Operation Manual

Basisprocedure voor Scannen naar faxserver
- 105 -
3
Faxen (alleen voor MB451, MB451w, MB471, MB471w, MB491,
MB491+, MB491+LP, ES4191 MFP, MPS4200mb, MPS4700mb)
Basisprocedure voor Scannen naar faxserver
Deze paragraaf geeft uitleg over basishandelingen voor gegevensverzending naar de faxserver.
Met de functie Faxserver kunt u faxgegevens als bijlage naar een e-mail verzenden. Een document
wordt gescand en geconverteerd naar een TIFF-bestand. De gegevens worden meteen na het scannen
verzonden zonder dat deze in het geheugen worden opgeslagen. U kunt alleen e-mailadressen als
bestemming specificeren.
De functie Scan naar faxserver dient ingeschakeld te zijn in de Admin-instellingen (zie de Geavanceerde
Gebruikershandleiding). Als de functie Scannen naar faxserver eenmaal is ingeschakeld wordt de
analoge fax uitgeschakeld voor het verzenden en ontvangen van berichten.
Memo
U kunt alleen documenten met het formaat A4, letter of legal in de ADF plaatsen, en alleen documenten met het formaat A4,
letter of legal (alleen MB491+LP/MPS4700mb) op de glasplaat leggen. U kunt geen mix van documentformaten plaatsen voor
faxverzending.
Afhankelijk van het apparaat van de ontvanger kan het zijn dat de documentgegevens die verzonden worden door de functie
Faxserver niet juist afgedrukt kunnen worden.
De gedetailleerde instellingen voor de functie Faxserver zijn hetzelfde als voor de functie Scannen naar e-mail. Raadpleeg voor
meer informatie de "Geavanceerde Gebruikershandleiding".
Meer info
Voordat u functie Faxserver gebruikt dient u de server te installeren. Raadpleeg "Scannen naar e-mail en Internetvax instellen"
p. 71 voor het instellen van de server.
Gegevens naar faxserver
verzenden
1 Druk op <FAX/HOOK
(FAX/HAAK)
> op
het bedieningspaneel.
2 Het origineel kan ingevoerd worden met
behulp van automatische
documentinvoer of de glasplaat.
3 Selecteer [Fax (Fax)] en druk vervolgens
op .
4 Stel de scanopties in zoals vereist.
Meer info
"Geavanceerde Gebruikershandleiding".
5 Zorg ervoor dat [voer bestemming in
(Add Destination)] geselecteerd is en
druk vervolgens op .
6 Specificeer het faxnummer van de
bestemming.
U kunt de bestemming specificeren door middel
van de Snelkieslijst, Groepslijst, Directe invoer of
Tx-geschiedenis.
7 Druk op de Start-toets om faxverzending
te starten.
Wanneer u meerdere documenten via de glasplaat
scant, schakel dan de Continu scanmodus in.
Meer info
"Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)"
p. 88.
De bestemming specificeren
U kunt de faxbestemming specificeren op elk van de
volgende vier manieren:
Met behulp van de snelkieslijst
Met behulp van de groepslijst
Met behulp van directe invoer
Met behulp van Tx-geschiedenis
Gebruik een van de volgende handelingen tijdens de
"Gegevens naar faxserver verzenden" p. 105 procedure.
OK
OK