Als u de bovenklep van de printer wilt openen, duwt u op de hendel (1) om de vergrendeling op te heffen en tilt u de kap omhoog.
Sluit de klep door deze zachtjes omlaag te duwen (1) totdat de klep halverwege stopt en duw vervolgens harder (2) om de klep geheel te sluiten. Controleer of de printerklep goed is gesloten.
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN U ziet de belangrijkste onderdelen van de printer in de afbeeldingen hieronder. 1. Papierklem 2. Bovenklep (stapelaar afdrukzijde omlaag) 3. Universele lade 4. Lade 1 zijklep 5. Indicator papierformaat 6. Indicator hoeveelheid papier 7. Lade 1 (papierlade) 8. Bedieningspaneel 9.
10. Stapelaar afdrukzijde omlaag 11. Aan/uit-knop 12. Stapelaar (afdrukzijde omhoog) 13.
14. Interfaces 15. Netwerkconnector 16. Parallelle connector 17. USB-connector 18. Stroomconnector 19.
20. EP-cartridge en tonercartridge (cyaan) 21. EP-cartridge en tonercartridge (magenta) 22. EP-cartridge en tonercartridge (geel) 23. EP-cartridge en tonercartridge (zwart) 24. Tonercartridge 25. EP-cartridge 26. Fusereenheid 27.
28. Transportband 29. Hendel EP-cartridgehouder 30.
31. HCF (papierlade met hoge capaciteit) 3 laden (standaard op de C9800hdtn) 31 MEEGELEVERDE SOFTWARE Cd's: > Cd 1 – stuurprogramma's en hulpprogramma's Stuurprogramma's en toepassingen voor eindgebruikers. > Cd 2 – Hulpprogramma's voor netwerk, EFI en beheer Software voor systeembeheerders. > Cd 3 – gebruikershandleidingen Elektronische documentatie (bijvoorbeeld de Gebruikershandleiding en Afdrukhandleiding) waarin het dagelijkse gebruik van de printer wordt beschreven.
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt het beste resultaat als u standaardpapier van 75 – 90 g/ m² gebruikt dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters.
PAPERINVOER EN -UITVOER In de volgende tabel ziet u welke papiersoorten geschikt zijn voor de invoerlades (lade 1 tot en met lade 5 (van bovenaf genummerd) en universele lade) en stapelaars (afdrukzijde omlaag en afdrukzijde omhoog).
SOORT FORMAAT GEWICHT Enveloppen 120 x 235mm 90 x 205mm 235 x 120mm 235 x 105mm 240 x 332mm 216 x 277mm 119 x 197mm 210 x 297mm 85g/m² 324 x 229mm 229 x 162mm 220 x 110mm 225,4 x 98,4 mm 241,3 x 104,8mm 190,5 x 98,4 mm 90g/m² A4, Letter, B5 0,1 -0,2mm Etiketten INVOER/ UITVOER Universele lade Stapelaar afdrukzijde omhoog Universele lade Stapelaar afdrukzijde omhoog Transparanten A4, Letter Glanzend papier 0,1 – 0,11 mm Lade 1 of universele lade Stapelaar afdrukzijde omhoog LADES EN STAPELA
UNIVERSELE LADE De universele lade kan worden gebruikt voor meer papiersoorten dan de formaten die geschikt zijn voor de standaardlades, zwaardere papiersoorten en speciaal papier. De universele lade is geschikt voor papier van hetzelfde formaat als dat in de standaardlades, maar ook voor zwaarder papier tot maximaal 268 g/m². Voor bijzonder zwaar papier gebruikt u de stapelaar voor de afdrukzijde omhoog. Als u deze stapelaar gebruikt, wordt het papier in een vrijwel rechte baan door de printer geleid.
STAPELAAR AFDRUKZIJDE OMHOOG Als u de stapelaar aan de linkerkant van de printer wilt gebruiken, moet u dit openen en de papiersteun uittrekken. (Als het stuurprogramma is ingesteld voor afdrukzijde omlaag, worden de afdrukken in de stapelaar voor afdrukken omlaag geplaatst, ongeacht of de stapelaar voor afdrukzijde omhoog is geopend of gesloten.) Deze stapelaar kan maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/ m² bevatten en papiersoorten tot maximaal 268 g/m².
VOORBEELDEN VAN LADES EN STAPELAARS LADE 1 – 5 LADEN In het volgende voorbeeld wordt lade 1 gebruikt. 1. Trek de lade uit. 2. Druk op de stop van de achterste schuif (1) en stel de schuif in op het papierformaat dat u wilt gebruiken. 1 3. Waaier het papier uit en tik met de zijden op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken.
4. Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde omlaag en de bovenrand naar rechts), druk op de stop (2) van de papiergeleider en stel de geleiders (3) precies passend in op het papier. Zo voorkomt u het vastlopen van papier: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papierlade. De capaciteit is afhankelijk van de papiersoort. > Plaats geen beschadigd papier.
5. Plaats de lade voorzichtig terug in de printer. DE UNIVERSELE LADE GEBRUIKEN 1. Druk op de hendel (1) en open de universele lade.
2. Open de lade en trek de papiersteun uit (2). 3 2 3. Stel de papiergeleiders (3) in op het papierformaat dat u wilt gebruiken. 4. Waaier het papier uit en tik met de zijden op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken.
5. Plaats het papier. > Voor enkelzijdig afdrukken op briefhoofdpapier plaatst u het papier in de universele lade met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand in de printer. > Voor dubbelzijdig afdrukken (duplex) op briefhoofdpapier plaatst u het papier met de bedrukte zijde omlaag en de bovenrand van de printer af. > Enveloppen moeten worden geplaatst met de afdrukzijde omhoog en de lange kant in de printer. Selecteer voor enveloppen niet de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
DE STAPELAARS GEBRUIKEN Stapelaar afdrukzijde omlaag Wanneer de stapelaar voor afdrukzijde omhoog (1) aan de linkerkant van de printer is gesloten (de standaardpositie), worden de afdrukken uitgeworpen in de stapelaar voor afdrukzijde omlaag, boven aan de printer.
Stapelaar afdrukzijde omhoog De stapelaar voor afdrukzijde omhoog wordt gebruikt voor zwaar papier (kaarten, enzovoort), enveloppen, transparanten en etiketten. 1. Open de stapelaar (1). 1 2. Klap de papiersteun uit (2).
3. Trek de extra papiersteun uit (3).
BEDIENINGSPANEEL Voor meer gebruiksgemak kan het bedieningspaneel maximaal 90° omhoog worden gekanteld (1). 1 KNOPPEN EN INDICATOREN De onderdelen van het bedieningspaneel worden hieronder kort beschreven: 2 4 5 7 8 10 1 3 11 1. 6 9 Knop Shutdown/Restart (afsluiten/opnieuw starten) Druk deze knop in en houd hem ingedrukt om af te sluiten. Vervolgens kunt u nogmaals op deze knop drukken om de printer opnieuw te starten of de printer uitschakelen met de Aan/uit-knop.
2. Ready-indicator Aan: gereed voor afdrukken Knippert: afdrukgegevens worden verwerkt Uitgeschakeld: er kunnen geen gegevens worden ontvangen (offline) 3. Attention-indicator Uitgeschakeld: functioneert normaal Knippert: fout(en), maar afdrukken kan worden voortgezet Aan: fout(en), afdrukken kan niet worden voortgezet 4. LCD-scherm Hier worden de status en instellingen van de printer weergegeven, plus Help-informatie voor de gebruiker in de ingestelde taal. 5.
11. Knop Help Hiermee krijgt u tekst of afbeeldingen als aanvulling op de informatie die op het LCD-scherm wordt weergegeven. MODI VAN HET LCD-SCHERM De volgende informatie kan op het LCD-scherm worden weergegeven: > statusinformatie > Menuopties (functies) > configuratiegegevens > Help-informatie STATUSINFORMATIE Statusinformatie heeft betrekking op drie toestanden waarin de printer zich kan bevinden: Bij Informatie is de printer al dan niet bezig met afdrukken en gereed om afdruktaken te verwerken.
printer tegelijkertijd wordt ingeschakeld (bijvoorbeeld bij opnieuw starten). Dit menu is bestemd voor beheerders. Zij kunnen hier beperkingen instellen voor de wijzigingen die eindgebruikers kunnen aanbrengen in de gebruikersmenu's. Systeemmenu: geactiveerd wanneer de knoppen pijlomhoog en pijl-omlaag gelijktijdig langer dan twee seconden ingedrukt worden gehouden en de printer tegelijkertijd wordt ingeschakeld (bijvoorbeeld bij opnieuw starten).
DE MENU'S GEBRUIKEN OPMERKING Zie voor meer informatie over de menu's “Bijlage B – Menusysteem' op pagina 111. Met de knoppen Enter, pijl-omhoog, pijl-omlaag en Back kunt u door de printermenu's navigeren. Zo kunt u instellingen wijzigen (bijvoorbeeld het papierformaat voor lade 1 instellen) of informatie bekijken (bijvoorbeeld hoeveel er nog over is van een bepaald verbruiksmateriaal).
AAN DE SLAG In deze sectie wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de printer.
> boven de printer: 70cm 28in DE PRINTER IN- EN UITSCHAKELEN UITSCHAKELEN 1. Druk op de knop Shutdown/Restart (1) op het bedieningspaneel en houd deze ingedrukt om de printer af te sluiten.
2. Wanneer op het LCD-scherm wordt aangegeven dat u de printer kunt uitschakelen of opnieuw kunt starten, zet u de Aan/uit-knop van de printer op Uit. Dit kan even duren. INSCHAKELEN OPMERKING Als u de knop Shutdown/Restart hebt gebruikt en het LCDscherm aangeeft dat de printer kan worden uitgeschakeld of opnieuw kan worden gestart, kunt u de printer weer inschakelen door op Shutdown/Restart te drukken. 1.
DE HUIDIGE INSTELLINGEN CONTROLEREN Ga als volgt te werk als u een configuratierapport (menuoverzicht) wilt genereren, zodat u kunt controleren of de printer correct is geconfigureerd. 1. Zorg ervoor dat lade 1 A4-papier bevat (dit hebt u nodig tijdens deze bewerking). 2. Controleer of het LCD-scherm aangeeft dat de printer gereed is voor afdrukken. 3. Druk herhaaldelijk op pijl-omhoog of pijl-omlaag totdat Pagina's afdrukken is gemarkeerd. 4. Druk op Enter om Pagina's afdrukken te selecteren. 5.
Als u meerdere printers van hetzelfde type aansluit, worden deze weergegeven als *****, ***** (2), ***** (3), enzovoort. De nummering wordt bepaald door de volgorde waarin de printers zijn aangesloten of worden ingeschakeld. > Ethernet – voor netwerkaansluiting. OPMERKING Er worden geen interfacekabels bij de printer geleverd. DE PARALLELLE INTERFACE AANSLUITEN 1. Schakel de printer en de computer uit. 2. Plaats een parallelle kabel tussen de printer en de computer. 3.
DE USB-INTERFACE AANSLUITEN Sluit de USB-kabel nu nog niet aan. Wanneer u de cd met stuurprogramma's (cd 1) uitvoert, krijgt u aanwijzingen voor het aansluiten van de USB-kabel. Als u de printer rechtstreeks aansluit op een zelfstandige computer, gaat u verder naar de sectie 'De cd met stuurprogramma's gebruiken' op pagina 53. DE NETWERKINTERFACE AANSLUITEN LET OP! Sluit geen USB-kabel aan op de netwerkinterface. Dit kan storingen veroorzaken. 1. Schakel de printer en de computer uit. 2.
3. Schakel de printer in en vervolgens de computer. Als u de printer in een netwerk wilt installeren, raadpleegt u de desbetreffende sectie in de Configuratiehandleiding voor meer informatie over het configureren van de netwerkaansluiting voordat u de printerstuurprogramma's installeert. OPMERKING Netwerkaansluitingen kunnen alleen door beheerders worden uitgevoerd. DE CD MET STUURPROGRAMMA'S GEBRUIKEN Plaats de cd met de stuurprogramma's in de computer en volg de aanwijzingen op het scherm.
WERKING DE PRINTER GEBRUIKEN Raadpleeg de Afdrukhandleiding. Hierin staat uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en optionele accessoires voor het efficiënt en effectief verwerken van afdruktaken.
VERBRUIKS- EN ONDERHOUDSMATERIALEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiks- en onderhoudsmaterialen vervangt wanneer dit nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner - 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking. De printer wordt geleverd met voldoende toner in de afdrukcartridges voor 7.500 pagina's, waarbij de toner voor 1 – 2.000 pagina's wordt gebruikt om de EP-cartridge te laden. > EP-cartridge - gemiddeld 30.000 pagina's A4.
BESTELGEGEVENS VERBRUIKSMATERIALEN ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUMMER Toner, zwart 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking 42918916 Toner, cyaan 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking 42918915 Toner, magenta 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking 42918914 Toner, geel 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking 42918913 Toner, regenboogpakket (1 x CMYK) 15.000 pagina's A4 bij 5% dekking 43112702 EP-cartridge, zwart 30.000 pagina's A4 gemiddeld 42918108 EP-cartridge, cyaan 30.
VERBRUIKS- EN ONDERHOUDSMATERIALEN VERVANGEN Alle verbruiks- en onderhoudsmaterialen worden geleverd met een installatiehandleiding waarin u gedetailleerde aanwijzingen voor vervanging vindt. U wordt aangeraden deze aanwijzingen nauwgezet op te volgen. LET OP! Om uw printer te beschermen en ervoor te zorgen dat u optimaal kunt profiteren van alle functies, is dit model ontworpen om alleen met originele tonercartridges van OKI Printing Solutions te werken.
2. Veeg de vier koppen (1) voorzichtig schoon met een LEDlensdoekje of een zachte doek. Beweeg het doekje in de aangegeven richting en gebruik voor elke veeg een schoon stukje van de doek. Let erop dat u de beschermplaten (2) niet beschadigt. 3. Sluit de bovenklep.
DE PAPIERROLLERS REINIGEN Reinig de papierrollers wanneer het papier regelmatig vastloopt. 1. Doe voorwerpen als een horloge of armband af en druk vervolgens achtereenvolgens op Shutdown/Restart en op de Aan/uit-knop om de printer uit te schakelen.
2. Open lade 1 in de zijklep. 3. Verwijder lade 1 geheel uit de printer.
4. Gebruik een zachte doek die licht met water is bevochtigd om de drie papierrollers (2) te reinigen via de opening die is ontstaan nu de lade is verwijderd. 2 5. Plaats lade 1 weer in de printer.
6. Sluit lade 1 in de zijklep. 7. Schakel de printer in.
DE PRINTERBEHUIZING REINIGEN 1. Zet de printer uit door achtereenvolgens op Shutdown/ Restart en op de Aan/uit-knop te drukken. 2. Veeg de printerbehuizing schoon met een zachte doek die licht is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. 3. Droog de behuizing met een zachte droge doek.
4. Schakel de printer in. HET OPTIONELE PONSBAKJE LEGEN Wanneer op het LCD-scherm wordt aangegeven dat het ponsbakje vol is, gaat u als volgt te werk om dit te legen: 1. Druk op de hendel van de finisher en verwijder de finisher van de printer.
2. Trek het ponsbakje naar buiten en houd het daarbij rechtop, zodat er geen snippers uitvallen. 3. Gooi de snippers weg. 4. Plaats het ponsbakje voorzichtig weer in de finisher.
5. Controleer of het ponsbakje correct is geplaatst en schuif de finisher weer in positie.
OPTIONELE ACCESSOIRES In deze sectie worden de optionele accessoires voor uw printer beschreven. De volgende accessoires zijn verkrijgbaar: > Geheugenuitbreidings-DIMM > Tweede en derde papierlade (voor verhoogde capaciteit) > HCF (gelijk aan drie papierladen) (alleen de C9800hdn) OPMERKING 1. De volgende ladeconfiguraties zijn mogelijk: alleen lade 1, lade 1 + 2e lade, lade 1 + 2e lade + 3e lade, lade 1 + HCF, lade 1 + 2e lade + HCF. 2.
BESTELGEGEVENS ACCESSOIRES ITEM BESTELNUMMER Geheugenuitbreidings-DIMM 128 MB 01163401 256 MB 01163402 512 MB 01163403 Tweede, derde papierlade 42831303 HCF (papierlade met hoge capaciteit) 42831503 Finisher: 4 lades 01166701 5 lades 01166801 Ponseenheid voor finisher: 4 gaten 42872903 2 gaten 42872901 4 gaten (Zweeds) 42872904 Kast (zelfde hoogte als HCF) TBD MFP-upgradeset 01149501 C9800 Gebruikershandleiding> 68
ACCESSOIRES INSTALLEREN Alle accessoires (behalve de finisher en de MFP-upgradeset) worden geleverd met documentatie, waarin u gedetailleerde instructies voor de installatie vindt. U wordt aangeraden deze aanwijzingen nauwgezet op te volgen. Druk na de installatie een menuoverzicht (configuratierapport) af om te controleren of de installatie correct is verlopen. OPMERKING De finisher, de MFP-upgradeset en de ponseenheid moeten door een bevoegde technicus worden geïnstalleerd.
PROBLEMEN OPLOSSEN ALGEMEEN Als op het LCD-scherm 10 minuten na het inschakelen van de printer niets wordt weergegeven of als het LCD-scherm nog stand-by staat, schakelt u de printer op de juiste manier uit. Controleer alle kabelverbindingen voordat u de printer opnieuw start. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de leverancier. PAPIERSTORINGEN Deze sectie bevat informatie over het verhelpen van problemen die zich kunnen voordoen bij het werken met de printer.
1. Druk op de greep (1) van lade 1 in de zijklep van de printer en open de klep. 1 2. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. 3. Sluit lade 1 in de zijklep.
OPEN DE KLEP, PAPIERSTORING, ZIJ KLEP 1. Als de universele lade is geopend, sluit u deze zodat de zijklep (1) zichtbaar is. 1 2. Trek aan de ontgrendelingshendel (2) en open de zijklep.
3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. 4. Sluit de zijklep.
OPEN DE KLEP, PAPIERSTORING, BOVENKAP 1. Druk op de hendel van de bovenklep (1) en open de klep. 1 WAARSCHUWING! Raak de fusereenheid niet aan; deze wordt heet tijdens het afdrukken.
2. Druk op de hendel van de EP-cartidgehouder (2) en til de houder omhoog. 3. Verwijder voorzichtig het papier dat zich op de band bevindt. 4. Als het papier is vastgelopen in de fusereenheid, duwt u de vergrendelingshendel (3) in de aangegeven richting om de fuser te ontgrendelen. WAARSCHUWING! Raak de fusereenheid niet aan; deze wordt heet tijdens het afdrukken. Als de fusereenheid heet is, wacht u totdat deze is afgekoeld voordat u vastgelopen papier verwijdert.
Til de fusereenheid (4) aan de handgreep uit de printer en plaats de fuser op een vlak oppervlak. 4 3 5. Trek de papiervergrendeling (5) omhoog en verwijder het vastgelopen papier.
6. Plaats de fusereenheid voorzichtig weer in de printer en duw de vergrendelingshendel (6) in de aangegeven richting om de fuser te vergrendelen. 6 7. Als het papier is vastgelopen bij het uitvoervak, opent u de stapelaar voor afdrukzijde omhoog (7).
8. Open de zijklep (uitvoervak) (8) en verwijder het vastgelopen papier. 8 9. Sluit de zijklep en vervolgens de stapelaar uitvoervak.
10. Plaats de EP-cartridgehouder (9) terug en controleer of deze is vergrendeld. 9 11. Sluit de bovenklep en controleer of deze is vergrendeld.
PAPIERSTORINGEN – DUPLEXEENHEID CONTROLEER DE DUPLEXEENHEID, PAPIERSTORING 1. Als er een finisher op de printer is geïnstalleerd, verwijdert u de omkeermodule van de printer met behulp van de hendel (1). 1 2. Open de duplexeenheid met behulp van de ontgrendelingsknop (2).
3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig en sluit de klep. 4. Druk op de ontgrendelingsknoppen (3) en trek de duplexeenheid uit de printer.
5. Duw het lipje van de voorste klep (4) voorzichtig naar binnen en licht de klep op. 4 6. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig.
7. Controleer op dezelfde manier of er ook papier is vastgelopen onder de achterste klep. 8. Sluit de voorste en achterste klep.
9. Duw de duplexeenheid weer in positie. 10. Als u de finisher hebt verwijderd om toegang te krijgen tot de duplexeenheid, plaatst u de finisher nu terug.
PAPIERSTORING – FINISHER (OPTIONEEL ACCESSOIRE) CONTROLEER DE AFWERKINGSEENHEID, PAPIERSTORING/ACHTERBLIJVEND PAPIER Druk op het bedieningspaneel van de printer op Help om het weergegeven cijfer op te zoeken. Dit hebt u nodig om de papierstoring te kunnen opheffen. In de paragrafen hieronder wordt per numerieke code beschreven welke handeling vereist is. 591, 592, 593, 599/ 643, 645 (PAPIERSTORING BIJ DE FINISHER) 1. Verwijder papier dat is vastgelopen bij het uitvoervak van de finisher. 2.
3. Open de bovenklep van de finisher. 4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. 5. Sluit de bovenklep van de finisher.
6. Bevestig de finisher weer aan de omkeermodule. 594, 597, 598/ 644, 646 (PAPIERSTORING IN DE FINISHER) 1. Druk op de hendel van de finisher (1) en verwijder de finisher van de omkeermodule.
2. Open de voorklep van de finisher (2). 2 3. Draai de onderste knop (3) met de klok mee totdat het vastgelopen papier volledig is uitgeworpen. 3 4. Verwijder het uitgeworpen papier.
5. Sluit de voorklep van de finisher. 6. Open de rechterklep van de finisher. 7. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig.
8. Sluit de klep. 9. Bevestig de finisher weer aan de omkeermodule.
590 (PAPIERSTORING IN DE FINISHER/PONSEENHEID) 1. Druk op de hendel van de finisher (1) en verwijder de finisher van de omkeermodule. 1 2. Plaats de knop (2) rechts op de finisher gelijk met de markering (3).
3. Open de bovenklep van de finisher. 4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. 5. Sluit de bovenklep van de finisher.
6. Bevestig de finisher weer aan de omkeermodule. CONTROLEER DE OMKEERMODULE, PAPIERSTORING 1. Druk op de hendel van de finisher (1) en verwijder de finisher van de omkeermodule.
2. Druk op de verzonken handgreep (2) en open de linkerklep van de omkeermodule. 2 3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig.
4. Sluit de linkerklep van de finisher. 5. Bevestig de finisher weer aan de omkeermodule.
6. Druk op de hendel van de omkeermodule (3) en verwijder de module van de printer. 3 7. Open de rechterdeur (4) van de omkeermodule.
8. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. 9. Sluit de deur.
10. Bevestig de finisher en de omkeermodule weer aan de printer. PAPIERSTORINGEN VOORKOMEN In de onderstaande tabel ziet u een overzicht van mogelijke oorzaken van papierstoringen en krijgt u tips om deze te voorkomen. MOGELIJKE OORZAAK TIP TER VOORKOMING De printer staat niet vlak. Plaats de printer op een stevige en vlakke ondergrond. Het afdrukpapier is te licht of te zwaar. Gebruik het juiste papier. Het afdrukpapier is vochtig of statisch.
MOGELIJKE OORZAAK TIP TER VOORKOMING De enveloppen liggen niet in de juiste afdrukrichting. Leg de enveloppen in de juiste richting. De papierroller is vuil. Veeg de papierroller af met een doekje dat met water is bevochtigd. De papierrollers zijn versleten. Vervang de papierrollers. Het afdrukpapier is niet ingesteld op het juiste gewicht of type. Geef de juiste menu-instellingen op bij [Papiergewicht] en [Papiersoort].
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK ACTIE De afdrukken zijn te licht. De tonercartridge is niet correct geplaatst. Installeer de tonercartridge opnieuw. De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge. Het afdrukpapier is vochtig. Gebruik papier dat bij de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad is bewaard. Het papier is niet geschikt voor de printer. Gebruik het aanbevolen papier. Het afdrukpapier heeft niet de juiste dikte en is niet van het juiste type.
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK ACTIE De afdrukken vertonen om de zoveel regels horizontale strepen en vlekken. Als het interval ongeveer 94 mm is, is de EP-cartrigde (de groene buis) beschadigd of vuil. Veeg de cartridge voorzichtig schoon met een zachte doek. Vervang de cartridge als deze beschadigd is. Als het interval ongeveer 42 mm is, is er mogelijk vreemd materiaal in de EPcartridge terechtgekomen. Open en sluit de bovenklep en maak de afdruk opnieuw.
STORING IN NIETAPPARAAT – FINISHER (OPTIONEEL ACCESSOIRE) CONTROLEER DE AFWERKINGSEENHEID, STORING IN NIETAPPARAAT Ga als volgt te werk wanneer op het LCD-scherm wordt aangegeven dat er een storing is opgetreden in het nietapparaat: 1. Open de voorklep van de finisher. 2. Draai de knop in de aangegeven richting totdat de gekleurde indicator verschijnt.
3. Verwijder papier dat moet worden geniet uit het uitvoergebied. 4. Trek de nieteenheid uit. 5. Draai de knop in de aangegeven richting om het nietapparaat vooruit te bewegen.
6. Pak de nietcartridge aan weerszijden vast, licht de cartridge op en verwijder deze. 7. Open de nietcartridge. 8. Verwijder alle nietjes die uit de cartridge steken.
9. Sluit de nietcartridge. 10. Plaats de nietcartridge terug. 11. Controleer of de nietcartridge stevig vastzit en duw het nietapparaat in positie.
12. Sluit de voorklep van de finisher.
SPECIFICATIES ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 655 x 620 x 462 mm (BxDxH) Gewicht Zonder opties, 76kg Afdruksnelheden 36 ppm kleur, 40 ppm zwart-wit Resolutie 1200 x 1200 dpi Emulaties PCL 5c, PCL XL 2.1, PS Geheugen 1 GB (max.) Papierinvoer bij 80 g/m² Lade 1 – 5: elk 530 vel A4 Papiergewicht 64 – 268 g/m² Papieruitvoer Stapelaar afdrukzijde omlaag: 500 vel Universele lade: 230 vel A4 Stapelaar afdrukzijde omhoog: 250 vel Interfaces Parallel, USB 2.
ITEM SPECIFICATIE Omgevingsfactoren Werkend: 10 – 32°C/relatieve vochtigheid 20 – 80% Uitgeschakeld: 10 – 43°C/relatieve vochtigheid 10 – 90% Geluidsniveau Werkend: maximaal 54dBA Stand-by: maximaal 40 dBA Energiebesparing: maximaal 40 dBA na 30 minuten achtergrondniveau C9800 Gebruikershandleiding> 108
BIJLAGE A – BERICHTEN OP HET LCD-SCHERM De berichten die op het LCD-scherm worden weergegeven, spreken voor zich. Hieronder ziet u een aantal veelvoorkomende berichten. BERICHT BESCHRIJVING Klaar voor afdruk De printer is online en gereed voor afdrukken. Bezig met afdrukken tttttt De printer is bezig met afdrukken en het papier wordt ingevoerd vanuit tttttt, waarbij tttttt een lade aangeeft. tttttt bijna leeg De papiervoorraad in de lade die wordt aangeduid met tttttt is bijna op.
BERICHT BESCHRIJVING Plaats de cassette tttttt De printer probeerde papier te laden vanuit een lade die is verwijderd. Controleer of lade tttttt correct is geplaatst of plaats lade tttttt met papier weer in de printer. Open de klep Achterblijvend papier tttttt Raadpleeg HELP voor meer info Na het verhelpen van een papierstoring is er meer vastgelopen papier gedetecteerd. Open de zijklep tttttt om te zien of zich daar vastgelopen papier bevindt.
BIJLAGE B – MENUSYSTEEM De bovenste functiemenu's zijn: > > > > > > > > > > Configuratie Pagina's afdrukken Afdrukken onderbreken Afdrukken hervatten Beveiligde taak afdr. Menu's Afsluiten Beheerdersinst. Kalibratie Afdrukstatistieken Het andere speciale, bovenste menu is: > System Maintenance (Systeemonderhoud) In de volgende tabellen vindt u een structuuroverzicht van de menu's Configuratie, Pagina's afdrukken, Beveiligde taak afdr. en Menu's, plus een aantal voorbeelden.
CONFIGURATIE PRINT PAGE COUNT ITEM WAARDE BESCHRIJVING Kleuren pagina nnnnnn Hiermee wordt het aantal afgedrukte pagina's in kleur weergegeven als equivalent van A4formaat. Monochroom nnnnnn Hiermee wordt het aantal afgedrukte pagina's in zwart-wit weergegeven als equivalent van A4formaat. Cassettem nnnnnn Hiermee wordt het totale aantal afdrukte pagina's uit lade m weergegeven, waarbij m een waarde is van 1 tot en met 5.
LEVENSDUUR ITEM WAARDE BESCHRIJVING xxxx drum Resterend nnn% Hiermee wordt de resterende levensduur van de xxxx EPcartridge weergegeven als een percentage, waarbij xxxx staat voor cyaan, magenta, geel of zwart. Band Resterend nnn% Hiermee wordt de resterende levensduur van de transportband weergegeven als een percentage. Fuser Resterend nnn% Hiermee wordt de resterende levensduur van de fusereenheid weergegeven als een percentage. xxxx toner (n.
PAPIERFORM. IN CASSETTE ITEM WAARDE BESCHRIJVING Cassettem, waarbij m een waarde is van 1-5 Executive Letter korte zijde Letter lange zijde Legal 14 Legal13,5 Tabloid Tabloid Extra Legal 13 A6 A5 A4 korte zijde A4 lange zijde A3 A3 Nobi A3 breed B5 korte zijde B5 lange zijde B4 Briefkaart Dubbele briefkaart Aangepast Hiermee wordt het papierformaat weergegeven dat in lade m is gedetecteerd.
ITEM WAARDE BESCHRIJVING Controller Firmware versie xx.xx Hiermee wordt het versienummer van de controllerfirmware weergegeven. Gelijk aan Controller Firmware versie in het menuoverzicht. Engine Firmware versie xx.xx.xx Hiermee wordt het versienummer van de enginefirmware weergegeven. Gelijk aan Engine Firmware versie in het menuoverzicht. Totaal geheugen xx MB Hiermee wordt de totale hoeveelheid RAMgeheugen weergegeven die in de printer is geïnstalleerd.
4. Druk op pijl-omhoog of pijl-omlaag totdat Print Page Count is geselecteerd. 5. Druk op Enter om deze optie te selecteren. 6. Druk op pijl-omhoog of pijl-omlaag totdat Monochroom is geselecteerd. 7. Druk op Enter om het aantal afgedrukte pagina's in zwart-wit weer te geven. 8. Druk op de knop Online om de menumodus te verlaten en terug te gaan naar de status waarin de printer gereed is voor afdrukken.
ITEM WAARDE BESCHRIJVIN G Voorbeeldpagina (alleen schijf) Uitvoeren Hiermee wordt een voorbeeldpagina afgedrukt. Verbruiksrapport (alleen schijf) Uitvoeren Hiermee wordt het verbruiksrapport afgedrukt. Statistiekenlogboek (alleen schijf) Uitvoeren Hiermee worden de gegevens in het Okitakenlogboek afgedrukt. Foutenlogboek Uitvoeren Hiermee wordt het foutenlogboek afgedrukt. Emaillogboek (alleen schijf) Uitvoeren Hiermee wordt het e-maillogboek afgedrukt.
6. Wanneer de afdruk is voltooid, keert de printer terug naar de status waarin de printer gereed is voor afdrukken. BEVEILIGDE TAAK AFDR. ITEM WAARDE BESCHRIJVING Invoeren nnnn Hier geeft u het wachtwoord op waarmee u de afdruktaken wilt beveiligen. Niet gevonden Beveiligde taak Afdrukken Verwijderen Druk beveiligde taken af (Beveiligde taak) of afdruktaken die op de harde schijf zijn opgeslagen. Wanneer u een beveiligd document afdrukt, wordt het van de harde schijf verwijderd.
MENU'S CASSETTECONFIGURATIE ITEM WAARDE BESCHRIJVING Papierinvoer Cassette 1 Cassette 2 Cassette 3 Cassette 4 Cassette 5 Universele cassette Hiermee wordt een invoerlade aangeduid. Dit is uitsluitend het geval wanneer lades 2– 5 zijn geïnstalleerd. Automatische ladewisseling AAN UIT Hiermee wordt de functie voor het automatisch wisselen van lade in- of uitgeschakeld.
ITEM WAARDE Configuratie cassettem, waarbij m een waarde is van 1-5 Papiersoort (notatie is gelijk voor alle lades) Papiergewicht BESCHRIJVING Gewoon Briefhoofd Transparanten Schrijfpapier Hergebruikt Kaarten Ruw Glanzend UserType1 UserType2 UserType3 UserType4 UserType5 Hiermee wordt de papiersoort voor lade m ingesteld. Auto Licht Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld zwaar Zwaar Ultrazwaar Ultrazwaar Ultrazwaar Hiermee wordt het papiergewicht voor lade m ingesteld.
ITEM WAARDE BESCHRIJVING Config univ cassette Papierformaat A3 Nobi A3 breed A3 A4 korte zijde A4 lange zijde (A) A5 A6 B4 B5 korte zijde B5 lange zijde Legal 14 Legal 13,5 Tabloid Extra Tabloid Letter korte zijde Letter lange zijde (L) Executive Aangepast Com-9-envelop Com-10envelop MonarchEnvelop DL-envelop Liggend Briefkaart Dubbele briefkaart C5 C4 Envelop Indexkaart Hiermee wordt het papierformaat voor de universele lade ingesteld.
ITEM WAARDE Config univ cassette Papiersoort Gewoon Briefhoofd Transparanten Etiketten Schrijfpapier Hergebruikt Kaarten Ruw Glanzend Envelop UserType1 UserType2 UserType3 UserType4 UserType5 Hiermee wordt de papiersoort voor de universele lade ingesteld. Papiergewicht Auto Licht Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld zwaar Zwaar Ultrazwaar Ultrazwaar Ultrazwaar Hiermee wordt het papiergewicht voor de universele lade ingesteld.
SYSTEEMAANPASSING ITEM WAARDE BESCHRIJVING Tijd energiespaarst. 5 minuten 15 minuten 30 minuten 60 minuten 240 minuten Hiermee wordt ingesteld na hoeveel tijd de functie voor energiebesparing actief wordt. Verwijderbare waarschuwing Online Taak Wanneer Online is geselecteerd, moet u de waarschuwing handmatig verwijderen door op de knop Online te drukken. Wijzig de instelling in Taak als u wilt dat de waarschuwing automatisch wordt verwijderd wanneer er een nieuwe afdruktaak is ontvangen. Autom.
ITEM WAARDE BESCHRIJVING Toner bijna op Doorgaan Stoppen Hiermee wordt bepaald hoe de printer reageert wanneer er onvoldoende toner is. Doorgaan: de printer gaat door met afdrukken en blijft online. Stoppen: de printer stopt met afdrukken en gaat offline. Herstel papierstoring AAN UIT Aan: wanneer de papierstoring is verholpen, wordt het afdrukken voortgezet vanaf de pagina's die waren vastgelopen. Uit: de afdruktaak wordt geannuleerd, dus ook de vastgelopen pagina's. Afdrukpos. aanpas. X-pos.
ITEM WAARDE Afdrukpos. aanpas. Duplex x-pos. aanp. BESCHRIJVING 0,00 +0,25 – +2,00 -2,00 – -0,25 mm 0,00 +0,01 – +0,08 -0.08 – 0,25mm Duplex y-pos. aanp. 0.00 +0,25 – +2,00 -2,00 – -0,25 mm 0,00 +0,01 – +0,08 -0.08 – -0.01 in Tijdens het afdrukken van de achterkant van een dubbelzijdige afdruk wordt hiermee de positie van de totale afdruk bijgesteld (met intervallen van 0,25 mm) haaks op de richting waarin het papier zich beweegt (in dit geval horizontaal).
ITEM WAARDE BESCHRIJVING Zwartinst. papier 0 +1 – +2 -2 – -1 Deze instelling wordt tijdens het afdrukken van zwart op gewoon papier gebruikt om zeer fijne aanpassingen te doen als de afgedrukte pagina's zichtbaar vaag zijn of kleine vlekjes (of streepjes) vertonen. Hierbij wordt de waarde verlaagd bij kleine vlekjes (of streepjes) of bij vlekkerige resultaten in afdrukgebieden met een hoge dichtheid. Kleurinst.
ITEM WAARDE BESCHRIJVING Reinigen van drums Aan Uit Hiermee wordt een cartrigde vóór het afdrukken uitgeschakeld om horizontale witte strepen te beperken. De levensduur van de EP-cartridge wordt hierdoor verkort. Hex. dump Uitvoeren Hiermee worden de gegevens die van de host-pc zijn ontvangen, afgedrukt in hexadecimale code. VOORBEELD 1 MENU MENU'S – TRANSPARANTEN IN LADE 1 Als u transparanten wilt afdrukken vanuit lade 1, gaat u als volgt te werk: 1.
12. Controleer of er een sterretje (*) naast Transparanten wordt weergegeven. 13. Druk op de knop Online om de menumodus te verlaten en terug te gaan naar de status waarin de printer gereed is voor afdrukken. VOORBEELD 2 MENU MENU'S – PAPIERFORMAAT UNIVERSELE LADE Als u het papierformaat voor de universele lade wilt instellen, gaat u als volgt te werk: 1. Controleer of het LCD-scherm aangeeft dat de printer gereed is voor afdrukken. 2.
INDEX A aanbevolen papier ........................ accessoires .................................. bestelgegevens ................... 68, installeren ............................... afdrukken .................................... Afdrukstatistieken ................... 111 Afsluiten ................................ 111 Beheerdersinst. ...................... 111 Beveiligde taak afdr. ........111, 118 Configuratie ....................111, 112 gebruiken ................................46 Info afdrukken..........
S Shutdown/Restart, knop ................ 42 slechte afdrukken ......................... 99 software ...................................... 28 specificaties ................................107 V verbruiksmaterialen bestelgegevens ........................ 56 vervangen...............................
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07057507 iss.