Operation Manual

- 64 -
3. Standaardfuncties
6
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven omhoog totdat de hoek de
papier invoer ingang raakt.
Plaats geen papier boven de aanduiding " " markering.
Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop (Energiespaarstand) om de printer uit
deze stand te halen.
7
Druk op het bedieningspaneel op de knop of om [Setting (Instelling)] te
selecteren en druk op de knop (ENTER).
8
Selecteer [Paper Setup (Papierinstellingen)] en druk vervolgens op de knop
(ENTER).
9
Selecteer de universele cassette en druk vervolgens op de knop (ENTER).
10
Stel [Paper Size (Papierformaat)] in.
11
Stel [Media Type (Papiersoort)] in.
12
Stel [Media Weight (Papiergewicht)].
13
Druk op de knop (ONLINE) om terug te gaan naar het stand-byscherm.
Laad geen papier in verschillende formaten, soorten of gewichten.
Wanneer u vellen papier toevoegt, haalt u het geplaatste papier uit de universele cassette, legt u beide stapels papier
netjes op elkaar en plaatst u deze stapel opnieuw in de cassette.
Plaats geen voorwerpen, behalve papier, in de MP-lade.
Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven.
In een kast of op een andere droge en donkere plaats
Op een vlak oppervlak
Temperatuur: 20°C
Vochtigheid: 50% RV (relatieve vochtigheid)
Sla geen papier op in onderstaande plaatsen:
Rechtstreeks op de vloer
Waar het papier wordt blootgesteld aan direct zonlicht
In de buurt van de binnenzijde van een buitenmuur
Op een oneffen oppervlak
Op een plaats waar statische elektriciteit kan worden opgewekt
Waar de temperatuur veel te hoog oploopt en de temperatuur snel verandert
Nabij deze machine, airconditioner, verwarming of leiding
Pak papier niet uit totdat u het gaat gebruiken.
Laat papier niet voor een lange tijd uitgepakt achter. Door dit te doen kan resulteren in print problemen.
Afhankelijk van het gebruikte papier voor de afdrukken, de omgeving en opslagomstandigheden kan de
afdrukkwaliteit verminderen of zijn de afdrukken gekruld.
Papieropslag