Operation Manual

- 54 -
3. Standaardfuncties
Basishandelingen op het bedieningspaneel
Deze paragraaf beschrijft het bedieningspaneel van het apparaat.
Namen en Functies
Numerieke toetsenblok gebruiken voor invoer
Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel.
Namen en Functies
Nr. Naam Functie
1 Weergavescherm Op dit scherm worden de status van de printer of instructies weergegeven.
2 ONLINE Hiermee schakelt u tussen ONLINE en OFFLINE.
3 ANNULEREN Hiermee annuleert u onmiddellijk de huidige afdruktaak.
4 ENTER Hiermee kiest u het gemarkeerde item.
5 , Hiermee geeft u de menu-opties weer.
Hiermee selecteert u een menu-optie of scrolt u door het scherm.
6 TERUG Keert terug naar het vorige scherm.
7 HELP Hiermee geeft u het scherm Help weer. Om het scherm Help te sluiten, drukt
u opnieuw op de knop (HELP) of drukt u op de knop (VORIGE) of
(ANNULEREN).
8 ENERGIESPAARSTAND Hiermee zet u het apparaat in de energiespaarstand of haalt u het
apparaat uit de energiespaarstand.
Hiermee haalt u het apparaat uit de slaapstand.
Deze knop licht groen op in de energiespaarstand en knippert groen in de
slaapstand.
9 Numerieke toetsenblok Hiermee voert u cijfers in.
Hiermee voert u alfabetische tekens en symbolen in.
Gebruik het numerieke toetsenblok om een wachtwoord in te voeren.
10 WISSEN Hiermee wist u de ingevoerde waarde.