C9850 Series Snelle gebruikershandleiding C9850hdn C9850hdtn C9850 MFP TM C9000
VOORWOORD Alles is in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in dit document volledig, accuraat en recent is. Oki aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van fouten die buiten de macht van Oki liggen. garandeert ook niet dat wijzigingen die andere fabrikanten aanbrengen in software en apparaten waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, niet van invloed zijn op de toepasselijkheid van de informatie.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Eerste hulp bij ongevallen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Milieu-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Eenvoudige kopieën maken . . . . . . . . . . . . . . . Meer papier besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 . . . . . . . . . . . . .38 . . . . . . . . . . . . .38 . . . . . . . . . . . . .40 Scannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP! EN WAARSCHUWING! OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
OVER DEZE HANDLEIDING DOCUMENTATIEPAKKET Deze handleiding maakt deel uit van een pakket online en gedrukte documentatie dat u vertrouwd helpt raken met uw product en de vele krachtige functies optimaal helpt gebruiken. Deze documentatie is hieronder ter referentie samengevat en is te vinden op de cd met handleidingen, tenzij anders vermeld.
INLEIDING Van harte gefeliciteerd met een product van de C9850 Series! Van de C9850 Series-modellen, namelijk de C9850hdn, de C9850hdtn en de C9850MFP, is de C9850MFP het meest veelzijdige model. Met functies voor afdrukken, scannen, kopiëren en faxen in één product heeft de C9850MFP alles wat u kunt verwachten van een multifunctioneel product (MFP).
> C9850hdtn Zonder scanner en steun heeft dit product alle functies van de C9850MFP, behalve de MFP-functies voor kopiëren, scannen en faxen. > C9850hdn Dit product heeft alle functies van de C9850hdtn, behalve de HCF.
OVERZICHT VAN DE FUNCTIES Uw product heeft de volgende belangrijke functies: C9850HDN, C9850HDTN > digitale LED-technologie met enkele doorvoer voor hoge snelheid en hoge betrouwbaarheid; > ProQ4800 Multilevel-technologie en ware resolutie van 1200 x 1200; > EFI Fiery-technologie voor hoge afdrukkwaliteit en documentbeheermogelijkheden; > 1 GB RAM voor de ondersteuning van complexe afdruktaken; > automatische kleurbalans voor consistente afdrukken van hoge kwaliteit; > automatische materiaaldete
KENNISMAKING MET HET PRODUCT OPMERKING Ter verduidelijking wordt altijd de C9850MFP getoond, hoewel u mogelijk een van de andere C9850 Series-producten bezit. SYSTEEMEENHEDEN De belangrijkste systeemeenheden staan hieronder: 2 4 3a 3 1 1a 1. Printer met standaardinvoerlade (lade 1) (bovenste) en extra HCF met drie laden (1a), dus in totaal vier laden. 2.
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN PRINTER 4 2 5 3 1 6 1. Bij de printer geleverde lade 1 (papierlade) bevat het af te drukken papier (maximaal 530 vel). 2. Universele lade kan papier van een groot aantal soorten afmetingen en gewichten bevatten, bijvoorbeeld aangepast formaat, bannerpapier, enveloppen, etiketten of transparanten. 3. Het bedieningspaneel wordt gebruikt om de printer te bedienen, geeft de resterende levensduur van de toner aan en toont informatie over probleemoplossing. 4.
7 8 9 10 11 12 7. EP-cartridge en tonercartridge (cyaan). 8. EP-cartridge en tonercartridge (magenta). 9. EP-cartridge en tonercartridge (geel). 10. EP-cartridge en tonercartridge (zwart). 11. Tonercartridge. 12. EP-cartridge. 13. Fuser voor het fixeren van de toner op het papier om het vereiste afgedrukte beeld te leveren.
15 14 16 14. Hendel van EP-cartridgehouder voor ontgrendeling en vasthouden van cartridgehouder. 15. Cartridgehouder waarmee de vier EP-cartridges en de tonercartridges omhoog kunnen worden gezet voor toegang tot de transportband en het oplossen van bijvoorbeeld papierstoringen. 16. Transportband voor het transport van het papier onder de toner-/EP-cartridges. SCANNER 1 2 4 3 1. ADF (Automatic Document Feeder ) voor het kopiëren of scannen van maximaal 100 vel A4 (of 50 vel A3). 2.
4. Het drukgevoelige scherm gebruikt u voor input en de weergave van de statusinformatie voor kopieer-, scan- en faxbewerkingen. BEDIENINGSPANELEN De twee bedieningspanelen, één op de scanner en één op de printer, vullen elkaar aan en functioneren als onderdelen van het totale MFP. Het bedieningspaneel van de printer is hoofdzakelijk gericht op bediening en status van de afdrukfunctie terwijl het bedieningspaneel van de scanner is gericht op bediening en status van de kopieer-, scanen faxfuncties.
6. Knop Online Hiermee schakelt u van online (printer is gereed om gegevens te ontvangen) naar offline (printer is niet gereed om gegevens ontvangen) en terug. 7. Knop Cancel Hiermee wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. 8. Knop Help Hiermee krijgt u tekst of afbeeldingen als aanvulling op de informatie die op het LCDscherm wordt weergegeven. BEDIENINGSPANEEL VAN DE SCANNER 1b 1 1a 2 3 SCAN FAX TO NETWORK TO MAILBOX TO HOLD QUEUE SEND ME 5 4 6 1.
3. Aanvullende functieknoppen INTERRUPT (Onderbreken): Door op deze knop te drukken schakelt u de onderbrekingsmodus in. Als de modus is ingeschakeld, brandt het bijbehorende lampje. Als een lange afdruktaak wordt uitgevoerd en u een kopie moet maken, gebruikt u deze knop om de onderbrekingsmodus te starten. De afdruktaak wordt niet onmiddellijk gestopt. In plaats hiervan wordt de taak voortgezet totdat u op de knop START drukt om de kopieertaak te starten.
DE PRINTER IN- EN UITSCHAKELEN LET OP! Zet de scanner niet uit terwijl er een scantaak wordt uitgevoerd. DE PRINTER UITSCHAKELEN 1. Printer Druk op de knop Shutdown/Restart (1) op het bedieningspaneel en houd deze ingedrukt om de printer af te sluiten. 1 2. Scanner Als op het LCD-scherm van de scanner wordt aangegeven dat de scanner is afgesloten, kan worden uitgezet met de scanner met de Aan/Uit-knop (1). 1 3. Gebruik de Aan/Uit-knop om de printer uit te schakelen. Dit kan even duren.
DE PRINTER INSCHAKELEN 1. Scanner Zet de scanner aan met de Aan/Uit-knop (1). 1 OPMERKING Wanneer op het LCD-scherm wordt aangegeven dat u de printer kunt uitschakelen of opnieuw kunt starten, drukt u op de knop Shutdown/Restart om de printer in te schakelen. 2. Als de printer is uitgeschakeld (geen stroom), gebruikt u de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. Dit kan even duren. 3. Zelfs als u de printer alleen voor afdruktaken gebruikt, moet u controleren of de scanner is ingeschakeld.
DE BOVENKLEP VAN DE PRINTER OPENEN EN SLUITEN 1. Druk op de hendel (1) van de scannerstandaard en duw de scanner daarna voorzichtig zo hoog mogelijk omhoog. Zorg ervoor dat de standaard stevig is vergrendeld. 1 2. Als u de bovenklep van de printer wilt openen, duwt u op de hendel (1) om de vergrendeling op te heffen en tilt u de kap omhoog. 1 LET OP! Open de klep volledig om er zeker van te zijn dat u voldoende ruimte hebt en de printer niet per ongeluk beschadigt. 3.
4. Druk de hendel (1) van de scannerstandaard in en laat de scanner vervolgens naar het laagste punt zakken. Zorg ervoor dat de standaard stevig vast zit op zijn plaats.
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt het beste resultaat als u standaardpapier van 75 – 90 g/m² gebruikt dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters.
PAPERINVOER EN -UITVOER In de volgende tabel ziet u welke papiersoorten geschikt zijn voor de invoerlades (lade 1 tot en met lade 4 (van bovenaf genummerd) en universele lade) en stapelaars (afdrukzijde omlaag en afdrukzijde omhoog).
SOORT SIZE (GROOTTE) GEWICHT Etiketten A4, Letter, B5 0,1 – 0,2 mm INVOER/ UITVOER Universele lade Stapelaar afdrukzijde omhoog Transparanten A4, Letter 0,1 – 0,11 mm Glanzend papier Lade 1 of universele lade Stapelaar afdrukzijde omhoog LADES EN STAPELAARS LADE 1 – 4 Lade 1 is de standaardlade voor de invoer van blanco papier en heeft een capaciteit van 530 vel van 80 g/m². Lades 2 tot en met 4 hebben een totale capaciteit van 2120 vellen papier van 80g/m².
STAPELAAR AFDRUKZIJDE OMHOOG Als u de stapelaar aan de linkerkant van de printer wilt gebruiken, moet u dit openen en de papiersteun uittrekken. (Als het stuurprogramma is ingesteld voor afdrukzijde omlaag, worden de afdrukken in de stapelaar voor afdrukken omlaag geplaatst, ongeacht of de stapelaar voor afdrukzijde omhoog is geopend of gesloten.) Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 200 vel standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten tot maximaal 300 g/m².
VOORBEELDEN VAN HET PLAATSEN VAN PAPIER IN LADES EN STAPELAARS Hoewel uw apparaat is ontworpen voor probleemloze werking als uitgangspunt, is het belangrijk dat u het papier correct plaatst om te voorkomen dat het vastloopt: > Waaier altijd het papier uit en tik met de zijden op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken voordat u het papier plaatst. > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif.
3. Plaats de lade voorzichtig terug in de printer. De universele lade gebruiken 1. Druk op de hendel (1) en open de universele lade. 1 2. Open de lade en trek de papiersteun uit (2). 3. Stel de papiergeleiders (3) in op het gewenste papierformaat. 3 2 4. Plaats het papier. > Voor enkelzijdig afdrukken op briefhoofdpapier plaatst u het papier in de universele lade met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand in de printer.
> Enveloppen moeten worden geplaatst met de afdrukzijde omhoog en de lange kant in de printer. Selecteer voor enveloppen niet de optie voor dubbelzijdig afdrukken. > Laat geen ruimte tussen het papier en de geleiders. > Plaats niet meer dan ongeveer 230 vel van 80 g/m², 50 vel van 330 g/m², 100 transparanten of 25 enveloppen. De maximale stapelhoogte is 25 mm.
2. Klap de papiersteun uit (2) en draai steunen van het verlengstuk uit (3). 2 3 SCANNER De automatische documentinvoer (ADF) kan maximaal 50 vel A3 (of 100 vel A4) met een gewicht van 60 – 105 g/m² verwerken. De glasplaat is geschikt voor papierformaten van maximaal A3-formaat. De documentklep kan open blijven staan om zo ook dikkere boeken te kunnen scannen.
3. Voer het document met de tekst aan de bovenkant ver genoeg in de automatische documentinvoer om de papiergeleider (1) zo in te stellen dat het document midden in de automatische documentinvoer komt te liggen. 1 4. Plaats het document voorzichtig in de automatische documentinvoer.
AFDRUKKEN WAT IS EEN PRINTERSTUURPROGRAMMA? Een printerstuurprogramma beheert de afdrukcommunicatie tussen uw toepassing en de printer. Het programma interpreteert de instructies die door de toepassing worden gegenereerd, voegt die instructies samen met printerspecifieke opties die u hebt ingesteld en vertaalt al deze informatie in een taal die de printer begrijpt. Uw printer wordt met twee soorten stuurprogramma's bestuurd, namelijk PCL (Printer Control Language) en PS (PostScript).
AANBEVELINGEN OPMERKING Zowel PCL- als PS-stuurprogramma's worden voor Windows-omgevingen geleverd, terwijl alleen het PS-stuurprogramma voor Mac-omgevingen wordt geleverd. Als u kunt kiezen: > Gebruik het PCL-stuurprogramma voor alledaagse tekst- en kantoordocumenten. De bijgeleverde PCL5c- en PCL6-stuurprogramma's lijken sterk op elkaar. PCL6 produceert een betere afdrukkwaliteit, maar posters of watermerken afdrukken is niet mogelijk. Dit kan wel met PCL5c.
DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA WIJZIGEN Windows XP/2000 1. Klik op Start > Settings > Printers en faxapparaten om het venster Printers en faxapparaten te openen. 2. Klik in het venster Printers en faxapparaten met de rechtermuisknop op het pictogram van het juiste printerstuurprogramma en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het contextmenu. Windows Vista 1. Klik op Start > Configuratiescherm > Printers om het venster Printers en faxapparaten te openen. 2.
EEN PCL-STUURPROGRAMMA GEBRUIKEN Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het stuurprogrammavenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor dit document kunt opgeven. 1 2 3 4 5 6 7 1. Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde formaat hebben als het papier dat in het MFP. is geladen. 2.
EEN PS-STUURPROGRAMMA GEBRUIKEN Wanneer u op de knop Eigenschappen (Windows) of Printer: (Mac) klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken/Druk af van uw toepassing, wordt het stuurprogrammavenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor dit document kunt opgeven. 1 3 2 4 1. Onder Orientation wordt de afdrukstand ingesteld op Portrait (Staand) of Landscape (Liggend). Met de optie "Rotated Landscape" (Liggend gedraaid) wordt het papier 90 graden tegen de klok in gedraaid. 2.
DE APPARAATOPTIES IN HET STUURPROGRAMMA INSTELLEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ervoor zorgt dat het printerstuurprogramma alle hardwarefuncties in uw printer kan gebruiken. Accessoires zoals een harde schijf, duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken), extra papierladen en dergelijke, kunt u alleen gebruiken als het printerstuurprogramma 'weet' dat ze er zijn. In sommige gevallen wordt de hardwareconfiguratie van uw printer automatisch gedetecteerd wanneer het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
MAC OSX 1. Open het hulpprogramma Printerinstellingen en controleer of uw printermodel is geselecteerd. 2. Choose Printers > Toon info > Installeerbare opties. 3. Selecteer alle hardwareopties die gelden voor uw printer en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
KOPIËREN Tijdens het kopieerproces worden documenten die u wilt kopiëren eerst met de scanner (glasplaat of automatische documentinvoer (ADF)) gescand, waarna de kopieën automatisch door de printer worden afgedrukt. In dit hoofdstuk leggen we uit hoe u enkelzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) A4documenten kopieert in kleur of zwart-wit. DE PROCEDURE 1. Controleer of het MFP in de Kopieermodus staat. 2. Plaats de te kopiëren documenten in de scanner. 3.
1. De modus Kopiëren is de standaardfunctie van de printer. Als het MFP nog niet in de Kopieermodus staat, drukt u indien nodig op de knop COPY (Kopiëren) op het bedieningspaneel van de scanner om het scherm Kopiëren te openen. 2. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het plaatsen van documenten die u wilt kopiëren. Raadpleeg de instructies voor het plaatsen van documenten pagina 29 en pagina 30.
3. Op het drukgevoelig scherm Kopieermodus: 3 2 1 OPMERKING Tenzij u specifiek een instelling moet wijzigen, laat u de standaardwaarde op AUTO staan. 4. (a) Druk op de knop Enkelz. / dubbelz. (1) en selecteer Simplex (enkelzijdig) of Duplex (dubbelzijdig) voor respectievelijk enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken. (b) Druk op de knop Kleurmodus (2) en selecteer Kleur of Zwart-wit. (c) Gebruik de numerieke toetsen naast het drukgevoelige scherm om het aantal kopieën in te stellen (3).
SCANNEN De scanfuncties die hieronder worden uitgelegd, zijn toegankelijk met de knop SCAN (Scannen) of de knop SCAN TO E-MAIL (Scannen naar e-mail). Knop SCAN (Scannen): > FTP-server: een origineel document wordt gescand en de gegevens worden verzonden naar een FTP-server. > SMB (Server Message Block): een origineel document wordt gescand en de gegevens worden verzonden naar client-pc. > Postvak: een origineel document wordt gescand en de gegevens worden opgeslagen in een postvak.
SCANNEN NAAR E-MAIL 1. Druk op de knop SCAN TO E-MAIL (Scannen naar e-mail) om het scherm van de modus Verzenden via e-mail te openen (het tabblad Adres is standaard ingesteld). 1 2 6 3 7 4 8 5 2. Druk op de knop Aan (1) en voer een e-mailadres in met één van de volgende toetsen: > Adresboek (2): selecteer een e-mailadres uit de lijst met opgeslagen adressen. > LDAP (3): geef de gebruikersnaam of het e-mailadres op dat u wilt zoeken.
4. Druk indien nodig op de knop Van (8) en gebruik de knop Adresboek (2) of Toetsenbord (4) om de gegevens van de afzender in te voeren, en druk op de knop OK. 5. Raak het tabblad Berichttekst aan. 1 2 6. (a) Druk op de knop Onderwerp (1), geef het onderwerp van de e-mail op met het toetsenbord en druk vervolgens op de knop OK. (b) Druk op de knop Bericht bewerken (2), geef het e-mailbericht op met he toetsenbord en druk vervolgens op de knop OK. Raak het tabblad Bijlagen aan.
Selecteer Uit om het gescande beeld als bijlage te verzenden. Selecteer Aan om het gescande beeld als URL te verzenden. (c) Om toegang te krijgen tot de meer geavanceerde instellingen, kunt u op de knop Geavanceerde instellingen (7) drukken. 7. Plaats het te scannen document op de glasplaat of in de automatische documentinvoer. 8. Druk op de knop START.
FAXEN Tijdens het faxproces worden documenten die u wilt faxen worden eerst met de scanner (glasplaat of automatische documentinvoer (ADF)) gescand, waarna de kopieën automatisch via de fax worden verzonden. U kunt een fax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de scanner van het MFP. Als de optionele faxkaart is geïnstalleerd, kunt u faxen verzenden vanaf de pc. Raadpleeg de Uitgebreide gebruikershandleiding voor details.
Bijvoorbeeld met het toetsenbord 1 3. 2 (a) Voer een adres in via het toetsenbord. (b) Druk op de knop Toevoegen (1) om dit adres toe te voegen aan de lijst. (c) Herhaal stap (a) en (b) om de adreslijst te maken. (d) Druk op OK (2) om de lijst met adressen in het doelveld Aan te zetten. Op het tabblad Details: 1 2 3 (a) Druk op de knop Van (1) en geef de informatie van de afzender op in het veld Van via het toetsenbord. (b) Druk op de knop OK.
4. Op het tabblad Eigenschappen: 1 2 3 4 5 U kunt een keuze maken uit de volgende functies: NR. KENMERK OPTIES BESCHRIJVING 1 Origineel formaat Auto, 8,5 x 11, 8,5 x 11R, 8,5 x 13, 8,5 x 14, A4, A4R Hiermee kunt u het formaat van het gescande document bepalen. 2 Resolutie Standaard, Fijn, Foto Hier kunt u de scanresolutie voor het document specificeren. Hierdoor is een automatische (vooraf ingestelde) verbetering van de beeldkwaliteitinstellingen mogelijk.
OPTIONELE ACCESSOIRES BESTELGEGEVENS In de volgende tabel staan de verkrijgbare optionele accessoires, de systeemrelevantie (C9850hdn, C9850hdtn, C9850MFP) en het bijbehorende bestelnummer.
SPECIFICATIES C9850 N31202B PRINTER ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 599 x 633 x 471 mm (BxDxH) Gewicht Zonder opties 76 kilo Afdruksnelheden 36 ppm kleur, 40 ppm zwart-wit Resolutie 1200 x 1200 dpi (ProQ 4800 Multileveltechnologie) Emulaties PCL 5c, PCL XL, SIDM, PostScript 3 Geheugen 1 GB (max.
SCANNER ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 670 x 690 x 370mm (BxDxH) Gewicht Inclusief ADF: 23,4 kilo Voedingsbron Invoer: 100 – 240 V, 47 – 63 Hz (AC-adapter) Uitvoer: 24 V gelijkspanning, 4,0 A Stroomverbruik Werkend: Maximaal 75 W Stand-by: Maximaal 48 W Energiebesparing: Maximaal 8,1 W Omgevingsfactoren Werkend: 10 – 35°C/10 – 85% relatieve vochtigheid Opslag: -20 – 70°C/10 – 90% relatieve vochtigheid Scansnelheid (ADF) 36 ppm kleur, 40 ppm zwart-wit (300 x 300 dpi) Scangebied (ADF) Maximaal
INDEX A aanbevolen papier................. 22 accessoires bestellen ........................... 48 installeren ......................... 48 Afdrukinstellingen opslaan ............................. 34 Afdrukstand staand of liggend .............. 35 Afdrukvolgorde uitvoervak met afgedrukte zijde naar boven of beneden ......................... 35 B Boekje afdrukken PCL-emulatie .................... 34 PostScript-emulatie .......... 35 C cancel (annuleren), knop ...... 16 D documentatieoverzicht ............
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07081013 iss.