Operation Manual

- 46 -
2. Instellen
Een SSID wordt ook wel een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel
genoemd.
Direct met de Machine Verbinden
U kunt het apparaat als een draadloos toegangspunt gebruiken om draadloze apparaten
(computers, tablets, smartphones, etc.) rechtstreeks te verbinden. Controleer het volgende.
1
Controleer of uw draadloze toestellen overeenkomen met de volgende eisen.
Normen: IEEE 802.11 b/g/n
Beveiliging: WPA2-PSK(AES)
2
Controleer of uw draadloze apparaten WPS-PBC ondersteunen (drukknop).
Als u niet zeker weet of het apparaat WPS-PBC ondersteunt, sluit u het handmatig aan nadat u de printer hebt
ingeschakeld.
Na het aansluiten van de draadloze module schakelt u de draadloze LAN-module in op het
bedieningspaneel.
1
Druk op de knop [SETTING (OPTIES...)].
2
Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)]
te selecteren en druk op de knop .
3
Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop (OK).
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
4
Druk op de knop of knop om [User Install (Gebruikerinstallatie)]] te
selecteren en druk op de knop .
5
Druk op de knop of knop [Wireless Module (Draadloze module)] en
druk op de .
6
Zorg ervoor dat [Enable (Inschakelen)] geselecteerd is en druk vervolgens op
(OK).
7
Druk op knop tot het beginscherm wordt weergegeven.
8
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen.
Ga naar "Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructure)".
draadloze LAN-verbinding Inschakelen