MC563/ ES5463 MFP Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN ......................................................................................... 45 draadloze LAN-verbinding Inschakelen ..................................................................................................... 46 Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructure) ..................................................................................... 47 1 Voordat u aan de slag gaat .................................................
6 Een gedeelde map op een computer creëren ............................................................................................89 Als de foutcode is "390" ........................................................................................................................... 143 Een bestemming registreren (profiel) ........................................................................................................90 Als de foutcode "391", "392" of "393" is ................................
1 Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Algemene waarschuwingen Over deze handleiding Handelsmerken en andere informatie Licentie
1. Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Toont extra informatie welke, wanneer geen aandacht eraan wordt besteed of wordt niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel of dood. Toont extra informatie welke, wanneer niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel.
1. Voordat u aan de slag gaat Algemene waarschuwingen Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Mogelijk treedt een hoog voltage op, wat een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Ook kan een koppeling draaien, wat tot letsel kan leiden. Gebruik geen elektrische stofzuiger om gemorste toner mee op te zuigen. Het opzuigen van gemorste toner met een elektrische stofzuiger kan ontbranding tot gevolg hebben op grond van vonken van elektrische contacten of om andere redenen.
1. Voordat u aan de slag gaat Ga niet naar het deel waar papier uitgevoerd wordt, als u de stroom inschakelt of als afdrukken plaatsvindt. Letsel kan het gevolg zijn. Raak een beschadigd lcd-scherm niet aan. Letsel kan het gevolg zijn. Als er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD-scherm en deze terechtkomt in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met veel water. Win medisch advies in, indien noodzakelijk.
1. Voordat u aan de slag gaat Over deze handleiding Over Beschrijvingen Aanduidingen, symbolen, afbeeldingen en andere beschrijvingen zijn voorzien. Diverse informatie over deze handleiding is hier voorzien. Lees deze onderdelen voordat u deze handleiding gebruikt. • Over Tekens • Disclaimer • Over symbolen • Over illustraties We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven.
1. Voordat u aan de slag gaat Symbool Betekenis [] Indikerer et menynavn, artikkelnavn, alternativ, eller andre elementer som vises på skjermen på operatørpanelet. Geeft een menu aan, venster, of dialoog venster naam die wordt weergegeven op het scherm op een computer. Zij kunnen duidelijk worden onderscheiden in beschrijvingen of illustraties in procedures. "" Verwijst naar een melding op het scherm of de ingevoerde tekst. Geeft een bestandsnaam aan op een computer.
1.
1. Voordat u aan de slag gaat • FABRIKANT Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan • IMPORTEUR NAAR DE EU/GEAUTORISEERDE VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey, TW20 0HJ Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
1.
2 Instellen Installatievereisten Controleren van de accessoires Uitpakken en installeren van de Machine Optionele apparatuur installeren Een telefoonlijn aansluiten Netsnoer aansluiten Een LAN-kabel/USB-kabel aansluiten Papier in de lade plaatsen Gegevens van instellingen controleren Dit Apparaat Instellen Verbinden met een draadloze LAN Een stuurprogramma en software op een computer installeren
2. Instellen Installatievereisten Installatieomgeving Installeren van de machine in de volgende omgeving Omgevingstemperatuur: 10°C tot 32°C • Installatieomgeving Omgevingsvochtigheid: 20% to 80% RH (relatieve vochtigheid) • Installatie Ruimte Maximale natte lamp temperatuur: 25°C • Wees voorzichtig om condensatie te voorkomen. Dit kan een storing veroorzaken. • Indien u uw machine installeert waar de omgevingsvochtigheid 30% RH of lager is, gebruik een bevochtiger of antistatische mat.
2. Instellen Installatie Ruimte • • • • • • Installeer de machine op een vlak oppervlak die breed genoeg is om de poten van de machine te laten staan. Installeer deze machine niet direct op een dik kleed of tapijt. Installeer deze machine niet in een afgesloten ruimte of ander locaties met slechte circulatie en ventilatie. Wanneer u deze machine continu gebruikt in een kleine ruimte voor een langere tijd, wees er zeker van dat u de ruimte ventileert.
2.
2. Instellen Controleren van de accessoires Bij de MC-modellen, zijn de starttonercartridges geïnstalleerd in de afbeeldingsdrums, die voor verzending in de fabriek in de printer zijn geïnstalleerd. Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven. De startertonercartridge is niet in het ES-model geïnstalleerd. Installeer de tonercartridge die standaard bij de machine wordt meegeleverd. Raadpleeg "Vervangen van de afbeeldingsdrum". Letsel kan het gevolg zijn.
2. Instellen 2 Uitpakken en installeren van de Machine Til uw machine op en plaats de machine daar waar deze wordt geïnstalleerd. Dit deel beschrijft hoe u de machine uitpakt en installeert. Letsel kan het gevolg zijn. Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 31 kg weegt. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeeldingsdrum (de groene cilinder) hanteert, omdat deze breekbaar is. • Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of meer).
2. Instellen 5 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) tot deze niet meer verder kan. 6 Druk het uiteinde van de blauwe hendel van de tonercartridge in en draai deze naar voren totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. Draai de hendels van de 4 tonercartridges. Als u de uitvoerlade sluit zonder de blauwe hendel te draaien, kan dit mogelijk een storing veroorzaken.
2. Instellen 9 10 Duw op de blauwe hendel van de fuser,verwijder vervolgens de oranje veiligheidsstopper en film. 11 Duw op de vergrendelingshendels van de fuser om te fuser te vergrendelen. 12 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Houd de fuser vast bij de handgreep en lijn de fuser uit met de groeven achter de tonercartridges. Plaats vervolgens de fuser in het apparaat.
2. Instellen 13 Houd de hendel (B) vast om de scanner te sluiten.
2. Instellen Optionele apparatuur installeren Draadloze netwerkmodule installeren Installeer de draadloze netwerkmodule als u een draadloze verbinding wilt gebruiken. In deze sectie wordt beschreven hoe u optionele apparatuur installeert. Na de installatie wijzigt u op het bedieningspaneel de draadloze netwerkinstelling van [DISABLE (UITSCHAKELEN)] in [ENABLE (INSCHAKELEN)].
2. Instellen 3 Haal de connector van de klep en sluit deze aan op de draadloze netwerkmodule. Extra lade installeren Bevestig de extra lade wanneer u meer papier nodig hebt. Er kunnen maximaal 2 laden worden geïnstalleerd. Stel het aantal laden in het stuurprogramma van de printer in nadat u de laden hebt geïnstalleerd. Modelnummer N36501 4 Installeer de draadloze netwerkmodule in het apparaat. Letsel kan het gevolg zijn. 5 Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 31 kg weegt.
2. Instellen 2 Als u twee extra laden wilt installeren, maakt u ze aan elkaar vast met de vergrendelstukken. 3 Steek de extra lade traag in het apparaat en lijn zowel de achterkant als de rechterkant uit. 4 - 24 - Schroef het apparaat en de extra lade vast met de vergrendelstukken.
2. Instellen 4 De printerdriver instellen Voer de totale hoeveelheid lades in en klik vervolgens op [OK]. Wanneer de extra lade is geplaatst, moet u het aantal laden instellen nadat het stuurprogramma van de printer is geïnstalleerd. Voor informatie over de installatie van het stuurprogramma voor de printer raadpleegt u "Een stuurprogramma en software op een computer installeren". • Om deze procedure te volgen, moet u inloggen naar een computer als de beheerder.
2. Instellen 3 4 3 4 5 Kies het [Device Settings] label. Kies [Get installed options automatically] voor [Installable Options], en klik dan op [Setup]. Wanneer u een USB-verbinding gebruikt, selecteert u de totale hoeveelheid lades in [Beschikbare lades] in [Installeerbare opties]. 5 Klik op [OK]. • Extra lade(n) in het Mac OS X-printerstuurprogramma instellen 1 2 Selecteer [System Preferences] in het Apple menu. Selecteer [Printers & scanners].
2. Instellen Een telefoonlijn aansluiten Verbinden met een publieke lijn (indien men alleen faxen gebruikt) In deze paragraaf wordt beschreven hoe u een telefoonkabel aansluit voor de verzending en de ontvangst van faxen. De methode van aansluiting van een telefoonlijn verschilt afhankelijk van uw omgeving. Sluit de telefoonkabel aan die bij uw omgeving past door de illustraties in deze handleiding te raadplegen. Steek de telefoonkabel in de uitsparing in het apparaat zodat deze niet loshangt.
2. Instellen 3 Aansluiten op de publieke lijn (indien een telefoon aansluiten op de machine). 1 Een telefoon die is verbonden met de machine wordt de externe telefoon genoemd. Steek een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel (a) in de LINEconnector (b) van het apparaat en sluit het andere uiteinde aan op het openbare telefoonnet (analoog) (c). 2 Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op de externe telefoon in de TELconnector (e) van het apparaat.
2. Instellen De optische IP-telefoon aansluiten • Er kan maar een telefoon worden verbonden naar de machine. • Sluit de telefoon niet parallel op de machine aan. Als u de telefoon parallel met de machine aansluit, treden de volgende problemen op, wat tot gevolg heeft dat de machine niet goed werkt. - |Wanneer u de handset opneemt van de telefoon die is verbonden parallel terwijl de machine een fax verzendt of ontvangt, kan de fax afbeelding corrupt worden of er kan een communicatie fout ontstaan.
2. Instellen Aansluiten op de ADSL-omgeving • Als het niet lukt een faxnummer te kiezen, stel dan de PBX lijn op [ON (AAN)]. Naast de meegeleverde telefoonkabel hebt u een telefoonkabel van hetzelfde type nodig. Gebruikersinstallatie (Uitgebreide gids) • Wanneer een faxverzending of -ontvangst faalt, stelt u [Super G3] in op [OFF].
2. Instellen PBX, thuistelefoon of zakelijke telefoon aansluiten 1 Steek de meegeleverde telefoonkabel (a) die is aangesloten op het openbare 2 Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op een besturingsapparaat zoals PBX (e) in de TEL-connector (d) van het apparaat. Aansluiten als een extra telefoon telefoonnet (analoog) (c) in de LINE-connector (b) van het apparaat.
2. Instellen Een CS-tuner of digitale televisie aansluiten 1 Steek de meegeleverde telefoonkabel (a) die is aangesloten op het openbare 2 3 Verwijder de afdekking van de telefoon verbinding afdekking. telefoonnet (analoog) (c) in de LINE-connector (b) van het apparaat. Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op de CS-tuner of de digitale televisie (e) in de TEL-connector (d) van het apparaat.
2. Instellen Netsnoer aansluiten Kan resulteren in vuur of elektrische schok. De stroomvoorziening moet aan de volgende voorwaarde voldoen. • AC: 110 tot 127V AC (Bereik van 99 tot 140V AC) / 220 tot 240V AC (Bereik van 198 tot 264V AC) • Frequentie: 50/60 Hz ± 2% • • Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een spanningsregelaar. • Het maximale stroomverbruik van het apparaat is 1270 W. Controleer of de voeding van het apparaat voldoende is.
2. Instellen 1 Steek de stroomkabel in de voedingsconnector. 2 Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
2. Instellen Een LAN-kabel/USB-kabel aansluiten Een LAN-kabel Aansluiten Wanneer u de machine gebruikt met een bedrade netwerkaansluiting of aansluit op een computer via USB-kabel dient u de kabel op de volgende wijze te verbinden. Een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twisted pair, straight) wordt niet meegeleverd. • Een LAN-kabel Aansluiten 1 Leg een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twist pair, straight) en hub. 2 3 Controleer dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn.
2. Instellen 4 Steek het ene uiteinde van de LAN-kabel in de netwerkinterfaceconnector 5 Laat de netwerkkabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep. 6 Steek het andere uiteinde van de LAN-kabel in de hub. Ga naar de procedure "Papier in de lade plaatsen".
2. Instellen Een USB-kabel Aansluiten Sluit de USB-kabel niet aan op de connector van de netwerkinterface. Dit kan een storing veroorzaken. Een USB-kabel (Hi-Speed USB 2.0) wordt niet meegeleverd. 1 Bereid een USB-kabel voor. Als u wilt aansluiten in de modus USB 2.0 Hi-Speed, dan gebruikt u een Hi-Speed USB 2.0 USB-kabel. 2 3 4 Controleer dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn. 5 Laat de USB-kabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep.
2. Instellen Als u Windows gebruikt, steekt u het andere uiteinde van de USB-kabel pas in de computer wanneer deze instructie op het scherm wordt weergegeven tijdens de installatie van het stuurprogramma. Ga naar de procedure "Papier in de lade plaatsen".
2. Instellen Papier in de lade plaatsen 3 Schuif de papierstopper (b) naar de lengte van het te laden papier. 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in lade 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt voor lade 2/3 (optioneel). Voor informatie over het papier dat u kunt gebruiken, raadpleegt u "Papiersoorten die kunnen worden geladen".
2. Instellen 7 Plaats de papiercassette terug in het apparaat. Duw tegen de papierlade tot deze stopt.
2. Instellen Gegevens van instellingen controleren Item • Faxinstelling Authenticatiemethode Stel in op [No Authentication (Geen authenticat.)], [SMTP Auth (SMTP Auth)] of [POP Before SMTP (POP voor SMTP)]. Als [SMTP Auth (SMTP Auth)] of [POP Before SMTP (POP voor SMTP)] is geselecteerd, controleert u de gebruikersnaam en het wachtwoord. (SMTP-Auth / POP voor SMTP) Authenticatiemethode: Gebruikersnaam Stel een gebruikersnaam voor authenticatie in. Maximaal 64 tekens kunnen worden opgeslagen.
2. Instellen Dit Apparaat Instellen Taalinstelling De eerste keer dat de machine wordt aangeschakeld of wanneer de instellingen geïnitialiseerd worden dient u de machine te voorzien van de nodige informatie. De standaard fabrieksinstelling voor de displaytaal is Engels en het administratiewachtwoord is "999999". 1 2 Om de taal van het display en het administratiewachtwoord aan te passen, volg de onderstaande procedure.
2. Instellen Het beheerderswachtwoord instellen Eenvoudige instelling Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. Zorg ervoor dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. 1 2 Druk op de knop 3 Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop Stel de datum en tijd, faxfunctie, het netwerk en E-mail in. U kunt onnodige instellingen overslaan. [SETTING (OPTIES...)]. Druk verschillende malen op de knop te selecteren en druk op de knop .
2. Instellen 12 13 14 15 16 Voer het mail server adres in en druk op de Als u de faxfunctie niet wilt gebruiken, ga verder naar stap 16. 21 22 Controleer dat [Fax Number (Faxnummer)] wordt weergegeven en druk vervolgens op de . Voer het faxnummer in met behulp van het numerieke toetsenbord en druk vervolgens op de (OK). 23 [E-mail Setting was completed (E-mail instelling is voltooid)] wordt enkele seconden weergegeven en het scherm gaat weer terug naar het [Setup Menu (Setupmenu)] scherm.
2. Instellen Verbinden met een draadloze LAN Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN • Draadloos (Infrastructuur) en draadloos (AP Modus) kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld. • Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN • Wanneer de machine wordt gebruikt in een draadloze netwerk omgeving, gaat de machine niet in de Diepe Slaap modus maar gaat naar Slaap modus.
2. Instellen draadloze LAN-verbinding Inschakelen • Een SSID wordt ook wel een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd. Na het aansluiten van de draadloze module schakelt u de draadloze LAN-module in op het bedieningspaneel. • Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel genoemd. 1 2 Direct met de Machine Verbinden U kunt het apparaat als een draadloos toegangspunt gebruiken om draadloze apparaten (computers, tablets, smartphones, etc.
2. Instellen Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructure) Controleer of het scherm "Wilt u draadloos instellen?" weergeeft en [Yes (Ja)] geselecteerd is. Druk op de (OK) knop en ga naar stap 6. • Installeer dit apparaat op een plek met een goed uitzicht en in de buurt van een draadloos toegangspunt. (We stellen voor dat de afstand tussen het apparaat en het draadloze apparaat 30 meter of minder is.
2. Instellen houdt u de WPS-knop van het draadloze LAN toegangspunt gedurende een paar seconden indrukt. • SSID wordt ook wel netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd. • Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel genoemd. U kunt het paneel niet bedienen, als WPS wordt uitgevoerd. 2 3 Wanneer het bericht [WPS connection successful. (WPS verbinding succesvol.)] wordt weergegeven, is het instellen van het draadloze LAN voltooid.
2. Instellen 12 Druk op de knop op de knop om [Wireless Network Selection (Selectie van draadloos netwerk)] te selecteren en druk op de . Als "Verbinding mislukt." wordt weergegeven, herhaal de procedure vanaf stap 7. 16 Het apparaat begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele ogenblikken. 13 Wanneer de draadloze LAN toegangspunten worden ingegeven druk op de of knop om een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren en druk vervolgens op .
2. Instellen 5 6 Druk op de knop of knop [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling Draadloos(infrastructuur))] drukken en druk op de . De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toegangspunt of beveiliging. Geef het beheerderswachtwoord in op het scherm voor het ingeven van beheerderswachtwoord en druk vervolgens op de (OK). 16 Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999".
2. Instellen 5 Direct met de Machine Verbinden Draadloos LAN (AP Modus) verbindt direct draadloze toestellen ((computers, tablets, smartphones, etc.) aan het apparaat zonder het gebruik van een draadloos LAN toegang. Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in. 6 Druk op de knop druk op de .
2. Instellen Handmatige instelling Als uw draadloze apparaten geen WPS-PBC (drukknop) ondersteunen, kunt u de [SSID (SSID)] en het [Password (Wachtwoord)] van het apparaat invoeren op uw draadloze apparaten om verbinding te maken met de draadloze LAN. 1 Schakel de machine in. Als het bericht [Do you want to Set-up wireless? (Wilt u draadloos instellen?)] verschijnt, druk op de knop om [No (Do not show next time) (Nee (Niet opnieuw weergeven))] te selecteren en druk vervolgens op de (OK).
2. Instellen Een stuurprogramma en software op een computer installeren Voor Windows Verbind het apparaat en de computer via een netwerk of een USB-kabel en begin de installatie. Installeer op de computer de stuurprogramma’s voor de printer, de scanner, de fax, etc. vanaf de software-dvd. U kunt tegelijkertijd ook andere hulpprogramma’s installeren. Controleer de status van de machine alvorens te installeren. • De machine is ingeschakeld.
2. Instellen 5 Lees het [Environment advice (Omgevingsadvies)] en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 6 Selecteer [Network (Netwerk)] of [USB connection (USB verbinding)] naargelang de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 8 Klik op [Install Optional Software (Installeer Optionele Software)]. Als de [Windows Security Alert (Windows beveiligingsmelding] dialoogvenster wordt getoond, klik dan op [Allow access (Toegang toestaan)].
2. Instellen 10 11 Klik op [Complete (Voltooid)]. Klik op [Next (Volgende)]. Indien het volgende dialoogvenster verschijnt, klikt u op [Yes (Ja)].
2. Instellen 12 Klik op [Exit (Stoppen)]. Voor Mac OS X Deze paragraaf beschrijft hoe het PS printerstuurprogramma en scannerstuurprogramma geïnstalleerd moet worden. Zie het volgende over de installatie van hulpprogramma's. Software installeren (Uitgebreide gids) • Installeer het Mac OS X scannerstuurprogamma. 1 Zorg ervoor dat het apparaat en een computer zijn aangesloten en dat het apparaat ingeschakeld is en plaats vervolgens de meegeleverde "Software DVD-ROM" in de computer.
2. Instellen 5 Controleer de weergegeven inhoud en klik vervolgens op [Continue (Doorgaan)]. 6 7 Lees de licentie-overeenkomst en klik vervolgens op [Continue (Doorgaan)]. Klik op [Agree (Akkoord)]. 8 Klik op [Install (Installeren)]. 9 Voer het naam van de beheerder en het wachtwoord in en klik vervolgens op [Software installeren]. 10 - 57 - Om de opslaglocatie van het stuurprogramma te wijzigen, klikt u op [Change Install Location (Locatie installatie wijzigen)].
2. Instellen 11 7 8 Klik op [Restart (Herstarten)]. • Installeer het PS-printerstuurprogamma voor Mac OS X. Na het voltooien van de installatie, druk in stap 15 een testpagina af. 1 Zorg ervoor dat het apparaat en een computer aangesloten zijn en dat het 2 3 4 Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer. 5 Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)]. 6 Selecteer [System Preferences (Systeemvoorkeuren)] in het Apple-menu. 9 10 apparaat is ingeschakeld.
2. Instellen 13 Om de naam te wijzigen, voer een nieuwe naam in bij [Name: (Naam:)]. Zorg ervoor dat het apparaat aan [Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [OKI MC563 PS (OKI MC563 PS)] bij [Kind (Type)] wordt weergegeven. Als [OKI MC563 PS (OKI MC563 PS)] niet bij [Kind (Type)] wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit. 11 12 14 15 Klik op [Add(Toevoegen)].
3 Standaardfuncties Namen van onderdelen Basishandelingen op het bedieningspaneel De machine inschakelen of uitschakelen. Papier Laden Een document instellen Deze paragraaf beschrijft de basis handelingen van dit apparaat.
3. Standaardfuncties Namen van onderdelen Vooraanzicht Het hoofdstuk beschrijft de naam van elk onderdeel.
3.
3.
3. Standaardfuncties Basishandelingen op het bedieningspaneel Namen en Functies Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel. Deze paragraaf beschrijft het bedieningspaneel van het apparaat. • Namen en Functies • Namen en functies op het operator panel • De hoek van het weergevescherm aanpassen • Tekens invoeren Nr. - 64 - Naam Functie 1 Weergavescherm Geeft de bedieningsinstructies en de status van de machine weer.
3. Standaardfuncties Nr. Naam Om toegang te krijgen tot het toetsenbord, opent u de one-touch-knop panel. Gebruik het om tekens in te voeren. Functie 9 MACROFUNCTIE OPDRACHT Roept instellingen voor de kopieer-, scan- en andere functies op. U moet instellingen van tevoren registreren. 10 One-Touch-toets Roept e-mailadressen of faxnummers op die vaak worden gebruikt voor de functies kopiëren, faxen, of anderszins. U moet e-mailadressen en faxnummers van tevoren registreren.
3. Standaardfuncties Namen en functies op het operator panel De hoek van het weergevescherm aanpassen Wanneer de machine wordt ingeschakeld, wordt het startscherm op het aanraakpaneel weergegeven. Het weergevescherm kan worden gekanteld voor een betere zichtbaarheid. 1 Nr. 1 Beschrijving De huidige status van de machine weergeven. • Instellingenscherm Het scherm wordt als voorbeeld gebruikt. • Wanneer zich een fout voordoet Treedt er een fout in de machine, dan wordt het scherm.
3. Standaardfuncties 1 Tekens invoeren • Tekens invoeren Druk op de knop , vervolgens op de knop , of op het operatorpanel te selecteren en druk (OK). Of druk op de toetsenbord voor alfabetische tekens of numerieke toetsenbord voor nummers. • Een ingevoerd teken verwijderen Tekens invoeren Wanneer u tekst moet invoeren tijdens het instellen van een item, verschijnt het onderstaande invoerscherm. Voer tekens in met de toetsen, het toetsenbord of numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.
3. Standaardfuncties Een ingevoerd teken verwijderen Druk op de knop verwijderen. Houd de knop (WISSEN) toets op het bedieningspaneel om een ingevoerd teken te (WISSEN) ingedrukt om alle door u ingevoerde tekens te verwijderen. Of druk op de , , op de knop (OK).
3. Standaardfuncties De machine inschakelen of uitschakelen. De machine inschakelen In deze sectie wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt en uitschakelt. • De machine inschakelen • De machine uitschakelen. 1 Controleer dat er geen documenten zijn geplaatst op de document glasplaat of 2 Druk op de vermogen schakelaar voor ongeveer een seconde. in de ADF, en de ADF afdekking gesloten is. Als de machine is ingeschakeld, licht het ledlampje van de aan/uit-schakelaar op.
3. Standaardfuncties De machine uitschakelen. • Controleer of het apparaat geen gegevens ontvangt voordat u het uitschakelt. • Druk en houd de uitschakelknop gedurende 5 seconden of langer in om de machine uit te schakelen. Gebruik deze methode alleen, als er een probleem optreedt. Voor problemen van deze machine, zie "Problemen verhelpen". 1 Druk gedurende een seconde op de hoofdschakelaar. Het bericht “Systeem wordt afgesloten. Bevestig status wanneer statuslampje knippert.
3. Standaardfuncties Papier Laden Papiersoorten die kunnen worden geladen Dit hoofdstuk geeft informatie over papier dat in een papierlade van dit apparaat kan worden geladen. • Ondersteunde papiersoorten Om de papiersoort en het gewicht in te stellen, drukt u op het bedieningspaneel op de knoppen (INST.) > [Paper Setup (Papierinstellingen)] te selecteren. Selecteer dan de cassette die u wilt gebruiken en selecteer vervolgens [Media Type (Papiersoort)] of [Media Weight (Papiergewicht)].
3. Standaardfuncties Papiertype Aangepast formaat Papierformaat Breedte: 64 tot 216 Lengte: 90 tot 1321 • Lade 1 Papier gewicht 64 tot 220 g/m2 (17 tot 58 lb) Beschikbaar papierformaat A4 A5 A6*1 B5 B6*1 Letter Legal (13 inches) Legal (13,5 inches) Legal (14 inches) Executive Overzicht*1 8,5" vierkant (8,5 x 8,5 inch) Folio (210 x 330 mm) 16K (184 x 260 mm) 16K (195 x 270 mm) 16K (197 x 273 mm) Aangepast*2 • Envelop Papiertype Papierformaat Monarch 98,4 x 190,5 (3.
3.
3. Standaardfuncties Papier in cassettes 1, 2 en 3 plaatsen 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in cassette 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt ook voor cassettes 2 en 3 (optioneel). 1 Trek de papier casette uit. Plaats geen papier boven de aanduiding " 2 Schuif de papiergeleider (a) naar de breedte van het te plaatsen papier.
3. Standaardfuncties 7 Druk de papier cassette aan totdat het stopt. Papier in universele cassette plaatsen • Het papier niet naar beneden duwen of het papier vasthouden of eraan trekken tijdens het printen op de papiertoevoer van de multifunctionele lade. Om te stoppen met printen opent u de uitvoerlade. Voor instructies over het verwijderen van papier zie "Als een Papieropstopping zich voordoet".
3. Standaardfuncties 3 4 Open de sub ondersteuning 5 Zorg ervoor dat de papierinvoerrol goed blijft zitten. 6 Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven omhoog totdat de hoek de papier invoer ingang raakt. Pas de papier geleider van de handmatige invoer aan de breedte van het te plaatsen papier aan. Als de papierinvoerrol is gevallen, duwt u de rol naar boven en zet u deze vast. Plaats geen papier boven de aanduiding " " markering.
3. Standaardfuncties Papieropslag • Laad geen papier in verschillende formaten, soorten of gewichten. Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven. • Wanneer u vellen papier toevoegt, haalt u het geplaatste papier uit de universele cassette, legt u beide stapels papier netjes op elkaar en plaatst u deze stapel opnieuw in de cassette. • In een kast of op een andere droge en donkere plaats • Plaats geen voorwerpen, behalve papier, in de MP-lade.
3. Standaardfuncties Een document instellen Over documenten die men kan instellen • Over waar een document in te stellen Plaats een document in de automatische documentinvoer of op de glasplaat wanneer u een document wilt kopiëren, scannen of faxen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het document op deze machine instelt.
3. Standaardfuncties • Bedekte documenten Plaatsen in de ADF • Documenten die nog nat zijn door inkt of correctievloeistof Observeer het volgende om schade aan de document glasplaat te voorkomen. Schud geen stapel documenten op de klep van de automatische documentinvoer. • Wanneer u een dik document scant, druk het niet op de document glasplaat. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. • Plaats een hard document voorzichtig.
3. Standaardfuncties 3 Sluit de ADF-klep. 4 Plaats een document met de voorkant omhoog in de ADF. Als [Direction (Richting)] is ingesteld op [Portrait (Staand)], plaatst u het document zodanig dat de bovenrand eerst in de automatische documentinvoer wordt getrokken. 5 Als [Direction (Richting)] is ingesteld op [Landscape (Liggend)], plaatst u het document zodanig dat de linkerrand eerst in de automatische documentinvoer wordt getrokken. Lijn de document geleiders uit naar de document breedte.
3. Standaardfuncties Plaatsen op de glasplaat Druk niet krachtig op de glasplaat. 1 2 Open het deksel van de glasplaat. Plaats een document met afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. Als [Direction (Richting)] is ingesteld op [Portrait (Staand)], lijnt u de bovenrand van het document uit met de linkerbovenhoek van het glas. 3 Sluit voorzichtig de klep van de glasplaat. Sluit de klep voor de documenten voorzichtig.
4 Kopiëren Kopiëren Kopiëren annuleren Geef het Aantal Kopiëen aan
4. Kopiëren Kopiëren 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop 2 3 Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. (KOPIËREN). Stel de kopieerinstelling in wanneer nodig. Nuttige functies (Uitgebreide gids) Voor een betere afwerking (Uitgebreide gids) Kleurinstellingen (Uitgebreide gids) Geavanceerde Kopieerinstellingen (Uitgebreide gids) 4 Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
4. Kopiëren Kopiëren annuleren U kunt het kopiëren afzeggen voordat een boodschap wordt weergegeven om u te informeren dat het kopiëren gereed is. 1 Druk op bij het scannen van het document op de knop (STOPPEN).
4. Kopiëren Geef het Aantal Kopiëen aan 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN). Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. Voer het aantal exemplaren in via het numerieke toetsen. • U kunt het aantal exemplaren van 1 tot 99 invoeren. • Als u een onjuiste waarde invoert,d drukt u op de knop 4 Druk op de knop (MONO) of (WISSEN) en voert dan de juiste waarde in. (COLOR).
5 Scannen Gescande gegevens als een emailbijlage versturen Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan Scannen annuleren
5. Scannen Gescande gegevens als een emailbijlage versturen Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt Als het apparaat is ingesteld via [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] > [E-mail Setting (Emailinstell.)], slaat u “Voordat u scan naar e-mail gebruikt” over. Als de gegevens niet zijn ingesteld, gebruikt u de volgende procedure voor de instelling. Deze paragraaf beschrijft het verzenden van gescande gegevens als een e-mail bijlage.
5. Scannen E-mailadres invoeren om e-mail te versturen 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop 4 Zorg ervoor dat [Add Destination (Best. toevoegen)] geselecteerd is en druk vervolgens op (OK). 5 Zorg ervoor dat [To (Aan)] geselecteerd is en druk vervolgens op 6 Druk verschillende malen op de knop om [Manual Input (Handm invoer)] te selecteren en druk op de knop (OK). 7 Voer een e-mailadres in. 8 9 Stel scaninstellingen in, indien nodig. (SCANNEN).
5. Scannen Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan Een gedeelde map op een computer creëren Deze paragraaf beschrijft het opslaan van gescande gegevens in een gedeelde map op een netwerk. Als u een gedeelde map met de volgende stappen aanmaakt, hebben alle gebruikers toegang tot de gedeelde map waarvan het account in uw computer is gezet. Maak een gedeelde map op een computer waarop men het gescande document wil opslaan.
5. Scannen Een bestemming registreren (profiel) Maak een gedeelde map en registreer deze als een bestemming op de machine. Wanneer er geen DNS-server in het netwerk is, kunt u de computer niet specificeren met de computernaam (de computernaam van de verzendingsbestemming). In dit geval, gebruik het IP adres van de computer om in te stellen. Er kunnen maximaal 50 profielen worden geregistreerd.
5. Scannen 21 Druk op de knop (OK) om de instelling te definiëren. Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken De gescande gegevens worden naar een PDF-, JPEG-, TIFF- of XPS-bestand geconverteerd en vervolgens naar de gedeelde map verzonden. PDF wordt als fabrieksstandaard ingesteld. Verbind het apparaat met een netwerk en maak een gedeelde map op de computer voordat u de functie ‘Scannen naar gedeelde map’ gebruikt.
5. Scannen Scannen annuleren U kunt scannen annuleren, als een bericht wordt weergegeven om u te melden dat men op dat moment daadwerkelijk scant. 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop (STOPPEN).
6 Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren Over schermen en functies van printer-drivers
6. Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PS-printerdriver voor Windows - 94 - 1 2 3 Open het af te drukken bestand. 4 klik op [Preferences]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Kies de printer driver.
6. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. Voor PS-printerdriver voor Windows 1 2 3 4 6 7 Klik op [OK]. Klik op [Print] op het [Print] scherm. - 95 - Open het af te drukken bestand. Kies [Print] vanaf het [File]-menu. Kies de PS printer driver. klik op [Preferences].
6. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. 6 7 Klik op [OK(OK)]. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
6. Afdrukken Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Voor Mac OS X U kunt instellen een papier grootte, papier lade, en papier gewicht, en papier type met de printer driver. • Voor Mac OS X - 97 - 1 2 Open het af te drukken bestand. 3 4 5 Selecteer de machine bij [Printer]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Selecteer het papierformaat bij [Paper Size (Papierformaat)]. Wijzig de instellingen in elk paneel naar wens.
6. Afdrukken Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster van Mac OS X 10.8.5 tot 10.11, klikt u op [Show details (Toon details)] onder in het dialoogvenster. 6 Klik op [Print].
6. Afdrukken Een afdruktaak annuleren Om het afdrukken van een opdracht in uitvoer te annuleren drukt u op (STOPPEN). U kunt een afdruktaak annuleren door de taak in de takenlijst op het bedieningspaneel te verwijderen. • De pagina's die klaar zijn om met dit apparaat te worden afgedrukt, kunnen niet worden geannuleerd. • Wanneer het bediening paneel aangeeft dat het printen bezig is voor een lange tijd, verwijder de print taak van de computer.
6. Afdrukken Over schermen en functies van printer-drivers Windows PCL-printerdriver • [Setup] Label In deze sectie worden de schermen en de functies van de printerstuurprogramma’s beschreven. • Windows PCL-printerdriver • Windows PS Printer Driver • Mac OS X PS Printer Driver Item 1 - 100 - Stuurprogramma-instellingen Takenlijst Bewaar uw instellingen. 2 Lay-out van beeld Geeft een voorbeeld voor de ingestelde lay-out weer.
6. Afdrukken • [Job Options] Label Item • [Extend] Label Beschrijving 1 Kwaliteit Geeft de resolutie voor afdrukken op. 2 Schaal Geeft de hoeveelheid vergroting/verkleining voor afdrukken op. 3 Kopieën Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt. 1 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken. 2 Bedekkingen Bewaar de afdruk formaten naar printer of wordt ingesteld bij het afdrukken van indelingen die op voorhand als overlays zijn geregistreerd bij de printer.
6. Afdrukken • [Paper/Quality] Label Windows PS Printer Driver • [Layout] Label Item Item Takenlijst 1 Hoek opslaan Specificeert de print richting. 2 Printen aan Beide Zijden Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt uitvoeren. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Pagina Formaat Geeft het aantal pagina's op, dat op een vel papier wordt afgedrukt of het afdrukken van een kleine boekje.
6. Afdrukken • [Job Options] Label Item 7 Takenlijst Gebruiker Autorisatie Specificeert de gebruiker autorisatie. 8 Over Weergeeft de versie van de printer driver. 9 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes. • Tabblad [kleur] Item Takenlijst 1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen. Wanneer u instelt [Toner Saving], zal de print dichtheid verminderen om toner te besparen.
6. Afdrukken • [Color Matching] Paneel Mac OS X PS Printer Driver • [Layout] Paneel Item Onderdeel Beschrijving 1 Pagina's per Vel Kiest het aantal pagina's dat wordt geprint op een vel papier. 2 Layout Richting Specificeert de layout die wordt toegepast wanneer u meerdere pagina's print op een vel papier. 3 Grens Specificeert en type van een grens. 4 Tweezijdig Specificeert wanneer dubbel printen uitgevoerd wordt. 5 Omgekeerde pagina oriëntatie.
6. Afdrukken Onderdeel • [Cover Page] Paneel Beschrijving 2 Pagina's om te printen. Specificeert pagina's om te printen. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Schalen om te passen op papier. Print om te passen op papier. Een document kan niet juist geprint worden afhankelijk van de instelling. Vergroot of reduceert een document om te passen op de uitvoer papier grootte door het kiezen van dit controle venster. 5 Bestemming Papier Grootte.
6. Afdrukken • Paneel [Kleur] • Paneel [Afdrukopties] Item Takenlijst 1 Grijsschaal Geeft aan dat er monochroom afgedrukt zal worden. 2 Kleur Hiermee selecteert u afstemming op kleurmodus bij afdrukken in kleur. Item 1 - 106 - Quality1, Quality2, Toevoer, Papier Takenlijst Geeft de printkwaliteit, tonerbesparing, het papiertype, etc. aan.
6. Afdrukken • [User Authentication] Paneel Onderdeel • [Secure Print (Beveiligd afdrukken)] paneel Beschrijving 1 Gebruik Gebruikersauthenticatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in wilt stellen wanneer u print. 2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie 3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie 4 Authenticatiemethode Geef een authenticatiemethode op die u wilt gebruiken.
6. Afdrukken • Paneel [Voorraad] Item 1 Verbruiksartikelen Takenlijst Geeft de resterende hoeveelheid verbruiksartikelen weer.
7 Fax Basisbediening van Faxfuncties Instelling voor ontvangsten
7. Fax Basisbediening van Faxfuncties Faxnummer voor verzending van fax invoeren Deze paragraaf beschrijft de basishandelingen voor het verzenden en ontvangen van een fax. • Faxnummer voor verzending van fax invoeren • Faxverzending annuleren 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop 4 Zorg ervoor dat [Add Destination (Best. toevoegen)] geselecteerd is op het startscherm en druk vervolgens op . 5 Druk verschillende malen op de knop om [Manual Dial (Handm.
7. Fax Faxverzending annuleren • Beëindigen Tijdens een Verzending 5 6 Controleer de opdrachtinhoud en druk vervolgens op de knop 7 Druk in het bevestigingsscherm op om te selecteren en druk vervolgens op [Yes (Ja)] en druk vervolgens op (OK). • Beëindigen van een Gereserveerde Verzending Beëindigen Tijdens een Verzending U kunt de verzending van een faxbericht annuleren tijdens het tonen van een melding en het scannen.
7. Fax Instelling voor ontvangsten De Ontvangstmodus Instellen Deze paragraaf beschrijft de verschillende instellingen bij het ontvangen van een fax. [Modus Fax klaar] wordt als fabrieksstandaard ingesteld. Wijzig de instelling afhankelijk van uw omgeving. • De Ontvangstmodus Instellen • [Fax Ready Mode (Faxger.modus)]: Selecteer deze modus als u dit apparaat alleen voor faxen gebruikt.
7. Fax 3 Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op de knop (OK). DRD In deze modus kan het apparaat een onderscheidende beltoon detecteren als die voor de telefoonlijn is ingeschakeld. In deze modus onderscheidt het apparaat het DRD-type van de zender. Het apparaat antwoordt dan alleen als het geregistreerde DRD-type overeenkomt. 4 Er zijn verschillende typen DRD-belpatronen.
7. Fax Type 3: herhaling van 0,5 sec AAN - 0,5 sec UIT - 1 sec AAN - 0,5 sec UIT - 0,5 sec AAN - 3 sec UIT De wachttijd instellen vanaf Wanneer een inkomende oproep aankomt op Wanneer de ontvangst start (Antwoordwachttijd) De standaard fabriekswaarde is 1 Ring. Wijzig de waarde als u geen faxen kunt ontvangen. 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop (INST.). Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op de knop (OK).
8 Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het apparaat onderhoudt zodat het goed blijft werken en een lange levensduur heeft.
8. Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen Deze paragraaf beschrijft het vervangen van verbruiksartikelen. Observeer de volgende voorzorgsmaatregelen bij het vervangen. • Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen • Tonercartridges vervangen • Vervangen van de afbeeldingsdrum Gooi toner of een tonercartridge niet in vuur. Mogelijk kan de toner zich verspreiden en dit kan tot brandwonden leiden.
8. Onderhoud Tonercartridges vervangen Wanneer het bericht "Toner [KLEUR] bijna op" ("[KLEUR]" geeft C (cyaan), M (magenta), Y (geel) of K (zwart) aan) verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende tonercartridge klaar. Als u toner doorslikt, spuug het dan uit. Win medisch advies in, indien noodzakelijk. Wanneer het bericht "[COLOR (KLEUR)] toner leeg" wordt weergegeven en het afdrukken wordt gestopt, vervangt u de tonercartridge.
8. Onderhoud 3 6 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. Til de tonercartridge (d) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit het apparaat. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op dat u geen tonercatridges in het vuur gooit. Ze kunnen ontploffen, en de toner binnenin kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken.
8. Onderhoud 8 Schud de cartridge verscheidene malen verticaal en horizontaal. Plaats geen tonercartridge zonder de tape te verwijderen. 9 10 Verwijder de tape (e) van de tonercartridge. Plaats een nieuwe tonercartridge (d) door de inspringing aan de linkerzijde van de tonercartridge (f) op één lijn te brengen met het uitsteeksel (g) op de afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
8. Onderhoud 11 12 Houd de cartridge vast, druk het uiteinde van de blauwe hendel (c) van de tonercartridge in en draai deze vooruit totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. Veeg de lens van de LED kop lichtjes schoon met een zachte tissue. Gebruik geen oplossingen zoals methanol alcohol en verdunner. Deze veroorzaken schade aan de LED-koppen.
8. Onderhoud Vervangen van de afbeeldingsdrum Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. Wanneer het bericht "Afbeeldingsdrum [KLEUR] nadert einde levensduur" verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende drum klaar.
8. Onderhoud U kunt instellen wanneer het bericht "[COLOR] levensduur afbeeldingsdrum bijna bereikt" moet worden weergegeven. Druk op het aanraakscherm op (INST.) > [Admin Setup (Beheerdersinst.)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)] > [Drum Near Life Timing (Timing van naderen van levensduur)] om de instelling te wijzigen. Beschikbare waarden zijn van 500 tot 3.000 (toenemend in stappen van 500). 1 2 Leg een afbeeldingsdrum klaar. 3 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig.
8. Onderhoud 7 Til de tonercartridge (e) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit de afbeeldingsdrum. 8 9 Maak een nieuwe afbeeldingsdrum open en plaats het op een vlak oppervlak. afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats. 12 Verwijder het droogmiddel. 10 Verwijder de klep van de toner.
8. Onderhoud 13 Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats de drum in het apparaat. Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 14 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
8. Onderhoud 3 Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. Dit deel beschrijft hoe de afbeelding trommel en toner patroon te vervangen met nieuwe op hetzelfde moment. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar is.
8. Onderhoud 8 Verwijder het deksel van de toner. 9 Pak een nieuw tonerpatroon uit. Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. 10 Schud het patroon verscheidene malen verticaal en horizontaal. 11 Verwijder de tape (d) van de tonercartridge.
8. Onderhoud afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats. Als u de uitvoerlade sluit zonder de blauwe handel te draaien wanneer u de tonercartridge in de afbeeldingsdrum plaatst, kan dit een storing veroorzaken. Zorg ervoor dat u de blauwe hendel draait totdat de bovenkant ervan is uitgelijnd met de klep op de achterzijde van de tonercartridge.
8. Onderhoud Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 17 Gelieve afbeeldingsdrums en tonerpatronen te recycleren.
8. Onderhoud Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine De glasplaat reinigen Reinig de document glasplaat eenmaal per maand om de afbeeldingskwaliteit van de afdrukken te behouden. Deze paragraaf beschrijft hoe het apparaat en de onderdelen gereinigd moeten worden. • De glasplaat reinigen Gebruik geen benzine, verdunners, of alcohol. Zij kunnen de plastic onderdelen van de machine beschadigen. • Reinigen van de LED-kop - 129 - 1 Open het deksel van de glasplaat.
8. Onderhoud Reinigen van de LED-kop Wanneer de documentglasplaat en het documentvasthoudkussen zeer vuil zijn, veeg ze voorzichtig af met een doekje dat vochtig is gemaakt met een neutraal reinigingsmiddel en goed uitgeperst, en veeg dan nogmaals af met een doekje dat iets vochtig is gemaakt met water en goed uitgeperst. 3 Reinig de LED-kop als er verticale witte lijnen verschijnen, als de afbeeldingen vervagen of als er vlekken zijn in het gebied rond letters op de afdrukken.
8. Onderhoud 2 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 4 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 5 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3 Veeg de vier lenzen van de LED-koppen met zacht papier lichtjes schoon. Sluit de scanner voorzichtig.
9 Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Als een Document opstopping zich voordoet Kopieerproblemen Afdrukroblemen Scanproblemen Faxproblemen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
9. Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Als de foutcode "370", "371" of "372" is In deze sectie wordt beschreven wat u moet doen als er een papierstoring optreedt. Controleer de foutcode op het bedieningspaneel en raadpleeg de overeenkomstige pagina. 1 Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn 2 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig. geplaatst, verwijdert u ze.
9. Problemen verhelpen 3 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
9. Problemen verhelpen 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (c) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser naar u. 9 - 135 - Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat.
9. Problemen verhelpen 10 11 Draai de vergrendelingshendels (e) aan beide kanten van de band naar u en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden. - 136 - Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken.
9. Problemen verhelpen 12 13 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. Draai de vergrendelingshendels (e) aan beide kanten van de band naar voren. - 137 - 14 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 15 Kantel de vergrendelingshendels (c) aan beide kanten van de fuser.
9. Problemen verhelpen 16 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 17 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
9. Problemen verhelpen 3 Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is 1 2 Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. geplaatst, verwijdert u ze. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig.
9. Problemen verhelpen 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. - 140 - 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (c) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser naar u.
9. Problemen verhelpen 9 10 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. 11 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. Controleer of er geen stukjes papier zijn achtergebleven in het apparaat. 12 Kantel de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser.
9. Problemen verhelpen 13 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 14 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
9. Problemen verhelpen Als de foutcode is "390" 1 3 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig. 4 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn geplaatst, verwijdert u ze. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. 2 Als er papier in de universele cassette is geplaatst, verwijdert u het. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
9. Problemen verhelpen 5 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak. 7 Open de transparante klep (c) in het apparaat en verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. 6 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 8 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat.
9. Problemen verhelpen 9 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 10 Wanneer u papier in de universele cassette plaatst, moet u het papier met de afdrukzijde naar boven plaatsen.
9. Problemen verhelpen Als de foutcode "391", "392" of "393" is Als er geen vastgelopen papier gevonden kan worden, controleert u de posities van de papiergeleiders en papierstoppers in de lade en zorgt u ervoor dat het papier correct wordt geplaatst. Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier vanuit een papiercassette. Als er regelmatig papierstoringen optreden, reinigt u de papierinvoerrollen.
9. Problemen verhelpen 5 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 6 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 7 Houd de hendel (B) vast en sluit de scanner (a). Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer.
9. Problemen verhelpen 3 Als de foutcode is "409" 1 Sluit de achterste uitvoerlade (b). Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (d) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 2 4 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (c) volledig. Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
9. Problemen verhelpen 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. - 149 - 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (e) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (f) aan beide kanten van de fuser naar u.
9. Problemen verhelpen 9 10 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. - 150 - Draai de vergrendelingshendels (g) aan beide kanten van de band naar u en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden.
9. Problemen verhelpen 11 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. - 151 - 12 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. 13 Draai de vergrendelingshendels (g) aan beide kanten van de band naar voren.
9. Problemen verhelpen 14 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 16 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. 15 Kantel de vergrendelingshendels (f) aan beide kanten van de fuser. 17 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 18 Houd de hendel (B) vast om de scanner (c) te sluiten.
9. Problemen verhelpen Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer.
9. Problemen verhelpen Als een Document opstopping zich voordoet Als een document zichtbaar is in het papierpad. In deze sectie wordt beschreven wat u moet doen als er een documentstoring optreedt. 1 Open de klep van de automatische documentinvoer (a). 2 Trek het document eruit langs boven. • Als een document zichtbaar is in het papierpad. • Als een document niet zichtbaar is in de papierbaan Op het document bevestigde notitie stickers en labels kunnen een documentstoring veroorzaken.
9. Problemen verhelpen Als een document niet zichtbaar is in de papierbaan 1 2 Open de binnenste klep (b). 5 Als u de rand van het vastgelopen document kunt zien, trek hem er dan langzaam uit. Open de klep van de automatische documentinvoer (a). Verwijder het vastgelopen papier. Ga verder met stap 4 als u het vastgelopen document niet kunt verwijderen. Probeer het document niet met geweld te verwijderen. 3 4 Als u het document hebt kunnen verwijderen, ga dan verder met stap 8.
9. Problemen verhelpen 6 Als u de rand van het vastgelopen document onder de documentlade (c) kunt zien, tilt u de documentlade omhoog en trekt u het vastgelopen document voorzichtig weg. 7 Als u het document hebt kunnen verwijderen, sluit u de binnenste klep. 8 Sluit de klep van de automatische documentinvoer traag. Verwijder het document van de documentlade en sluit vervolgens de ADF-klep. Anders kunnen de documenten worden gescheurd of gevouwen.
9. Problemen verhelpen Kopieerproblemen Kan niet kopiëren • Kan niet kopiëren. Deze paragraaf beschrijft problemen met de kopieerfunctie. Punt van controle Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar. • Kan niet kopiëren Oplossing Is de machine uitgedaan? Zet de machine aan. Start de machine op? Wacht totdat het initialiseren is voltooid. Is uw document goed geplaatst? Plaats het document op juiste wijze.
9. Problemen verhelpen Punt van controle Nadert het einde van de levensduur van de band? Oplossing Referentie Vervang de band. Zijn er kleppen op de machine open? Sluit alle kleppen. De band vervangen (Uitgebreide gids) - Is er een fout opgetreden? Los de fout op. Is nog een job onderweg? Begin te kopiëren nadat de andere job volledig is. - Is een printer job van een computer of ander apparaat in voortgang? Wacht totdat het afdrukken is voltooid.
9. Problemen verhelpen Afdrukroblemen Kan niet afdrukken • Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X Deze paragraaf beschrijft problemen met het afdrukken vanaf de computer. Oorzaak • Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar. Meer info De machine staat in slaapstand of diepe slaapstand. Druk op de knop (ENERGIESPAARSTAND) om in de standby modus te komen. De machine is uitgeschakeld. Zet de machine aan. Een LAN-kabel of USB-kabel is ontkoppeld.
9. Problemen verhelpen • Voor Windows Oorzaak Oorzaak Oplossing Meer info De machine is niet ingesteld als standaardprinter. Stel de machine in als standaardprinter. Rechterklik op het [OKI MC563 *] icoon op de map [Devices and Printers (Apparaten en Printers)] folder en selecteer dan [Set as Default Printer (Instellen als Standaard Printer)]. * Geeft het type stuurprogramma aan. (ex. PCL6/PS/XPS/FAX) - De output-poort van de printerdriver is verkeerd.
9. Problemen verhelpen Scanproblemen Niet in staat te scannen Deze paragraaf beschrijft problemen met de scanfunctie. Punt van controle Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar. Oplossing Is het apparaat uitgeschakeld? Zet de machine aan. Is de kabel op de machine aangesloten? Controleer de kabelverbindingen en verbind de kabels dan op juiste wijze. Is de kabel beschadigd? Vervang de kabel.
9. Problemen verhelpen Faxproblemen Kan geen fax verzenden • Kan geen fax verzenden. Deze paragraaf beschrijft problemen met de faxfunctie. Punt van controle Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar. Oplossing Hebt u verzonden met de juiste procedure? Controleer de procedure en probeer vervolgens opnieuw. Hebt u het correcte fax nummer gespecificeerd? Indien u snel keuze gebruikt, print de snel keuze lijst om de inschrijving te controleren.
9. Problemen verhelpen • Na het kiezen kan het apparaat geen fax verzenden, zelfs als de knop (MONO) wordt ingedrukt. Punt van controle Oplossing Kan geen fax ontvangen • Kan geen fax ontvangen. Referentie Heeft u het geschikte beltype opgegeven? Specificeer het geschikte beltype voor uw regio. Is het document goed geplaatst? Plaats het document op juiste wijze. Heeft u het juiste nummer gekozen? Kies het juiste nummer.
9. Problemen verhelpen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel. Fout Meldingenlijst Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ... Als dit apparaat een fout vertoont, wordt op het aanraakscherm een foutbericht en/of een foutcode (een 3-cijferig nummer) weergegeven en knippert of brandt (STATUS) op het bedieningspaneel. Het netwerk is aan het initialiseren. Wacht een ogenblik totdat het apparaat met het netwerk verbinding maakt. Bestandsysteemcontrole.
9. Problemen verhelpen Wacht een ogenblik. Onderhoud uitvoeren. Levensduur beelddrum bereik De programma's op het apparaat worden geüpdatet. Schakel het apparaat niet uit totdat de update is voltooid. Het apparaat herstart automatisch nadat de update is voltooid. De aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm is bijna op. Leg nieuwe beelddrum gereed C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart Fuseereenheid nadert levensduur Toner is bijna op De fixeereenheid nadert levensduur.
9. Problemen verhelpen [TRAY] leeg. Schijf lezen/schrijf fout Er is geen papier in de aangegeven lade. Plaats het papier. Er is een fout in het bestandssysteem opgetreden. Druk op [Close (Sluiten)]. Bestandssysteem is vol. Flash fout Geheugen in het bestandssysteem is vol. Verwijder onnodige bestanden. Er is een fout opgetreden tijdens het updaten van de firmware. Contacteer de beheerder. Bestandssyst. is schrijfbeveil. Ongeld. afdrukgeg. ontvangen. Het bestandssysteem is schrijfbeveiligd.
9. Problemen verhelpen Wacht een ogenblik. Netwerkconfiguratie schrijven ... M Niet aanbevolen toner. Fout: 551, 555, 615, 621 Netwerkinstellingen voor dit apparaat zijn gewijzigd. De nieuwe instellingen worden opgeslagen. Wacht enkele ogenblikken. Het geïnstalleerde M (Magenta, rood) tonerpatroon is niet optimaal. We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken. Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ... Y Niet aanbevolen toner.
9. Problemen verhelpen Papierstoring: 390 Open de scanner unit en de ADF-kap. Fuseereenheid vervangen: 354 Vastgelopen papier via de papierbaan van de universele cassette.Verwijder vastgelopen papier. Als de rand van het vastgelopen papier niet zichtbaar is, opent u de voorklep en verwijdert u het papier. De fixeereenheid is aan vervanging toe. Vervang de fixeereenheid door een nieuwe eenheid. Door de uitvoerlade te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken.
9. Problemen verhelpen Controleer de Uitvoerlade: 310 USB-geheugen ontkoppeld. Aangegeven klep is open. Sluit de kap. Fout: 310 De uitvoerlade. Het USB-geheugen is tijdens het Scannen naar USB-Geheugen verwijderd. Sluit het USB-geheugen aan en probeer het opnieuw. IN/UIT schakelen Aansluiten op PC mislukt. Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw dealer. Er werd geen bestemmingscomputer voor het Scannen naar Computer gevonden.
9. Problemen verhelpen SMTP Auth Niet-ondersteund Opslagruimte vol De SMTP-server ondersteunt het authenticatiesysteem niet. Controleer de netwerkinstellingen. Geheugen in de FTP-server is laag. Verwijder overbodige bestanden en zorg voor vrije ruimte. Wijzig bestandsnaam. POP3-login mislukt De opgegeven bestandsnaam is niet aanvaardbaar. Controleer de FTP-server instellingen en verander de naam van het bestand. Een poging op de POP3-server in te loggen, resulteerde in een authenticatiefout.
9. Problemen verhelpen Fout: Beperkte toegang Verwijderd ongemachtigde gebruikersgegevens. Toeg. tot PC geweig. Gelieve PC te controleren. Gegevens fout beperking toegang werd verwijderd op grond van de afdrukbeperking. Verbinding maken met een computer mislukte tijdens het Scannen naar Computer. Controleer de instellingen op de computer. Problemen met Scan naar Computer (Uitgebreide gids) Verwijder aub het verbonden USB-apparaat. Niet ondersteund USB-apparaat is verbonden. Geg. verwijd.
9. Problemen verhelpen Sluit de achterste uitvoerlade. 581: Kan niet dubbelzijdig afdrukken. Niet verbonden met een draadloos verbindingspunt. Dubbelzijdig afdrukken is mislukt omdat de uitvoerlade aan de achterzijde open is. Sluit de uitvoerlade aan de achterzijde en probeer opnieuw. Geen draadloze LAN-toegangspunten worden gevonden. Zorg ervoor dat het toegangspunt is ingeschakeld. Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de draadloze LAN. Open de Uitvoerlade.
9. Problemen verhelpen Levensduur van afbeeldingsdrum. Printkwaliteit Niet Gegarandeerd. De aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm moet binnenkort worden vervangen. Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe. C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart Timeout gegevensontvangst. Gegevens konden niet binnen een bepaalde tijdsperiode worden ontvangen. Stel een hogere waarde voor de time-out bij de ontvangst van gegevens in. IPv4-adres zorgt voor een conflict. Wijzig het IPv4-adres.
10 Besturingsbeheer/ Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie Specificaties Deze paragraaf beschrijft het beheren van het apparaat en haar specificaties.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Het verdient aanbeveling om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te beschermen. Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. Zorg ervoor dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. 1 2 Druk op het bedieningspaneel op de knop 3 Voer het beheerderswachtwoord in. (INST.). Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op de knop (OK).
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie Duur van inactiviteit voor activering van Energiespaarstand instellen 1 2 Het apparaat heeft drie energiespaarstanden: Energiespaarstand, Slaap en Diepe slaag. In de Energiespaarstand wordt het scherm uitgeschakeld en gaat de indicator van de energiespaarstand oplichten of knipperen. Druk op de knop (ENERGIESPAARSTAND) om de Energiespaarstand in te schakelen.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Duur van inactiviteit voor activering van Slaapstand instellen 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop Beperkingen in energiespaarstanden Het apparaat gaat niet in de Slaapstand in de volgende gevallen: (INST.). • Wanneer er een fout op het apparaat optreedt Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op de knop (OK).
10. Besturingsbeheer/ Specificaties *2 De verstreken tijd in de slaapstand is niet opgenomen in de intervallen van de meldingstijd van de e-mailwaarschuwing en de intervallen van de updatetijd van de NTP-server Apparaat automatisch uitschakelen (Autom. uitschakelen) Het apparaat beschikt over de functie ‘Autom. uitschakelen’ die het apparaat automatisch uitschakelt wanneer het een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties 6 7 8 Druk op [Power Setup]. Duur van inactiviteit voor activering van ‘Autom. uitschakelen’ instellen Druk op [Auto Power Off]. Selecteer de waarde. 1 2 3 Druk op het bedieningspaneel op de knop (INST.). Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op de knop (OK). Voer het beheerderswachtwoord in.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Specificaties Algemene specificaties Deze paragraaf beschrijft de specificaties van het apparaat. MFP Model MC563/ES5463 MFP • Algemene specificaties Model Nummer N36401B Onderdeel MC563/ES5463 MFP • Kopieerspecificaties CPU ARM 667MHz • Faxspecificaties Geheugen DDR3 32-bits 1 GB • Scannerspecificaties ROM 3 GB • Afdrukspecificaties Gewicht (inclusief verbruiksartikelen) Ong.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Kopieerspecificaties Faxspecificaties Onderdeel Documentformaat ADF MC563/ES5463 MFP Compatibiliteit Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG A4, A5, A6, B5, B6, B6 Half, Brief, Executive, Uitspraak, 8.5 SQ, 16K (197 x 273 mm, 195 x 270 mm, 184 x 260 mm), Index Kaart, 4 x 6 inches, 5 x 7 inches, Enveloppen Modemsnelheid Maximaal 33,6 kbps Lijnen PSTN, PBX Lijn interface RJ11 x 2 (Lijn/TEL) Kleur 12 seconden Verzend snelheid Circa 2 seconden/pagina (ITU-T no.
10.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Onderdeel Capaciteit papierinvoer MC563/ES5463 MFP Netwerkspecificaties • Lade 1 250 vellen (minder dan 80 g/m2), totale dikte 25 mm of minder. • Multifunctionele lade 100 vellen (minder dan 80 g/m2) en totale dikte van 10 mm of minder, 10 enveloppen (85 g/m2). • Extra lade-eenheid (optioneel) 530 vellen standaardpapier 80 g/m2 en totale dikte 53 mm of minder.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties belemmering en (2) dit apparaat moet aannemen belemmeringen, inclusief belemmering niet veroorzaken die ongewilde operatie van dit apparaat kan veroorzaken. Draadloze LAN-specificaties (optie) Regulerende draadloze LAN verklaringen Le présent appareil est conforme aux la partie 15 des règles de la FCC et CNR d'Ubdustrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence.
10. Besturingsbeheer/ Specificaties Deze pagina legt de radiogolf gebruikte door OkiLAN900w uit. door het Ministerie van defensie, met maximum machtigde macht van 100 mW in de 2446,5 - 2483,5 MHz band. Gebruik buiten op gemeengoed is niet toegestaan. OkiLAN900w bedient aan 2,4 GHz. In de beneden opgesomde departementen voor de volledige 2,4 GHz en: Maximum machtigde macht binnen is 100 mW. Geen radiovergunning wordt vereist OkiLAN900w te gebruiken. Neem nota van de volgende punten.
Contact Us OKI Systems (UK) Ltd. Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ OKI Systems (Magyarország) Kft. H-1133 Budapest, Váci út 76 Hungary Tel: +44 (0) 1784 274300 Website: www.oki.com/uk Telefon: +36 1 814 8000 Telefax: +36 1 814 8009 Website: www.okihu.hu OKI Systems (Ireland) Ltd OKI Systems (Italia) S.p.A. A7 Calmount Park Ballymount Dublin 12 D12 TX94 Ireland via Milano, 11, 20084 Lacchiarella (MI) Tel: +353 (0) 1 4049590 Fax: +353 (0)1 4049591 Website: www.oki.
46590306EE Rev2