Operation Manual
De netwerkinstellingen configureren
-83-
Instellen
1
19 Selecteer [Enter] en druk vervolgens op
.
20 Configureer andere items, indien nodig.
21 Druk op om de instellingen te
registreren.
De installatie voor Scannen naar netwerk-pc is
voltooid.
Meer info
Raadpleeg "Scannen naar netwerk-pc" p. 119 voor meer
informatie over het gebruik van Scannen naar netwerk-pc.
Profielen beheren
Om Scannen naar netwerk-pc, Automatische
levering of de functie Verzendgegevens opslaan
(alleen voor MB491/MB491+LP/ES4191 MFP/
MPS4200mb/ MPS4700mb) uit te voeren, moet
een profiel voor elke bestemming worden
aangemaakt. U kunt maximaal 50 profielen
registreren.
Meer info
Raadpleeg "Een profiel voor Scannen naar netwerk-pc
aanmaken" p. 82
Een profiel aanpassen
1 Druk op de toets <SETTING
(INSTELLING)> op het
bedieningspaneel.
2 Druk op om [Profiel] te selecteren en
druk vervolgens op .
3 Druk op om het aan te passen profiel
te selecteren en druk vervolgens op .
4 Druk op om [Wijzig] te selecteren en
druk vervolgens op .
5 Druk op om het aan te passen item te
selecteren en druk vervolgens op .
6 Pas het item aan.
7 Selecteer [Enter] en druk vervolgens op
.
8 Als u meer dan een item wilt aanpassen,
herhaal dan stap 5 en 7.
9 Druk op om de instellingen te
registreren.
Een Profiel verwijderen
1 Druk op de toets <SETTING
(INSTELLING)> op het
bedieningspaneel.
2 Druk op om [Profiel] te selecteren en
druk vervolgens op .
3 Druk op om het te verwijderen profiel
te selecteren druk vervolgens op .
4 Druk op om [verwijderen] te
selecteren en druk vervolgens op .
5 Druk op of om [Ja] te selecteren in
het bevestigingsbericht en druk
vervolgens op .
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK