MC560 Gebruikershandleiding
VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Eerste hulp bij ongevallen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Milieu-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Documenten verzenden naar een bestandsserver Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Basisbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geavanceerde bediening . . . . . . . . . . . . . . . Faxen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Basisbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geavanceerde bediening . . . . . . . . . . . . . . . Faxtaken annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Faxtaakrapporten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP! EN WAARSCHUWING! OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
INLEIDING Van harte gefeliciteerd met uw keus voor dit multifunctionele product (MFP) van Oki Printing Solutions. Dit apparaat is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor het met hoge snelheid afdrukken van heldere, levendige kleurenafbeeldingen en scherpe zwartwitpagina's op een aantal verschillende afdrukmedia.
ONLINE GEBRUIK Deze handleiding is bedoeld voor gebruik op het scherm met Adobe Reader. Maak hierbij gebruik van de functies voor navigatie en weergave van Adobe Reader. Er zijn twee manieren waarop u specifieke informatie kunt weergeven: > Klik in de lijst met bladwijzers linksonder op het scherm op het gewenste onderwerp om dat specifieke onderwerp weer te geven. (Als er geen bladwijzers worden weergegeven, gebruikt u 'Inhoudsopgave' op pagina 4.
OVERZICHT VAN HET MFP VOORAANZICHT 10 9 8 11 7 12 1 2 3 4 2 5 6 1. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vel papier van 80 g/m² bevatten. 2. Ontgrendelingsknopjes van de universele lade (drukken). 6. Universele lade (gesloten weergegeven). Deze lade wordt gebruikt voor zwaarder papier, enveloppen en andere speciale media. Indien nodig kan deze lade ook voor handmatige invoer van enkele vellen worden gebruikt. 3.
ACHTERAANZICHT Hier ziet u het verbindingspaneel en het uitvoervak aan de achterzijde. 13. AAN/UIT-knop. 17. Netwerkconnector 14. USB-interface 18. Lijnaansluiting Aansluiting voor het faxapparaat op de telefoonlijn. 15. Netsnoeraansluiting 16. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven 19. Tel.verbinding. Aansluiting voor de telefoonhandset (indien nodig).
HET BEDIENINGSPANEEL 1 2 3 4 5 6 7 13 9 11 12 10 8 17 15 14 16 18 19 20 KOPIEER- EN BELGEDEELTE 1. Zoomen Wordt gebruikt om de schaling in stappen van 1% te verhogen tot 400% en te verlagen tot -25%. U kunt ook kiezen uit de standaardpercentages. 2. oetsenblok Hiermee kunt u met één druk op de knop veelgebruikte of favoriete faxnummers bellen. 3. Toetsenblok Alfanumerieke toetsen: hiermee voert u het aantal kopieën, het faxnummer of het e-mailadres in.
1 2 3 4 5 6 7 13 9 11 12 10 8 17 15 14 16 18 19 20 STARTTOETS EN ANDERE TOETSEN 14. Menu Druk op deze knop om het menu voor de instelling van het MFP te openen. 15. Reset Druk op deze knop wanneer u de scanner weer wilt instellen op de standaardfabrieksinstellingen. 16. Power save Druk eenmaal op deze knop om het MFP in de slaapmodus te zetten (deze knop ingedrukt houden werkt niet). 17.
AAN DE SLAG LET OP! Zorg ervoor dat de scanner is ONTGRENDELD voordat u het apparaat gebruikt. 1. Open de documentklep. 2. Zet de vergrendelingshendel voor scannen op ONTGRENDELD. MFP-STUURPROGRAMMA'S EN HULPPROGRAMMA'S INSTALLEREN TWAIN- EN PRINTERSTUURPROGRAMMA'S LET OP! Om ervoor te zorgen dat de scanfunctie naar behoren werkt, moet u het TWAIN-stuurprogramma en vervolgens het printerstuurprogramma installeren voordat de computer aansluit. 1. Start Microsoft Windows. 2.
MFP NETWORK SETUP TOOL (MFP-HULPPROGRAMMA VOOR NETWERKINSTALLATIE) U vindt het MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie op de dvd Networking/Utilities in de map Utilities. Volg de instructies op het scherm op om de installatie van het installatiehulpprogramma te voltooien. Het MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie kan MC560-apparaten vinden via netwerkverbindingen. 1. Kies Bestand > Alle apparaten zoeken... om apparaten te zoeken en te installeren. 2. Klik op Zoeken. 3.
AANBEVOLEN PAPIER Het MFP kan allerlei afdrukmedia verwerken, inclusief papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75-90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters. Een geschikt type is Color Copy van Mondi.
UNIVERSELE LADE In de universele lade kunt u papier met dezelfde formaten gebruiken als in de cassetteladen, maar dan met een gewicht variërend van 75 g/m² tot 203 g/m². Voor heel zwaar papier moet u de uitvoerlade aan de achterzijde gebruiken. Als u deze stapelaar gebruikt, wordt het papier in een vrijwel rechte baan door het MFP geleid. In de universele lade kan papier met een breedte van 105 mm en een lengte van maximaal 1200 mm (voor het afdrukken van banners) worden gebruikt.
PAPIER IN DE PRINTER PLAATSEN CASSETTELADE 1. Haal de papierlade uit het MFP. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3). 1 2 3 3. Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer).
4. Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papierlade. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier. > Plaats geen beschadigd papier. > Plaats geen papier van verschillend formaat in de papierlade. > Trek de papierlade tijdens het afdrukken niet uit de printer.
UNIVERSELE LADE 1. Open de universele lade en druk de papiersteun (1) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. 3 1 2 2. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. > Voor afdrukken op voorbedrukt papier plaatst u het papier in de universele lade met de voorbedrukte zijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in het MFP. > Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst.
HET APPARAAT CONFIGUREREN.... MINIMALE CONFIGURATIEVEREISTEN Voor een optimaal gebruik van uw MFP hebt u de volgende configuratie nodig: Voor het verzenden van faxen: een telefoonlijnverbinding. Voor het verzenden van e-mails: > TCP/IP-netwerk > Een SMTP-server en optioneel een POP3-server Voor het archiveren van documenten via een intranet: > Omgeving met het FTP-, HTTP- of CIFS-protocol > Windows 2000, Windows XP, Windows Vista*, HTTP- of FTP-server. * CIFS wordt niet ondersteund.
Beschrijving: 1. DHCP ingeschakeld: Kies Ja als u de IP-/subnet-/gateway-adressen rechtstreeks van de DHCP-server wilt verkrijgen. Als u de instelling hebt gewijzigd van Uit in Aan, schakelt u de voeding van de scannermodule eerst uit en dan weer in. 2. IP-adres: Het IP-adres (Internet Protocol) dat de netwerkbeheerder aan het apparaat heeft toegewezen. 3. Subnetmasker: Het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen. 4.
1. Als u bestanden wilt uploaden, kiest u Extra > Upload 802.1x bestanden. 2. Selecteer het gewenste bestandstype in de lijst. Er wordt een pop-upvenster weergegeven. 3. Blader naar het bestand dat u wilt uploaden en druk op Openen. OPMERKING Na het uploaden van de bestanden moet u de computer opnieuw opstarten. FUNCTIES VOOR INTERNETCOMMUNICATIE Scannen naar e-mail Met het MFP kunt u uw gescande document verzenden naar e-mailadressen in het netwerk.
CONFIGURATIE Er is een aantal configuratieopties beschikbaar waarmee u de scanner-, fax- en printerinstellingen aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Er zijn drie manieren om het MFP te configureren: 1. Vanaf de webpagina van het MFP. 2. Vanuit de beheerprogramma's van het MFP (raadpleeg de gebruikershandleiding van het hulpprogramma voor netwerkinstallatie op de meegeleverde dvd).
....VANUIT HET BEHEERPROGRAMMA Als u dit nog niet hebt gedaan, installeert u het MFP Network Setup Tool (MFPhulpprogramma voor netwerkinstallatie) volgens de aanwijzingen in 'MFP Network Setup Tool (MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie)' op pagina 14. OPMERKING De beheerdersinstellingen (Administrative Settings) zijn geblokkeerd met een wachtwoord. Het is raadzaam dat de systeembeheerder een nieuw wachtwoord maakt, omdat dit apparaat bij levering geen specifiek wachtwoord heeft. ....
DE FAXFUNCTIE INSTELLEN DE EERSTE KEER INSTELLEN U moet de volgende parameters instellen voordat u de faxfunctie op het MFP kunt gebruiken: > Datum en tijd > Landcode > Station-id en -nummer Er zijn andere parameters die u indien nodig later kunt aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. Raadpleeg de faxinstallatietabel voor details (zie 'Geavanceerde setup' op pagina 25). Faxparameters instellen: 1. Druk op de knop Menu om het scherm met menu-instellingen weer te geven. 2.
4. Druk op OK om Invoer Snelkeuze te selecteren en druk op OK. 5. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG om naar het gewenste snelkeuzenummer (indexnummer) te bladeren en druk op OK. 6. Druk op OK, geef de naam van de faxontvanger op met het alfanumerieke toetsenblok en druk op OK. 7. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar het nummerveld te bladeren en druk op OK. 8. Geef het faxnummer van de nieuwe bestemming op en druk op OK. OPMERKING 1. De naam kan maximaal 32 tekens lang zijn.
Een snelkeuzenummer uit het telefoonboek verwijderen Verwijder als volgt een snelkeuzenummer uit het telefoonboek: 1. Druk op de knop Menu op het bedieningspaneel. 2. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Faxinstellingen te bladeren en druk opOK. 3. Druk op OK om Telefoonboek te selecteren. 4. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar Verwijder snelkeuze te bladeren en druk op OK. 5.
Het telefoonnummer toevoegen na verzending U kunt het apparaat zo instellen dat u wordt gevraagd of nieuwe faxnummers na verzending aan het telefoonboek moeten worden toegevoegd: 1. Druk op de knop Menu op het bedieningspaneel. 2. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Faxinstellingen te bladeren en druk op OK. 3. Druk op OK om Telefoonboek te selecteren. 4. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Telefoonnummer toevoegen te gaan en druk op OK. 5.
6. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar Interval opnieuw bellen te bladeren en druk op OK. 7. Kies het gewenste interval om opnieuw te bellen (tussen 1 en 6 minuten) en druk op OK. 8. Druk op Return om de nieuwe configuratie-instellingen op te slaan en het menu te verlaten. Handmatige ontvangst Wanneer u een inkomende oproep ontvangt, rinkelt het MFP totdat u op de knop Starten drukt om de fax te ontvangen. Activeer als volgt de optie voor handmatige ontvangst: 1.
5. Selecteer de gewenste responsinstelling en druk op OK. 6. Druk op Return om de nieuwe configuratie-instellingen op te slaan en het menu te verlaten. OPMERKING Manuele ontvangst moet ook zijn geactiveerd. Zie 'Handmatige ontvangst' op pagina 29. Het apparaat configureren....
BEDIENING Met zijn intuïtieve bedieningspaneel biedt dit multifunctionele product (MFP) veel gebruiksgemak. Als het apparaat eenmaal is geconfigureerd, is de bediening redelijk eenvoudig. OPMERKING Als de PIN-beperking is ingeschakeld voor één of voor alle MFP-functies, moet u eerst uw pincode opgeven. In de volgende gedeelten wordt het kopiëren van uw gescande document beschreven, wordt beschreven hoe u uw document verspreidt via internet en hoe u het document via de fax verzendt.
1. Als u meerdere pagina's hebt, waaiert u de pagina's uit om vastlopen van papier te voorkomen. De automatische documentinvoer kan maximaal 50 pagina's tegelijk bevatten. 2 1 3 2. Leg het document met de tekst naar boven gericht in de automatische documentinvoer en leg het zo dat de bovenkant van elke pagina het eerst wordt ingevoerd. 3. Stel de papiergeleiders (1) zo in dat het document in het midden van de automatische documentinvoer ligt. DOCUMENTEN OP DE GLASPLAAT PLAATSEN 1.
DOCUMENTEN VERZENDEN VIA E-MAIL BASISBEDIENING 8 3 1 5 2 4 6 7 Het lokale adresboek gebruiken 1. Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat (zoals hiervoor beschreven). 2. Druk op het bedieningspaneel bij Mode (1) op Verzenden. Het e-mailscherm wordt geopend. 3. Voer in het veld "Aan" het e-mailadres van de ontvanger in vanuit het adresboek. Druk daarvoor op Adresboek (2) op het bedieningspaneel.
5. Voer de te zoeken gegevens in met het toetsenblok (8) en druk op OK (4) om door te gaan. OPMERKING U kunt zoeken naar een naam en/of e-mailadres. Als u zowel een naam als een e-mailadres invoert, wordt de zoekopdracht uitgevoerd met beide parameters. Als u slechts één parameter invoert (een naam of e-mailadres), wordt de zoekopdracht uitgevoerd met alleen die parameter. De zoekresultaten worden weergegeven. 6.
GEAVANCEERDE BEDIENING Als u niet tevreden bent met het gescande beeld, kunt u dit verbeteren met de geavanceerde functies. OPMERKING De geavanceerde functies worden enkel voor illustratiedoeleinden weergegeven voor het bedieningspaneel van de scanner. U kunt de functies ook vinden op de webpagina en het MFP Network Setup Tool (MFPhulpprogramma voor netwerkinstallatie).
DOCUMENTEN VERZENDEN NAAR EEN BESTANDSSERVER Voordat u uw bestand naar een bestandsserver verzendt, moet u profielen opstellen om het proces te versnellen. Een profiel bevat een lijst met archiveringsparameters zoals uw archiveringsprotocol, de map, een bestandsnaam en andere scanparameters. U voegt een nieuw profiel toe op de webpagina van het apparaat of via het hulpprogramma voor netwerkinstallatie, dat u vanaf de meegeleverde dvd-rom kunt installeren en starten. 2 1 3 4 5 1.
KOPIËREN BASISBEDIENING 1 2 3 4 1. Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. 2. Druk indien nodig op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Kopiëren (1) om het scherm Kopiëren te openen. OPMERKING De standaard fabrieksinstelling is de modus Kopiëren. 3. Druk op Mono (2) om uw document(en) in zwart-wit te kopiëren of op Kleur (3) om uw document(en) in kleur te kopiëren.
De schaal wijzigen Het apparaat is ingesteld op 100% schaling. Als u het origineel wilt verkleinen of vergroten, kunt u het origineel met deze functie maximaal 400% vergroten of 25% verkleinen. U vergroot of verkleint het originele document als volgt: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op Kopiëren (1) om het scherm Kopiëren te openen. 2. Druk op de knop Selecteren (4) als u een vooraf ingestelde waarde van 100%, 25%, 50%, 70%, 141%, 200% en 98% (Passend maken op een blad) wilt selecteren. 3.
Dichtheid aanpassen Het apparaat is ingesteld op de normale dichtheid. Als uw origineel een groter of kleiner contrast heeft, kunt u de kwaliteit ervan verbeteren met de functie voor dichtheidsinstelling. U wijzigt als volgt de dichtheid: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Kopiëren om het scherm Kopiëren te openen. 2. Druk op de knop Aanvullende instellingen. 3. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Dichtheidsinstelling te bladeren en druk op OK. 4.
FAXEN BASISBEDIENING 5 4 9 3 6 1 2 7 8 Zoeken in het telefoonboek Zoek als volgt in de inhoud van het telefoonboek: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax (1) om het scherm Fax te openen. 2. Druk op de knop Adresboek (2). 3. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG (3) om door de lijst te bladeren en druk OK op om een item te selecteren. 4. Druk op Return als u klaar bent met uw selectie en terug wilt gaan naar het vorige scherm. Een fax naar één locatie sturen 1.
Handmatig opnieuw bellen Druk op het bedieningspaneel op de knop Opnieuw bellen (9) om het faxnummer van de laatste verzending (geslaagd of niet) weer te geven, en druk op de knop Mono (6) om een fax naar dit nummer te sturen. Fax ontvangen Uw MFP is ingesteld op automatische ontvangst van faxen. Als u dit wilt wijzigen in handmatige ontvangst, raadpleegt u 'Handmatige ontvangst' op pagina 29 voor details. OPMERKING Als het MFP een fax verzendt, worden binnenkomende faxen geweigerd.
Dichtheid aanpassen Het apparaat is ingesteld op de normale dichtheid. Als uw origineel een groter of kleiner contrast heeft, kunt u de kwaliteit ervan verbeteren met de functie voor dichtheidsinstelling. U wijzigt als volgt de dichtheid: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax om het scherm Fax te openen. 2. Druk op de knop Aanvullende instellingen. 3. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar Dichtheidsinstelling te bladeren en druk op OK. 4. Selecteer de gewenste dichtheid en druk op OK.
7. Druk op Mono om uw document te scannen en op te slaan voor verzending op het opgegeven tijdstip. Handmatige invoer Als u meerdere reeksen documenten vanaf de ADF of de scanner moet verzenden, schakelt u de optie 'Handmatige invoer' in. De fax instellen op handmatige invoer: 1. Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. 2. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax om het scherm Fax te openen. 3.
3. Druk op de knop Aanvullende instellingen. 4. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar de instelling Overzeemodus te bladeren en druk op OK. 5. Kies 'AAN' en druk op OK. 6. Druk op Return om het menu te verlaten en terug te gaan naar het faxscherm. 7. Druk op Mono om de documenten te verzenden. OPMERKING Als u klaar bent met faxen, keert het apparaat automatisch terug naar de vooraf ingestelde waarde. Uitzending U kunt een fax verzenden naar meerdere plaatsen tegelijk: 1.
3. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Faxtaken annuleren te bladeren en druk op OK. 4. Geef het wachtwoord van de beheerder op wanneer hierom wordt gevraagd en druk op OK. 5. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG om door de lijst met faxtaken te bladeren. 6. Druk op OK om de taken die u wilt verwijderen te selecteren. De geselecteerde rijen worden met een “*” gemarkeerd. 7. Druk op Return als u klaar bent met uw selectie en terug wilt gaan naar het bovenste scherm. 8.
SCANNEN BEDIENING VAN DE SCANNER 1. Start de scantoepassing. 2. Selecteer het menu File (Bestand) en kies Select Source (Bron selecteren). Als u de opdracht Select Source niet kunt kiezen in het menu File, controleert u in de gebruikershandleiding bij de toepassing hoe u de TWAIN-koppeling gebruikt. Er wordt een dialoogvenster met scanbronnen weergegeven. 3. Selecteer “MC560”. U hoeft slechts eenmaal de bron te kiezen, tenzij u een andere scanner wilt kiezen. 4.
DE GEBRUIKERSINTERFACE 7 8 1 9 2 10 3 11 4 5 6 1. Scanmethode De opties zijn: ADF/Multi-page, Flatbed (Automatische documentinvoer/meer pagina's, glasplaat). 2. Beeldtype De opties zijn: Black & White, 8-Bit Grey, 24-Bit Color, Half tone (Zwart-wit, 8-bits grijs, 24-bits kleur, halftoon). 3. Resolutie De opties zijn: 50, 72, 100, 144, 150, 200, 300, 600, 1200, 2400, 4800 (dpi). 4. Helderheid Stel het helderheidsniveau in op een waarde tussen -100 en +100. 5.
DE BASISFUNCTIES GEBRUIKEN Scanmethode De opties zijn: > Flatbed (Glasplaat): selecteer deze instelling wanneer u een foto of krantenknipsel wilt scannen. > ADF/Multipage (Automatische documentinvoer/meer pagina's): selecteer deze instelling wanneer u een document van meer pagina's wilt scannen vanaf de automatische documentinvoer. Beeldtype 1 2 3 4 1. Kies B&W (zwart-wit) als het origineel alleen zwart-witte tekst bevat of een potlood/pentekening. 2.
Helderheid en contrast instellen 1. Helderheid Hiermee stelt u in hoe licht of donker een afbeelding is. Hoe hoger de waarde, des te lichter de afbeelding. 2. Contrast Hiermee stelt u het bereik tussen de donkerste en lichtste tinten in het beeld in. Hoe hoger het contrast, des te groter is de grijsschaal. Het weergegeven voorbeeld vergroten (zoomen) Vergroot het weergegeven voorbeeld van het beeld tot het maximale voorbeeldvenster.
3. Kleuren aanpassen Hiermee stelt u de kleurkwaliteit van het beeld in zodat dit het origineel zoveel mogelijk benadert. Bij deze functie worden standaardparameters gebruikt om het beeld aan te passen. (1) Voor; (2) na. 4. 2 1 Automatisch niveau Hiermee stelt u automatisch de lichte gebieden en schaduwgebieden van het gescande beeld bij om het volgende te optimaliseren. De geavanceerde functies gebruiken 2 3 4 5 6 7 1 1.
Wanneer de gammawaarde verandert, verandert het beeld zoals hieronder afgebeeld. 1 2 3 1. Gammawaarde: 1.0; 2. Gammawaarde: 1.4; 3. Gammawaarde: 2.0 Wanneer de waarde voor licht en schaduw verandert, verandert het beeld als volgt. 1. 2. 3. 4. 3. Licht: Licht: Licht: Licht: 1 2 3 4 255/schaduw: 0(Normaal); 210/schaduw:10; 200/schaduw:0; 255/schaduw: 50 De curve aanpassen Hiermee past u de middentinten van het beeld aan zonder de lichtste en donkerste gebieden ervan al te zeer te veranderen.
4. Tint/verzadiging/lichtheid van de kleur Verbeter een beeld door het niveau van tint/verzadiging/lichtheid te veranderen. a b c (a) Hue (Tint) Hier past u de tint aan door het driehoekje naar rechts of links te verplaatsen. (Houd er rekening mee dat de kleurintensiteit gelijktijdig verandert wanneer de tint wordt aangepast.) (b) Saturation (Verzadiging) Verplaats het driehoekje naar rechts om het verzadigingsniveau te verhogen of naar links om het niveau te verlagen.
7. Eigen instellingen gebruiken Klik op de knop voor aangepaste instellingen om een dialoogvenster te openen waarin u uw scan- en configuratie-instellingen kunt opslaan. Er zijn twee tabbladen: Scan Settings (Scaninstellingen) en Configuration Settings (Configuratie-instellingen). OVERIGE FUNCTIES 1 1. 2 3 4 Maateenheid: geeft het gebruikte maatsysteem aan. U kunt de maateenheid wijzigen door op deze knop te klikken. De opties zijn: inch, cm, pixel. 2. Papierformaat keus: Card 4" x 2.
ONDERHOUD VERWACHTTE GEBRUIKSDUUR OPMERKING Wanneer op het LCD het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven, of wanneer de afdrukken vaag zijn, opent u eerst het bovendeksel en tikt u een aantal malen op de cartridge om het tonerpoeder gelijkmatig te verdelen. Op deze manier haalt u het meeste uit uw tonercartridge.
BESTELINFORMATIE VERBRUIKMATERIALEN ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUMMER Toner, zwart 8.000 A4 bij 5%* 43865724 Toner, cyaan 6.000 A4 bij 5%* 43865723 Toner, magenta 6.000 A4 bij 5%* 43865722 Toner, geel 6.000 A4 bij 5%* 43865721 Toner, zwart - niet-EU 8.000 A4 bij 5%* 43865744 Toner, cyaan - niet-EU 6.000 A4 bij 5%* 43865743 Toner, magenta - niet-EU 6.000 A4 bij 5%* 43865742 Toner, geel - niet-EU 6.000 A4 bij 5%* 43865741 Afbeeldingstrommel, zwart 20.
VERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN TONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in dit apparaat wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder. De toner wordt geleverd in vier cartridges: cyaan, magenta, geel en zwart.
2. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. b a WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 (a) 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4.
4. Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercassette uit het MFP. 1 2 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. LET OP! Het groene trommeloppervlak is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan vijf minuten bloot aan normaal licht.
10. Plaats de linkerzijde van de cassette eerst in de bovenzijde van de afbeeldingstrommel, druk deze tegen de veer op de trommeleenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cassette op de trommeleenheid zakken. 1 11. 2 Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van het MFP Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de trommeleenheid worden overgebracht.
AFBEELDINGSTROMMEL VERVANGEN LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Het MFP bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Til voorzichtig de scanner op. 2. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. b a WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3.
4. Pak de afbeeldingstrommel aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit het MFP. 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene trommeloppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
9. Plaats de tonercartridge op de nieuwe afbeeldingstrommel, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cartridge eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken. (Het is niet nodig om nu ook een nieuwe tonercartridge te plaatsen, tenzij het resterende tonerniveau erg laag is.) 1 2 10. Duw de gekleurde ontgrendelingshendel (1) van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe trommeleenheid zodat er toner naar de drum kan worden overgebracht. 1 11.
13. Laat de scanner voorzichtig zakken. OPMERKING indien u dit product om wat voor reden dan ook moet retourneren of transporteren, moet u eerst de trommeleenheid verwijderen en deze in de bijgeleverde zak plaatsen. Hierdoor kan er geen toner worden gemorst. VERVANGING VAN DE TRANSPORTBAND De transportband bevindt zich onder de vier afbeeldingstrommels. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 60.000 pagina's zijn afgedrukt.
3. Let op de posities van de vier cartridges. Het is van essentieel belang dat ze in dezelfde volgorde worden teruggeplaatst. 1 2 3 4 4. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Til alle drum eenheden uit het MFP en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene trommeloppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
6. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de MFPbehuizing. 7. Trek de greep (6) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit het MFP. 8. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van het MFP. Zoek het drijfwerk in de linkerhoek achterin de printer en laat de transportband horizontaal in het MFP zakken. 9.
2. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. b a 3. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. 4. Trek de twee fuserhendels (2) in de richting van de voorzijde van de printer zodat ze helemaal rechtop staan. 1 C 2 M Y K 5. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit het MFP. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. 6.
9. Duw de twee hendels (2) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van het MFP om de fuser vast te zetten. C 2 M Y K 10. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. 11. Laat de scanner voorzichtig zakken. REINIGEN ....DE ADF Na verloop van tijd raken de papierrollers en pad-module vervuild door inkt, tonerdeeltjes of papierstof. Als dit gebeurt, kan de scanmodule de documenten niet soepel doorvoeren.
3. Reinig de doorvoerrol (1) door met het wattenstaafje van de ene naar de andere kant te vegen. 1 2 4. Draai de rol met uw vinger naar voren en herhaal stap 3 tot de rol schoon os. Let op dat u niet met uw vingers in de veren bij de pad (2) blijft haken of deze veren beschadigt. 5. Veeg de pad (2) van boven tot onder schoon. Zorg er daarbij voor dat u niet met uw vingers in de veren blijft haken. 6. Sluit de klep aan de voorkant van de automatische documentinvoer. ....
....DE LED-KOP Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is. U hoeft het MFP niet uit te schakelen om de lens te reinigen. 1. Til voorzichtig de scanner op. 2. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. b a 3. Neem het oppervlak van de LED-kop voorzichtig af met een zachte en pluisvrije doek. LET OP! Gebruik geen methylalcohol of andere oplosmiddelen op de LEDkop.
5. Laat de scanner voorzichtig zakken.
UPGRADES VAN DRIVERS INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw MFP installeert. Dit zijn: > duplexeenheid (dubbelzijdig afdrukken); > Extra RAM-geheugen > harde schijf van 40 GB.
U hoeft alleen nog maar de Windows-printerdriver in te stellen om volledig gebruik te kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden. Zie 'Printerstuurprogramma's van Windows bijwerken' op pagina 76. GEHEUGENUITBREIDING In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u extra RAM-geheugen in uw MFP installeert als geheugenupgrade. Het model is uitgerust met een hoofdgeheugen van 256 MB.
8. Sluit het toegangspaneel en druk goed aan de bovenzijde om het paneel vast te zetten. 9. Sluit het netsnoer weer aan en schakel het MFP in. 10. Wanneer het MFP gereed is, drukt u een menuoverzicht af. 11. Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht. Boven aan de pagina, tussen de twee horizontale lijnen, ziet u de huidige MFPconfiguratie. In dit overzicht wordt ook aangegeven hoeveel geheugen er in totaal in de printer is geïnstalleerd.
5. Draai de twee duimschroeven vast (5). 2 4 1 5 3 5 6. Sluit het toegangspaneel en druk goed aan de bovenzijde om het paneel vast te zetten. 7. Sluit het netsnoer weer aan en schakel het MFP in. 8. Wanneer het MFP gereed is, drukt u een menuoverzicht af. 9. Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht. Boven aan de pagina, tussen de twee horizontale lijnen, ziet u de huidige MFPconfiguratie. Dit overzicht geeft nu aan dat de harde schijf is geïnstalleerd.
EXTRA PAPIERLADE 1. Schakel het MFP uit en verwijder het netsnoer. 2. Installeer een extra papierlade op de gewenste locatie. 3. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften voor het tillen en gebruik geleiders om het MFP boven op de extra papierlade te plaatsen. 4. Zoek de bevestigingsklem, druk deze omlaag en maak vast. 5. Sluit het netsnoer weer aan en schakel het MFP in.
PRINTERSTUURPROGRAMMA'S VAN WINDOWS BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u het printerstuurprogramma van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u het MFP deelt met gebruikers op andere computers, moet het printerstuurprogramma ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
PROBLEMEN OPLOSSEN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert het MFP jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papierlade, en verder op elk punt van de papierbaan in het MFP.
3. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. b a WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge U moet alle vier drumcartridges verwijderen om bij het papierpad te kunnen. 5.
6. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene trommeloppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan vijf minuten bloot aan normaal licht. 7. Herhaal deze procedure voor de overige drumeenheden. 8.
(b) Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. 4 3 2 1 (c) Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en naar beneden om de druk van het vel te halen en trekt u het vel er via de drumruimte uit. Laat de ontgrendelingshendel weer los.
Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in het MFP zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de MFP-ruimte plaatst. 10. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. 11.
13. Als er een duplexeenheid in uw MFP is geïnstalleerd, drukt u op de ontgrendeling op het midden van de eenheid, opent u de klep, verwijdert u eventuele vellen uit dit gedeelte en sluit u de klep weer. 14. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep. 15. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. 16. Trek de papierlade uit de printer.
18. Laat de scanner voorzichtig zakken. Als het vastgelopen papier is verwijderd en als Opheffing papierstoring is ingesteld op AAN in het menu Systeemconfiguratie, probeert het MFP de pagina's die bij het vastlopen van het papier verloren zijn gegaan, opnieuw af te drukken. CHECKLIST BIJ PROBLEMEN MET FAXEN Indien zich een probleem voordoet, neemt u de lijst met problemen en oplossingen door voordat u de servicedienst belt. Het MFP belt geen telefoonnummers.
De fax is verzonden, maar het ontvangen bericht was volledig blanco. Controleer of u het document correct hebt geplaatst voordat u het faxt, met de tekstzijde OMHOOG in de ADF, of OMLAAG op de glasplaat. Het beeld van de ontvangen fax is bijzonder slecht. Probeer een kopie te maken van een document op het lokale apparaat om te controleren of dit correct werkt.
SPECIFICATIES MC560 N31174B ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 500 x 600 x 670 mm (B x D x H) Gewicht Circa 37 kilo Voedingsbron Invoer: 220 tot 240 V wisselstroom, 50 tot 60 Hz Algemeen Stroomverbruik Max.
ITEM SPECIFICATIE automatische documentinvoer (ADF) Afmetingen document 114 x 140 tot 216 x 355 mm Gewicht/dikte document 60 tot g/m² Papierinvoer Afgedrukte zijde naar boven Capaciteit 50 vellen Xerox4024 DP 9,07 kg papier Gebruiksduur ADF 240.000 scans of meer, of 5 jaar Aanbevolen dagelijkse scans Tot 1000 pagina's per dag Aanbevolen vervanging van pad 50.000 scans Aanbevolen vervanging van roller 200.
ITEM SPECIFICATIE Netwerkspecificatie Aansluitingsmogelijkheden Ethernet 10BaseT/100BaseTX, automatische onderhandeling, met RJ-45 connector Communicatieprotocol TCP/IP, SMTP, HTTP, MIME, FTP, CIFS, DHCP, DNS, LDAP Ondersteunde browsers Microsoft IE 4.1 of hoger Netscape Navigator 4.0 of hoger Benodigde configuratie IP-adres Subnetmasker Gateway SMTP-server/POP3-server FTP-server Webserver Faxspecificatie Circuits PSTN, PBX-lijn Kleurenfax Nr.
ITEM SPECIFICATIE Specificaties voor e-mailen Communicatieprotocol SMTP, MIME, POP3 Bestandsindeling Zwart-wit PDF, TIFF, MTIFF Grijs/kleur PDF, TIFF, MTIFF, JPEG Standaardbestandsindeling PDF Scheidingslimiet 1 MB, 3 MB, 5 MB, 10 MB, 30 MB, geen limiet Resolutie 75, 100, 150, 200, 300, 400, 600 dpi Standaardresolutie: Zwart-wit 200 dpi Grijs/kleur 150 dpi Omvang adresboek: Max.
ITEM SPECIFICATIE Specificaties voor archiveren Communicatieprotocol FTP, HTTP, CIFS Bestandsindeling Zwart-wit PDF, TIFF, MTIFF Grijs/kleur PDF, TIFF, MTIFF, JPEG Standaardbestandsindeling PDF Resolutie 75, 100, 150, 200, 300, 400, 600 dpi Standaardresolutie Zwart-wit 200 dpi Grijs/kleur 150 dpi Max.
INDEX A M Aanbevolen papier Enveloppen ....................... 15 Etiketten ........................... 15 Transparanten .................. 15 Visitekaartjes .................... 15 voorbedrukt papier ........... 15 Afbeeldingstrommel vervangen......................... 60 verwachtte gebruiksduur .................. 54 Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden) ................ 18 uitvoervak (afgedrukte zijde naar boven) ....................
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07099112 iss.