MC573/ ES5473 MFP Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 1 Voor Windows ............................................................................................................................................ 44 Voor Mac OS X .......................................................................................................................................... 47 3 Voordat u aan de slag gaat .......................................................................... 4 Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid ..........................
Scannen annuleren ......................................................................................................................89 Als de foutcode "370", "371" of "372" is ................................................................................................... 143 Schermbeschrijvingen voor de Scanner ......................................................................................90 Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is ............................................
1 Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Algemene waarschuwingen Over deze handleiding Handelsmerken en andere informatie Licentie
1. Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Toont extra informatie welke, wanneer geen aandacht eraan wordt besteed of wordt niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel of dood. Toont extra informatie welke, wanneer niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel.
1. Voordat u aan de slag gaat Algemene waarschuwingen Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Mogelijk treedt een hoog voltage op, wat een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Ook kan een koppeling draaien, wat tot letsel kan leiden. Gebruik geen elektrische stofzuiger om gemorste toner mee op te zuigen. Het opzuigen van gemorste toner met een elektrische stofzuiger kan ontbranding tot gevolg hebben op grond van vonken van elektrische contacten of om andere redenen.
1. Voordat u aan de slag gaat Ga niet naar het deel waar papier uitgevoerd wordt, als u de stroom inschakelt of als afdrukken plaatsvindt. Letsel kan het gevolg zijn. Raak een beschadigd lcd-scherm niet aan. Letsel kan het gevolg zijn. Als er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD-scherm en deze terechtkomt in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met veel water. Win medisch advies in, indien noodzakelijk.
1. Voordat u aan de slag gaat Over deze handleiding Over Beschrijvingen Aanduidingen, symbolen, afbeeldingen en andere beschrijvingen zijn voorzien. Diverse informatie over deze handleiding is hier voorzien. Lees deze onderdelen voordat u deze handleiding gebruikt. • Over Tekens • Over Beschrijvingen • Over symbolen • Over illustraties • Hoe deze handleiding te gebruiken In deze sectie wordt beschreven hoe en onder welke voorwaarden u deze handleiding kunt gebruiken.
1. Voordat u aan de slag gaat Symbool Betekenis [] Indikerer et menynavn, artikkelnavn, alternativ, eller andre elementer som vises på skjermen på operatørpanelet. Geeft een menu aan, venster, of dialoog venster naam die wordt weergegeven op het scherm op een computer. Zij kunnen duidelijk worden onderscheiden in beschrijvingen of illustraties in procedures. "" Verwijst naar een melding op het scherm of de ingevoerde tekst. Geeft een bestandsnaam aan op een computer.
1.
1. Voordat u aan de slag gaat • FABRIKANT Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier. • IMPORTEUR NAAR DE EU/GEAUTORISEERDE VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey, TW20 0HJ Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
1.
2 Instellen Installatievereisten Controleren van de accessoires Uitpakken en installeren van de Machine Optionele apparatuur installeren Een telefoonlijn aansluiten Netsnoer aansluiten Apparaat verbinden met een computer Papier Laden Gegevens van instellingen controleren Dit Apparaat Instellen Een stuurprogramma en software op een computer installeren
2. Instellen Installatievereisten Installatieomgeving • Installatieomgeving Installeren van de machine in de volgende omgeving • Installatie Ruimte Omgevingstemperatuur: 10°C tot 32°C Omgevingsvochtigheid: 20% to 80% RH (relatieve vochtigheid) Maximale natte lamp temperatuur: 25°C • Wees voorzichtig om condensatie te voorkomen. Dit kan een storing veroorzaken. • Indien u uw machine installeert waar de omgevingsvochtigheid 30% RH of lager is, gebruik een bevochtiger of antistatische mat.
2. Instellen Installatie Ruimte • • • • • • Installeer de machine op een vlak oppervlak die breed genoeg is om de poten van de machine te laten staan. Installeer deze machine niet direct op een dik kleed of tapijt. Installeer deze machine niet in een afgesloten ruimte of ander locaties met slechte circulatie en ventilatie. Wanneer u deze machine continu gebruikt in een kleine ruimte voor een langere tijd, wees er zeker van dat u de ruimte ventileert.
2.
2. Instellen Controleren van de accessoires Bij de MC-modellen, zijn de starttonercartridges geïnstalleerd in de afbeeldingsdrums, die voor verzending in de fabriek in de printer zijn geïnstalleerd. Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven. De start toner patroon is niet geïnstalleerd in ES modellen. Installeer de toner patroon die wordt geleverd bij deze machine. Refereer aan "Vervangen van de afbeeldingsdrum". Letsel kan het gevolg zijn.
2. Instellen 2 Uitpakken en installeren van de Machine Til uw machine op en plaats de machine daar waar deze wordt geïnstalleerd. Dit deel beschrijft hoe u de machine uitpakt en installeert. Letsel kan het gevolg zijn. Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 31 kg weegt. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeeldingsdrum (de groene cilinder) hanteert, omdat deze breekbaar is. • Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of meer).
2. Instellen 5 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) tot deze niet meer verder kan. 6 Druk het uiteinde van de blauwe hendel van de tonercartridge in en draai deze naar voren totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. Draai de hendels van de 4 tonercartridges. - 19 - 7 Trek de vergrendelingshendels van de fuser naar u toe om de fuser te ontgrendelen. 8 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat.
2. Instellen 9 10 Duw op de blauwe hendel van de fuser en verwijder de veiligheidsstopper. 11 Duw op de vergrendelingshendels van de fuser om te fuser te vergrendelen. 12 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Houd de fuser vast bij de handgreep en lijn de fuser uit met de groeven achter de tonercartridges. Plaats vervolgens de fuser in het apparaat.
2. Instellen 13 Houd de hendel (B) vast om de scanner te sluiten.
2. Instellen Optionele apparatuur installeren Draadloze netwerkmodule installeren Installeer de draadloze netwerkmodule als u een draadloze verbinding wilt gebruiken. • Draadloze netwerkmodule installeren • Extra lade installeren • De printerdriver instellen 1 Controleer of het apparaat is uitgeschakeld en of het netsnoer en alle kabels zijn losgekoppeld.
2. Instellen 3 Haal de connector van de klep en sluit deze aan op de draadloze netwerkmodule. Extra lade installeren Bevestig de extra lade wanneer u meer papier nodig hebt. Er kunnen maximaal 2 laden worden geïnstalleerd. Stel het aantal laden in het stuurprogramma van de printer in nadat u de laden hebt geïnstalleerd. Modelnummer N36501 4 Installeer de draadloze netwerkmodule in het apparaat. Letsel kan het gevolg zijn. 5 Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 31 kg weegt.
2. Instellen 2 Als u twee extra laden wilt installeren, maakt u ze aan elkaar vast met de vergrendelstukken. 3 Steek de extra lade traag in het apparaat en lijn zowel de achterkant als de rechterkant uit. 4 - 24 - Schroef het apparaat en de extra lade vast met de vergrendelstukken.
2. Instellen 4 De printerdriver instellen Voer de totale hoeveelheid lades in en klik vervolgens op [OK]. Wanneer de extra lade is geplaatst, moet u het aantal laden instellen nadat het stuurprogramma van de printer is geïnstalleerd. Voor informatie over de installatie van het stuurprogramma voor de printer raadpleegt u "Over deze handleiding". • Om deze procedure te volgen, moet u inloggen naar een computer als de beheerder.
2. Instellen 4 4 5 Kies [Get installed options automatically] voor [Installable Options], en klik dan op [Setup]. Wanneer u een USB-verbinding gebruikt, selecteert u de totale hoeveelheid lades in [Beschikbare lades] in [Installeerbare opties]. 5 Klik op [OK]. • Extra lade(n) in het Mac OS X-printerstuurprogramma instellen 1 2 3 Selecteer [System Preferences] in het Apple menu. Selecteer [Printers & scanners]. Selecteer de machine en klik dan op [Options & Supplies].
2. Instellen Een telefoonlijn aansluiten Verbinden met een publieke lijn (indien men alleen faxen gebruikt) • Verbinden met een publieke lijn (indien men alleen faxen gebruikt) • Aansluiten op de publieke lijn (indien een telefoon aansluiten op de machine).
2. Instellen 3 Aansluiten op de publieke lijn (indien een telefoon aansluiten op de machine). 1 Een telefoon die is verbonden met de machine wordt de externe telefoon genoemd. Steek een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel (a) in de LINEconnector (b) van het apparaat en sluit het andere uiteinde aan op het openbare telefoonnet (analoog) (c). 2 Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op de externe telefoon in de TELconnector (e) van het apparaat.
2. Instellen De optische IP-telefoon aansluiten • Er kan maar een telefoon worden verbonden naar de machine. • Sluit de telefoon niet parallel op de machine aan. Als u de telefoon parallel met de machine aansluit, treden de volgende problemen op, wat tot gevolg heeft dat de machine niet goed werkt. - |Wanneer u de handset opneemt van de telefoon die is verbonden parallel terwijl de machine een fax verzendt of ontvangt, kan de fax afbeelding corrupt worden of er kan een communicatie fout ontstaan.
2. Instellen Aansluiten op de ADSL-omgeving • Als het niet lukt een faxnummer te kiezen, stel dan de PBX lijn op [ON (AAN)]. Naast de meegeleverde telefoonkabel hebt u een telefoonkabel van hetzelfde type nodig. Gebruikersinstallatie (Uitgebreide gids) • Wanneer een faxverzending of -ontvangst faalt, stelt u [Super G3] in op [OFF].
2. Instellen PBX, thuistelefoon of zakelijke telefoon aansluiten 1 Steek de meegeleverde telefoonkabel (a) die is aangesloten op het openbare 2 Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op een besturingsapparaat zoals PBX (e) in de TEL-connector (d) van het apparaat. Aansluiten als een extra telefoon telefoonnet (analoog) (c) in de LINE-connector (b) van het apparaat.
2. Instellen Een CS-tuner of digitale televisie aansluiten 1 Steek de meegeleverde telefoonkabel (a) die is aangesloten op het openbare 2 3 Verwijder de afdekking van de telefoon verbinding afdekking. telefoonnet (analoog) (c) in de LINE-connector (b) van het apparaat. Steek de telefoonkabel (f) die is aangesloten op de CS-tuner of de digitale televisie (e) in de TEL-connector (d) van het apparaat.
2. Instellen Netsnoer aansluiten Kan resulteren in vuur of elektrische schok. De stroomvoorziening moet aan de volgende voorwaarde voldoen. • AC: 110 tot 127V AC (Bereik van 99 tot 140V AC) / 220 tot 240V AC (Bereik van 198 tot 264V AC) • Frequentie: 50/60 Hz ± 2% • • Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een spanningsregelaar. • • Het maximale stroomverbruik van het apparaat is 1170 W. Controleer of de voeding van het apparaat voldoende is.
2. Instellen 1 Steek de stroomkabel in de voedingsconnector. 2 Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
2. Instellen Apparaat verbinden met een computer Aansluiten met een LAN-Kabel Gebruik een van de volgende vier methoden om het apparaat met een computer te verbinden. Een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twisted pair, straight) wordt niet meegeleverd. • Aansluiten met een LAN-Kabel • Verbinden via een draadloze netwerkverbinding (alleen als de draadloze netwerkmodule is geïnstalleerd) 1 Leg een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twist pair, straight) en hub.
2. Instellen 4 Steek het ene uiteinde van de LAN-kabel in de netwerkinterfaceconnector 5 Laat de netwerkkabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep. 6 Steek het andere uiteinde van de LAN-kabel in de hub. Ga naar de procedure voor de aansluiting van de telefoonkabel.
2. Instellen Verbinden via een draadloze netwerkverbinding (alleen als de draadloze netwerkmodule is geïnstalleerd) Aansluiten met een USB-kabel Een USB-kabel (Hi-Speed USB 2.0) wordt niet meegeleverd. Verbind het apparaat met een netwerk via een draadloos toegangspunt. 1 1 Controleer of uw draadloze toegangspunt aan de volgende vereisten voldoet. Normen: IEEE 802.11 a/b/g/n Als u wilt aansluiten in de modus USB 2.0 Hi-Speed, dan gebruikt u een Hi-Speed USB 2.0 USB-kabel.
2. Instellen Sluit de USB-kabel niet aan op de connector van de netwerkinterface. Dit kan een storing veroorzaken. 5 Als u Windows gebruikt, steekt u het andere uiteinde van de USB-kabel pas in de computer wanneer deze instructie op het scherm wordt weergegeven tijdens de installatie van het stuurprogramma. Laat de USB-kabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep. Ga naar de procedure voor de aansluiting van de telefoonkabel.
2. Instellen Rechtstreeks verbinden via een draadloze netwerkverbinding (alleen als de draadloze netwerkmodule is geïnstalleerd) U kunt het apparaat als een draadloos toegangspunt gebruiken om draadloze apparaten (computers, tablets, smartphones, etc.) rechtstreeks te verbinden. 1 Controleer of uw draadloze toestellen overeenkomen met de volgende eisen. Normen: IEEE 802.11 b/g/n Beveiliging: WPA2-PSK(AES) 2 Controleer of uw draadloze apparaten WPS-PBC ondersteunen (drukknop).
2. Instellen Papier Laden 3 Schuif de papierstopper (b) naar de lengte van het te laden papier. 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in lade 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt voor lade 2/3 (optioneel). Voor informatie over het papier dat u kunt gebruiken, raadpleegt u "Papiersoorten die kunnen worden geladen". 1 2 Trek de papier casette uit.
2. Instellen 7 Plaats de papiercassette terug in het apparaat. Duw tegen de papierlade tot deze stopt.
2. Instellen Gegevens van instellingen controleren Item WINS-server (Secundair) Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt “Eenvoudige instelling” weergegeven. Item • Wachtwoord beheren "999999" is standaard ingesteld vanuit de fabriek. Het verdient aanbeveling om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te beschermen. Wachtwoord beheren Waarde van instelling Het beheerderswachtwoord voor het apparaat. U kunt 6 tot 12 tekens gebruiken.
2. Instellen Dit Apparaat Instellen Volg de instructies op het scherm om de vereiste informatie in te stellen. 1 Schakel de machine in. 2 Volg de instructies op het scherm om de vereiste informatie in te stellen. Wanneer het apparaat is ingesteld, installeert u de software op de computer.
2. Instellen Een stuurprogramma en software op een computer installeren Voor Windows Verbind het apparaat en de computer via een netwerk of een USB-kabel en begin de installatie. Installeer op de computer de stuurprogramma’s voor de printer, de scanner, de fax, etc. vanaf de software-dvd. U kunt tegelijkertijd ook andere hulpprogramma’s installeren. Controleer de status van de machine alvorens te installeren. • De machine is ingeschakeld.
2. Instellen 5 Lees het [Environment advice (Omgevingsadvies)] en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 6 Selecteer [Network(Wired/Wireless) (Netwerk(Bekabeld/Draadloos))] of [USB connection (USB-aansluiting)] naargelang de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 8 Klik op [Install Optional Software (Installeer Optionele Software)].
2. Instellen 9 10 Zorg ervoor dat de software succesvol is geïnstalleerd en klik vervolgens op [Complete (Voltooien)]. - 46 - Klik op [Next (Volgende)].
2. Instellen 11 Klik op [Exit (Stoppen)]. Voor Mac OS X Deze paragraaf beschrijft hoe het PS printerstuurprogramma en scannerstuurprogramma geïnstalleerd moet worden. Zie het volgende over de installatie van hulpprogramma's. Software installeren (Uitgebreide gids) • Installeer het Mac OS X scannerstuurprogamma. 1 Zorg ervoor dat het apparaat en een computer zijn aangesloten en dat het apparaat ingeschakeld is en plaats vervolgens de meegeleverde "Software DVD-ROM" in de computer.
2. Instellen 5 Controleer de weergegeven inhoud en klik vervolgens op [Continue (Doorgaan)]. 6 7 Lees de licentie-overeenkomst en klik vervolgens op [Continue (Doorgaan)]. Klik op [Agree (Akkoord)]. 8 Klik op [Install (Installeren)]. 9 Voer het naam van de beheerder en het wachtwoord in en klik vervolgens op [Software installeren]. 10 - 48 - Om de opslaglocatie van het stuurprogramma te wijzigen, klikt u op [Change Install Location (Locatie installatie wijzigen)].
2. Instellen 11 7 8 Klik op [Restart (Herstarten)]. 9 10 • Installeer het PS-printerstuurprogamma voor Mac OS X. Na het voltooien van de installatie, druk in stap 15 een testpagina af. 1 Selecteer [Printers & scanners]. Klik op [+]. Klik op [Standaard (Default)]. Selecteer het apparaat en zorg ervoor dat [OKI MC573 PS] wordt weergegeven bij [Use (Gebruik)]. Zorg ervoor dat het apparaat en een computer aangesloten zijn en dat het Naamsoorten apparaat is ingeschakeld.
2. Instellen 13 Om de naam te wijzigen, voer een nieuwe naam in bij [Name: (Naam:)]. 11 12 Zorg ervoor dat het apparaat aan [Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [OKI MC573 PS] bij [Kind (Type)] wordt weergegeven. Als [OKI MC573 PS] niet bij [Kind (Type)] wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit. Klik op [Add(Toevoegen)].
3 Standaardfuncties Namen van onderdelen Basishandelingen op het bedieningspaneel De machine inschakelen of uitschakelen. Papier Laden Een document instellen Deze paragraaf beschrijft de basis handelingen van dit apparaat.
3. Standaardfuncties Namen van onderdelen Vooraanzicht Het hoofdstuk beschrijft de naam van elk onderdeel.
3.
3.
3. Standaardfuncties Basishandelingen op het bedieningspaneel Namen en Functies Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel. Deze paragraaf beschrijft het bedieningspaneel van het apparaat. • Namen en Functies • Naam en Functies op het Aanraakpaneel • De hoek van het operatorpanel aanpassen • Tekens invoeren Nr. - 55 - Naam Functie 1 Aanraak paneel Stel u in staat om een onderdeel in te stellen door te drukken op een weergegeven icoon.
3. Standaardfuncties Naam en Functies op het Aanraakpaneel • Wanneer u de hoek verandert van het bediening paneel, wees voorzichtig dat uw handen niet beklemd raken tussen deze machine en het bediening paneel. Verwonding kan optreden. Wanneer deze machine aangaat, wordt het hoofdscherm weergegeven op het aanraak paneel. • Druk niet hard op het aanraakpaneel of druk hier niet met een scherp voorwerp op. Hierdoor kan het aanraakpaneel worden beschadigd waardoor het niet meer goed functioneert.
3. Standaardfuncties Item 3 Hoofdgebied Beschrijving Onderdeel Beschrijving Druk om de kopieerfuncties te gebruiken 1 Stationaire knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen. Alleen beschikbare knoppen worden weergegeven op het gekozen menu. Druk om de scanfuncties te gebruiken. 2 Titel en bewerking geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor mogelijk bewerkingen. 3 Tab labels Weergeeft labels voor tabs.
3. Standaardfuncties De hoek van het operatorpanel aanpassen Tekens invoeren • Invoeren met het aanraakpaneel Het bedieningspaneel kan worden gekanteld voor een betere zichtbaarheid. 1 • Numerieke toetsenblok gebruiken voor invoer Houd het bedieningspaneel boven in het midden vast en trek het naar voren. Invoeren met het aanraakpaneel Wanneer u tekens moet invoeren terwijl u een item instelt, wordt het volgende invoerscherm weergegeven.
3. Standaardfuncties Item Beschrijving 5 Return-knop Plaatst een regeleinde. De knop verschijnt wanneer inhoudstekst van een e-mail wordt ingevoerd. 6 Knop links/knop rechts/knop omhoog/ knop omlaag Verplaatst de cursor naar links, rechts, omhoog of omlaag. 7 Hoofdletter Blokkering Schakelt tussen de hoofdletters en normale karakters. 8 Knop invoermodus Wisselt tussen de invoer methode (types van karakters) voor het invoeren van tekst.
3. Standaardfuncties • Een ingevoerd teken verwijderen Om het teken links van de cursor te verwijderen druk op de (CLEAR) knop. Om tekens te verwijderen die u achtereenvolgend heeft ingevoerd, druk en houd de (CLEAR) knop in.
3. Standaardfuncties De machine inschakelen of uitschakelen. De machine inschakelen • De machine inschakelen • De machine uitschakelen. 1 Controleer dat er geen documenten zijn geplaatst op de document glasplaat of 2 Druk op de vermogen schakelaar voor ongeveer een seconde. in de ADF, en de ADF afdekking gesloten is. Als de machine is ingeschakeld, licht het ledlampje van de aan/uit-schakelaar op.
3. Standaardfuncties 3 Het startscherm verschijnt wanneer het apparaat gereed is. De machine uitschakelen. • Controleer of het apparaat geen gegevens ontvangt voordat u het uitschakelt. • Druk en houd de uitschakelknop gedurende 5 seconden of langer in om de machine uit te schakelen. Gebruik deze methode alleen, als er een probleem optreedt. Voor problemen van deze machine, zie "Problemen verhelpen". 1 Druk gedurende een seconde op de hoofdschakelaar. Het bericht "Bezig met afsluiten.
3. Standaardfuncties Na een moment, gaat de machine automatisch uit, en de vermogen schakelaar LED lamp gaat uit. Wat u dient te doen als u deze machine lange tijd niet meer gebruikt Als u deze machine niet gebruikt voor een langere periode wegens vakantie, reizen of om andere redenen, haal dan de stekker uit het stopcontact. De machine heeft geen functiestoringen, als het snoer gedurende lange tijd uit het stopcontact blijft (vier weken of meer).
3. Standaardfuncties Papier Laden Papiersoorten die kunnen worden geladen Dit hoofdstuk geeft informatie over papier dat in een papierlade van dit apparaat kan worden geladen. • Ondersteunde papiersoorten Om het type papier en gewicht in te stellen, druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [Paper Setup (Papier Instellingen)] en druk op de lade die u wilt gebruiken en selecteer vervolgens [Media Type (Media Type)] of [Media Weight (Mediagewicht)].
3. Standaardfuncties Papiertype Papierformaat Aangepast formaat Breedte: 64 tot 216 Lengte: 90 tot 1321 • Lade 1 Papier gewicht 64 tot 220 g/m2 (17 tot 58 lb) Beschikbaar papierformaat A4 A5 A6* B5 B6* Letter Legal (13 inches) Legal (13,5 inches) Legal (14 inches) Executive Statement* 8,5" vierkant (8,5 x 8,5 inch) Folio (210 x 330 mm) 16K (184 x 260 mm) 16K (195 x 270 mm) 16K (197 x 273 mm) Aangepast formaat • Envelop Papiertype Papierformaat Monarch 98,4 x 190,5 (3.
3.
3. Standaardfuncties Papier in cassettes 1, 2 en 3 plaatsen 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in cassette 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt ook voor cassettes 2 en 3 (optioneel). 1 Trek de papier casette uit. Plaats geen papier boven de aanduiding " 2 Schuif de papiergeleider (a) naar de breedte van het te plaatsen papier.
3. Standaardfuncties 7 Druk de papier cassette aan totdat het stopt. Papier in universele cassette plaatsen Als u de universele cassette te hard opent en sluit, kan de papierinvoerrol van de universele cassette vallen en de plaatsing van papier hinderen. Mocht de papierinvoerrol van de universele cassette gevallen zijn, heft u de papierinvoerrol van de universele cassette op voordat u het papier plaatst. 8 9 10 11 Druk [Device Settings (Apparaatinstelling.)] op het aanraakpaneel.
3. Standaardfuncties 3 4 Open de sub ondersteuning 5 Zorg ervoor dat de papierinvoerrol goed blijft zitten. 6 Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven omhoog totdat de hoek de papier invoer ingang raakt. Pas de papier geleider van de handmatige invoer aan de breedte van het te plaatsen papier aan. Als de papierinvoerrol is gevallen, duwt u de rol naar boven en zet u deze vast. Plaats geen papier boven de aanduiding " " markering.
3. Standaardfuncties Papieropslag • Laad geen papier in verschillende formaten, soorten of gewichten. Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven. • Wanneer u vellen papier toevoegt, haalt u het geplaatste papier uit de universele cassette, legt u beide stapels papier netjes op elkaar en plaatst u deze stapel opnieuw in de cassette. • In een kast of op een andere droge en donkere plaats • Plaats geen voorwerpen, behalve papier, in de MP-lade.
3. Standaardfuncties Een document instellen Over documenten die men kan instellen • Over waar een document in te stellen Plaats een document in de automatische documentinvoer of op de glasplaat wanneer u een document wilt kopiëren, scannen of faxen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het document op deze machine instelt. • Over documenten die men kan instellen • Plaatsen in de ADF • Plaatsen op de glasplaat • ADF Te scannen formaat Papiercapaciteit Papiergewicht A4, A5, A6, B5, B6, Letter, Legal 13/13.
3. Standaardfuncties • Bedekte documenten Plaatsen in de ADF Observeer het volgende om schade aan de document glasplaat te voorkomen. • Wanneer u een dik document scant, druk het niet op de document glasplaat. Schud geen stapel documenten op de klep van de automatische documentinvoer. • Plaats een hard document voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. • Stel niet een document in die scherpe uitsteeksels heeft.
3. Standaardfuncties 3 Sluit de ADF-klep. 4 Plaats een document met de voorkant omhoog in de ADF. Als de [Direction (Richting)] is ingesteld op [Top Edge on Left (Bovenrand Links)] plaats het document op een zodanige wijze dat de bovenrand als eerste in de ADF wordt getrokken. 5 Als de [Direction (Richting)] is ingesteld op [Top Edge on Top (Bovenrand Boven)] plaats het document op een zodanige wijze dat de linkerrand als eerste in de ADF wordt getrokken.
3. Standaardfuncties Plaatsen op de glasplaat Druk niet krachtig op de glasplaat. 1 2 Open het deksel van de glasplaat. Plaats een document met afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. Als [Direction (Richting)] is ingesteld op [Top Edge on Left (Bovenrand links)], lijnt u de bovenrand van het document uit met de linkerbovenhoek van het glas. 3 Sluit voorzichtig de klep van de glasplaat. Sluit de klep voor de documenten voorzichtig.
4 Kopiëren Kopiëren Kopiëren annuleren Geef het Aantal Kopiëen aan Beschrijvingen van Kopieerschermen
4. Kopiëren Kopiëren 1 Geavanceerde Kopieerinstellingen (Uitgebreide gids) Druk op [Copy (Kopiëren)] op het aanraakscherm of op de knop (KOPIËREN) op het bedieningspaneel. De aanraak paneel weergave wisselt naar het kopieer bovenste scherm. 4 2 3 Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. Stel de kopieerinstelling in wanneer nodig. Nuttige functies (Uitgebreide gids) Voor een betere afwerking (Uitgebreide gids) Kleurinstellingen (Uitgebreide gids) - 76 - Druk op de (START) knop.
4. Kopiëren Kopiëren annuleren U kunt het kopiëren afzeggen voordat een boodschap wordt weergegeven om u te informeren dat het kopiëren gereed is. 1 Druk op de (STOP) knop wanneer u het document scant.
4. Kopiëren Geef het Aantal Kopiëen aan 1 Druk op [Copy (Kopiëren)] op het aanraakscherm of op de knop 2 3 Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. (KOPIËREN) op het bedieningspaneel. Gebruik het numerieke toetsenblok of de numerieke knoppen om het aantal kopieën in te voeren. • U kunt het aantal exemplaren van 1 tot 999 invoeren. • Wanneer u een onjuiste waarde invoert, druk op de 4 Druk op de (CLEAR) knop, en voer dan de juiste waarde in. (START) knop.
4. Kopiëren Beschrijvingen van Kopieerschermen Namen en functies van scherm-items voor kopiëren • [Copy] Label • Namen en functies van scherm-items voor kopiëren Onderdeel Stationaire knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen. 2 Titel en bewerking geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor mogelijk bewerkingen. 3 Tab labels Weergeeft labels voor tabs. Druk op een label om te wisselen tussen tabs.
4. Kopiëren • [Basic] Label Onderdeel • [Advanced] Label Beschrijving Onderdeel Beschrijving 1 Papierinvoer Specificeert de lade om het kopieer papier te plaatsen. 1 Continue Scan Scant meerdere sets van documenten als een enkele kopieer taak. 2 Dubbele Kopie Maakt kopieën op beide zijden van het papier. 2 Gemengd formaat 3 N-in-1 Combineert meerdere pagina's op een vel papier. 4 Zoomen Specificeert de zoom ratio voor het maken van vergrote of gereduceerde kopieën.
4. Kopiëren • [Image Settings] Label • [Function Settings] Scherm Onderdeel Onderdeel 1 Afb. instellingen Beschrijving Hiermee geeft u de volgende beeldinstellingen op: Documenttype, Achtergrondverwijdering, Toon-Via Verwijdering, Dichtheid, Contrast, Tint, Verzadiging en RGB. 2 Kleurmodus Specificeert kleurmodus voor het kopiëren van documenten.
5 Scannen Gescande gegevens als een emailbijlage versturen Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan Scannen annuleren Schermbeschrijvingen voor de Scanner
5. Scannen Gescande gegevens als een emailbijlage versturen Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt Als het apparaat is ingesteld via [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] > [E-mail Setting (Emailinstell.)], slaat u “Voordat u scan naar e-mail gebruikt” over. Als de gegevens niet zijn ingesteld, gebruikt u de volgende procedure voor de instelling.
5. Scannen E-mailadres invoeren om e-mail te versturen 1 Druk op [Scan (Scannen)] op het aanraakscherm of op de knop 2 3 Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. Druk op [Handmatige invoer]. 6 Voer een e-mailadres in. (SCANNEN) op het bedieningspaneel. Druk op [Scan To E-mail]. Als het toegangsbeheerd is ingeschakeld en het E-mailadres van de gebruiker die zich op dit moment aanmeldt staat geregistreerd, wordt het E-mailadres van de gebruiker automatisch [To (Ook)] ingevoerd.
5. Scannen 7 Stel scaninstellingen in, indien nodig. 8 Druk op [OK (OK)].
5. Scannen Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan Een gedeelde map op een computer creëren Deze paragraaf beschrijft het opslaan van gescande gegevens in een gedeelde map op een netwerk. Als u een gedeelde map met de volgende stappen aanmaakt, hebben alle gebruikers toegang tot de gedeelde map waarvan het account in uw computer is gezet.
5. Scannen Een bestemming registreren (profiel) • Wanneer er geen DNS-server in het netwerk is, kunt u de computer niet specificeren met de computernaam (de computernaam van de verzendingsbestemming). In dit geval, gebruik het IP adres van de computer om in te stellen. Maak een gedeelde map en registreer deze als een bestemming op de machine. Voorbeeld: Er kunnen maximaal 50 profielen worden geregistreerd. 1 2 7 8 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. Druk op [Profile]. 192.168.0.
5. Scannen Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken De gescande gegevens worden naar een PDF-, JPEG-, TIFF- of XPS-bestand geconverteerd en vervolgens naar de gedeelde map verzonden. PDF wordt als fabrieksstandaard ingesteld. Verbind het apparaat met een netwerk en maak een gedeelde map op de computer voordat u de functie ‘Scannen naar gedeelde map’ gebruikt.
5. Scannen Scannen annuleren U kunt scannen annuleren, als een bericht wordt weergegeven om u te melden dat men op dat moment daadwerkelijk scant. 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop (STOPPEN).
5. Scannen Schermbeschrijvingen voor de Scanner Scan Naar E-mail Scherm • [Scan To E-mail (Scannen Naar E-mail)] tabblad Deze sectie beschrijft de items van het scherm. • Scan Naar E-mail Scherm • Scan Naar Gedeelde Map Scherm Item - 90 - Takenlijst 1 Bestemming gebied Selecteer een bestemming voor een e-mailadres. Het geselecteerde e-mailadres verschijnt in dit gedeelte.
5. Scannen • Tabblad [Basic (Basis)] Onderdeel • Tab [Advanced (Geavanceerd)] Beschrijving Onderdeel Beschrijving 1 Adresboek Weergeeft e-mail adressen geregistreerd in het Adres Boek. Kies een e-mail adres als een bestemming vanaf het Adres Boek. 1 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen. Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant. 2 Groep lijst Weergeeft een lijst van groepen waarin e-mail adressen worden geregistreerd.
5. Scannen • Tabblad [Image settings (afbeeldings instell)] • [Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Destination (Bestemming)] Voeg toe, bewerk of verwijder een bestemming waarnaar een fax is verzonden.
5. Scannen Item Takenlijst 1 Instellen weergave gebied 1 Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen. 2 Instellen weergave gebied 2 Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen weergegeven in instelling weergave gebied 1. Scan Naar Gedeelde Map Scherm • [Scan To Shared Folder (Scan naar gedeelde map)] tabblad Item 1 Profielgedeelte Selecteer een doelprofiel in [Profiel selecteren]. Het geselecteerde profiel verschijnt in dit gedeelte.
5. Scannen • Tabblad [Basic (Basis)] Onderdeel • Tab [Advanced (Geavanceerd)] Beschrijving 1 Kleurmodus Specificeert kleurmodus om een document te scannen. 2 Scanformaat Geeft het scanformaat op wanneer u een document scant. 3 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen. Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant. 4 Richting De oriëntatie van de afbeeldingen specificeren. 5 Gemengd formaat Scant documenten met verschillende afmetingen.
5. Scannen • Tabblad [Image settings (afbeeldings instell)] • [Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Profile (Profiel)] Verwijder een geselecteerd profiel op de [Profiel]-tab.
5. Scannen Item 2 Instellen weergave gebied 2 Takenlijst Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen weergegeven in instelling weergave gebied 1.
6 Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren Over schermen en functies van printer-drivers Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen
6. Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PS-printerdriver voor Windows - 98 - 1 2 3 Open het af te drukken bestand. 4 klik op [Preferences]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Kies de printer driver.
6. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. Voor PS-printerdriver voor Windows 1 2 3 4 6 7 Klik op [OK]. Klik op [Print] op het [Print] scherm. - 99 - Open het af te drukken bestand. Kies [Print] vanaf het [File]-menu. Kies de PS printer driver. klik op [Preferences].
6. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. 6 7 Klik op [OK(OK)]. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
6. Afdrukken Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Voor Mac OS X U kunt instellen een papier grootte, papier lade, en papier gewicht, en papier type met de printer driver. • Voor Mac OS X - 101 - 1 2 Open het af te drukken bestand. 3 4 5 Selecteer de machine bij [Printer]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Selecteer het papierformaat bij [Paper Size (Papierformaat)]. Wijzig de instellingen in elk paneel naar wens.
6. Afdrukken Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster van Mac OS X 10.8.5 tot 10.11, klikt u op [Show details (Toon details)] onder in het dialoogvenster. 6 Klik op [Print].
6. Afdrukken Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak annuleren door de taak in de takenlijst op het bedieningspaneel te verwijderen. • De pagina's die klaar zijn om met dit apparaat te worden afgedrukt, kunnen niet worden geannuleerd. • Wanneer het bediening paneel aangeeft dat het printen bezig is voor een lange tijd, verwijder de print taak van de computer. 1 2 3 4 5 Druk op het bedieningspaneel op de knop (STATUS). Druk op het tabblad [Device Information]. Druk op [Job List].
6. Afdrukken Over schermen en functies van printer-drivers Windows PCL-printerdriver • [Setup] Label • Windows PCL-printerdriver • Windows PS Printer Driver • Mac OS X PS Printer Driver Item - 104 - Takenlijst 1 Stuurprogramma-instellingen Bewaar uw instellingen. 2 Lay-out van beeld Geeft een voorbeeld voor de ingestelde lay-out weer. 3 Media Specificeert de papier grootte, type, gewicht, papier aanvoer methode, of andere instellingen.
6. Afdrukken • [Job Options] Label • [Extend] Label Item Beschrijving 1 Kwaliteit Geeft de resolutie voor afdrukken op. 2 Schaal Geeft de hoeveelheid vergroting/verkleining voor afdrukken op. 3 Kopieën Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt. 1 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken. 2 Bedekkingen Wordt ingesteld bij het afdrukken van indelingen die op voorhand als overlays zijn geregistreerd bij de printer.
6. Afdrukken • [Paper/Quality] Label Windows PS Printer Driver • [Layout] Label Item Item Takenlijst 1 Hoek opslaan Specificeert de print richting. 2 Printen aan Beide Zijden Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt uitvoeren. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Pagina Formaat Geeft het aantal pagina's op, dat op een vel papier wordt afgedrukt of het afdrukken van een kleine boekje.
6. Afdrukken • [Job Options] Label Item Takenlijst 7 Gebruiker Autorisatie Specificeert de gebruiker autorisatie. 8 Over Weergeeft de versie van de printer driver. 9 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes. • Tabblad [kleur] Item Takenlijst 1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen. Wanneer u instelt [Toner Saving], zal de print dichtheid verminderen om toner te besparen.
6. Afdrukken • [Color Matching] Paneel Mac OS X PS Printer Driver • [Layout] Paneel Item Onderdeel Beschrijving 1 Pagina's per Vel Kiest het aantal pagina's dat wordt geprint op een vel papier. 2 Layout Richting Specificeert de layout die wordt toegepast wanneer u meerdere pagina's print op een vel papier. 3 Grens Specificeert en type van een grens. 4 Tweezijdig Specificeert wanneer dubbel printen uitgevoerd wordt. 5 Omgekeerde pagina oriëntatie.
6. Afdrukken Onderdeel • [Cover Page] Paneel Beschrijving 2 Pagina's om te printen. Specificeert pagina's om te printen. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Schalen om te passen op papier. Print om te passen op papier. Een document kan niet juist geprint worden afhankelijk van de instelling. Vergroot of reduceert een document om te passen op de uitvoer papier grootte door het kiezen van dit controle venster. 5 Bestemming Papier Grootte.
6. Afdrukken • Paneel [Kleur] Item • Paneel [Afdrukopties] Takenlijst 1 Grijsschaal Geeft aan dat er monochroom afgedrukt zal worden. 2 Kleur Hiermee selecteert u afstemming op kleurmodus bij afdrukken in kleur. Item - 110 - Takenlijst 1 Printopties Hiermee selecteert u afstemming op de items die ingesteld zijn zoals afdrukkwaliteit, papiertype, etc. 2 Setup items Hiermee selecteert u de items die op het tabblad Printersetup ingesteld kunnen worden.
6. Afdrukken • [User Authentication] Paneel Onderdeel • [Secure Print (Beveiligd afdrukken)] paneel Beschrijving 1 Gebruik Gebruikersauthenticatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in wilt stellen wanneer u print. 2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie 3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie 4 Authenticatiemethode Geef een authenticatiemethode op die u wilt gebruiken.
6. Afdrukken • Paneel [Voorraad] Item 1 Verbruiksartikelen Takenlijst Geeft de resterende hoeveelheid verbruiksartikelen weer.
6. Afdrukken Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen Item Item Takenlijst Takenlijst 1 Vlak met stationaire knoppen Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen. 2 Titel en bewerking geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor mogelijk bewerkingen. 3 Papierinvoer Specificeert de lade die is ingesteld om papier naar te kopiëren. 1 Stationaire knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
7 Fax Basisbediening van Faxfuncties Instelling voor ontvangsten Namen en functies van schermitems voor faxen
7. Fax Basisbediening van Faxfuncties Faxnummer voor verzending van fax invoeren • Faxnummer voor verzending van fax invoeren • Faxverzending annuleren - 115 - 1 Druk op [Fax/Internet Fax (Fax/Internetfax)] op het aanraakscherm of op de 2 Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat. knop (FAX) op het bedieningspaneel.
7. Fax 3 Druk op [Fax]. Faxverzending annuleren • Beëindigen Tijdens een Verzending • Beëindigen van een Gereserveerde Verzending Beëindigen Tijdens een Verzending U kunt de verzending van een faxbericht annuleren tijdens het tonen van een melding en het scannen. 1 4 5 6 Druk op de (STOP) knop. Druk op [Manual Dial (Handmatig kiezen)]. Voer het te kiezen nummer in en druk vervolgens op [OK]. Verander de instellingen wanneer nodig.
7. Fax Een fax die wordt verzonden wordt weergegeven aan de bovenkant van de lijst. 5 Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
7. Fax Instelling voor ontvangsten De Ontvangstmodus Instellen In deze paragraaf worden de verschillende instellingen voor het ontvangen van faxen beschreven. [Modus Fax klaar] wordt als fabrieksstandaard ingesteld. • De Ontvangstmodus Instellen Wijzig de instelling afhankelijk van uw omgeving. • Een lade om ontvangen documenten af te drukken • [Fax Ready Mode (Faxger.modus)]: Selecteer deze modus als u dit apparaat alleen voor faxen gebruikt.
7. Fax 3 Druk eenmaal op [ ] om van scherm te wisselen en druk vervolgens op [Admin Setup (Beheerdersinst.)]. 4 Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)]. De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en “999999". 5 Druk op het aanmeldscherm voor de beheerder op [OK]. - 119 - 6 Druk eenmaal op [ ] om van scherm te wisselen en druk vervolgens op [User Install (Gebruikersinstallatie)].
7. Fax 8 Selecteer de beste modus voor uw omgeving. Een lade om ontvangen documenten af te drukken Stel in welke papiertoevoerlade u wilt gebruiken voor het afdrukken van ontvangen faxen. • Trek de papiercassette niet uit tijdens het afdrukken. Hierdoor kan het apparaat zonder papier komen te zitten of een papierstoring vertonen. • Het apparaat kan gegevens voor maximaal 8192 vellen ontvangen. (Deze hoeveelheid kan wel verschillen naargelang de resterende geheugenruimte of de inhoud van het document.
7. Fax De wachttijd instellen vanaf Wanneer een inkomende oproep aankomt op Wanneer de ontvangst start (Antwoordwachttijd) • Gebruik alleen normaal of hergebruikt papier • De beschikbare papierformaten zijn A4, A5, B5, Letter, Legal 13, Legal 13.5, Legal 14, Statement, Folio. Basis Beschikbare Papierafmetingen voor het Afdrukken van Ontvangen Faxberichten AB A4 , A5 Amerikaans briefformaat Letter , A5 , B5 , Folio , Legal 13/13.
7. Fax Namen en functies van schermitems voor faxen • [Basic] Label • [Fax] Label Item 1 2 Bestemming gebied Afkorting knoppen Takenlijst Kies een fax bestemming. De gekozen fax bestemming verschijnt in dit gebied. Wanneer tenminste 1 bestemming is gespecificeerd, kunt u drukken op [Display all] om te bewerken, toe te voegen, of een bestemming te verwijderen. Onderdeel Weergeeft afkort iconen voor gebruik van bepaalde fax functies. De schermafbeelding toont de standaard fabrieksinstelling.
7. Fax • [Advanced] Label • [Fax Job View/ Cancel] Label Beëindig een uitzending of zie het detail van de taak die momenteel in voortgang is. • [Function Settings] > [Destination] Label Voeg toe, bewerk of verwijder een bestemming waarnaar een fax is verzonden. Onderdeel Beschrijving 1 Dichtheid Stelt een niveau van scan dichtheid bij. 2 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen. Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant.
7. Fax • [Function Settings] > [Scan Setting] Label Item Takenlijst 1 Instellen weergave gebied 1 Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen. 2 Instellen weergave gebied 2 Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen weergegeven in instelling weergave gebied 1.
8 Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Elk deel van de machine reinigen In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het apparaat onderhoudt zodat het goed blijft werken en een lange levensduur heeft.
8. Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen Deze paragraaf beschrijft het vervangen van verbruiksartikelen. Observeer de volgende voorzorgsmaatregelen bij het vervangen. • Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen • Tonercartridges vervangen • Vervangen van de afbeeldingsdrum • Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment Gooi toner of een tonercartridge niet in vuur.
8. Onderhoud Tonercartridges vervangen Wanneer het bericht "Toner [KLEUR] bijna op" ("[KLEUR]" geeft C (cyaan), M (magenta), Y (geel) of K (zwart) aan) verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende tonercartridge klaar. Als u toner doorslikt, spuug het dan uit. Win medisch advies in, indien noodzakelijk. Wanneer het bericht "[COLOR (KLEUR)] toner leeg" wordt weergegeven en het afdrukken wordt gestopt, vervangt u de tonercartridge.
8. Onderhoud 3 6 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. Til de tonercartridge (d) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit het apparaat. U kunt zich branden. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Gooi opgebruikte tonercartridges niet in vuur. Ze kunnen ontploffen, en de toner binnenin kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken. Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt.
8. Onderhoud 8 Schud de cartridge verscheidene malen verticaal en horizontaal. Plaats geen tonercartridge zonder de tape te verwijderen. 9 10 Verwijder de tape (e) van de tonercartridge. Plaats een nieuwe tonercartridge (d) door de inspringing aan de linkerzijde van de tonercartridge (f) op één lijn te brengen met het uitsteeksel (g) op de afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
8. Onderhoud 11 Houd de cartridge vast, druk het uiteinde van de blauwe hendel (c) van de tonercartridge in en draai deze vooruit totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. 13 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 14 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten. Wanneer de tonercartridge niet goed is bevestigd, kan de afdrukkwaliteit minder worden. 12 Sluit de scanner voorzichtig.
8. Onderhoud Vervangen van de afbeeldingsdrum Wanneer u zich moet ontdoen van gebruikte toner patronen, stop ze in polyethyleen zakken of andere container, en weer er zeker van om de regels of instructies te volgen van uw lokale overheid Wanneer het bericht "Afbeeldingsdrum [KLEUR] nadert einde levensduur" verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende drum klaar. Als u verder afdrukt, wordt het bericht "Einde levensduur afbeeldingsdrum [KLEUR]" weergegeven en wordt het afdrukken stopgezet.
8. Onderhoud U kunt instellen wanneer het bericht "[COLOR (KLEUR)] levensduur afbeeldingsdrum bijna bereikt" moet worden weergegeven. Druk op het aanraakscherm op [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinst.)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)] > [Drum Near Life Timing (Timing van naderen van levensduur)] om de instelling te wijzigen. Beschikbare waarden zijn van 500 tot 5.000 (toenemend in stappen van 500). 1 2 Leg een afbeeldingsdrum klaar.
8. Onderhoud 7 Til de tonercartridge (e) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit de afbeeldingsdrum. 8 9 Maak een nieuwe afbeeldingsdrum open en plaats het op een vlak oppervlak. afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats. 12 Verwijder het droogmiddel. 10 Verwijder de klep van de toner.
8. Onderhoud 13 Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats de drum in het apparaat. Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 14 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
8. Onderhoud 3 Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. U kunt zich branden. Dit deel beschrijft hoe de afbeelding trommel en toner patroon te vervangen met nieuwe op hetzelfde moment. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar is.
8. Onderhoud 8 Verwijder het deksel van de toner. 9 Pak een nieuw tonerpatroon uit. Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt. U kunt zich branden. 10 Schud het patroon verscheidene malen verticaal en horizontaal. 11 Verwijder de tape (d) van de tonercartridge.
8. Onderhoud afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats. Raadpleeg "Tonercartridges vervangen". voor de installatiemethode. 13 14 Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats de drum in het apparaat. 15 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 16 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten.
8. Onderhoud Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. 17 Gelieve afbeeldingsdrums en tonerpatronen te recycleren.
8. Onderhoud Elk deel van de machine reinigen De glasplaat reinigen Reinig de document glasplaat eenmaal per maand om de afbeeldingskwaliteit van de afdrukken te behouden. • De glasplaat reinigen • Reinigen van de LED-kop Gebruik geen benzine, verdunners, of alcohol. Zij kunnen de plastic onderdelen van de machine beschadigen. - 139 - 1 Open het deksel van de glasplaat.
8. Onderhoud Reinigen van de LED-kop Wanneer de documentglasplaat en het documentvasthoudkussen zeer vuil zijn, veeg ze voorzichtig af met een doekje dat vochtig is gemaakt met een neutraal reinigingsmiddel en goed uitgeperst, en veeg dan nogmaals af met een doekje dat iets vochtig is gemaakt met water en goed uitgeperst. 3 Reinig de LED-kop als er verticale witte lijnen verschijnen, als de afbeeldingen vervagen of als er vlekken zijn in het gebied rond letters op de afdrukken.
8. Onderhoud 2 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 4 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 5 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3 Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen.
9 Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Als een Document opstopping zich voordoet Kopieerproblemen Afdrukroblemen Scanproblemen Faxproblemen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
9. Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Als de foutcode "370", "371" of "372" is • Als de foutcode "370", "371" of "372" is • Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is 1 Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn 2 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig. • Als de foutcode is "390" geplaatst, verwijdert u ze.
9. Problemen verhelpen 3 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
9. Problemen verhelpen 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (c) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser naar u. 9 10 - 145 - Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. Draai de vergrendelingshendels (e) aan beide kanten van de band naar u en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden.
9. Problemen verhelpen 11 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. - 146 - 12 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. 13 Draai de vergrendelingshendels (e) aan beide kanten van de band naar voren.
9. Problemen verhelpen 14 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 16 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat 15 Kantel de vergrendelingshendels (c) aan beide kanten van de fuser. 17 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 18 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten.
9. Problemen verhelpen Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. - 148 - 1 Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn 2 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig.
9. Problemen verhelpen 3 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
9. Problemen verhelpen 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (c) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser naar u. 9 10 - 150 - Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. Controleer of er geen stukjes papier zijn achtergebleven in het apparaat.
9. Problemen verhelpen 11 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 13 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. 12 Kantel de vergrendelingshendels (d) aan beide kanten van de fuser. 14 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 15 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten.
9. Problemen verhelpen Als de foutcode is "390" Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer. - 152 - 1 Als er documenten in de automatische documentinvoer of op de glasplaat zijn 2 Als er papier in de universele cassette is geplaatst, verwijdert u het.
9. Problemen verhelpen 3 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig. 5 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak. 4 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 6 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
9. Problemen verhelpen 7 8 Open de transparante klep (c) in het apparaat en verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. 9 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 10 Wanneer u papier in de universele cassette plaatst, moet u het papier met de afdrukzijde naar boven plaatsen. 11 Houd de hendel (B) vast om de scanner (a) te sluiten. Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat.
9. Problemen verhelpen Als de foutcode "391", "392" of "393" is Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier vanuit een papiercassette. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer.
9. Problemen verhelpen 3 Plaats de papiercassette (a) terug in de machine. 5 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (b) volledig. 4 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (a) volledig. 6 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
9. Problemen verhelpen 7 Houd de hendel (B) vast en sluit de scanner (a). Als de foutcode is "409" 1 Sluit de achterste uitvoerlade (b). 2 Houd de hendel (B) vast en open de scanner (c) volledig. Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer.
9. Problemen verhelpen 3 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (d) volledig. 5 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 6 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. U kunt zich branden. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 4 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
9. Problemen verhelpen 7 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (e) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u. 8 Draai de vergrendelingshendels (f) aan beide kanten van de fuser naar u. 9 10 - 159 - Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. Draai de vergrendelingshendels (g) aan beide kanten van de band naar u en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden.
9. Problemen verhelpen 11 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. - 160 - 12 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. 13 Draai de vergrendelingshendels (g) aan beide kanten van de band naar voren.
9. Problemen verhelpen 14 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 16 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. 15 Kantel de vergrendelingshendels (f) aan beide kanten van de fuser. 17 Sluit de uitvoerlade (b) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 18 Houd de hendel (B) vast om de scanner (c) te sluiten.
9. Problemen verhelpen Sluit de scanner voorzichtig. Anders kan de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer vallen en de plaatsing van documenten hinderen. Als de documentinvoerrol van de automatische documentinvoer is gevallen, opent en sluit u de klep van de automatische documentinvoer.
9. Problemen verhelpen Als een Document opstopping zich voordoet Als een document zichtbaar is in het papierpad. • Als een document zichtbaar is in het papierpad. • Wanneer een document vastloopt in de ADF (Automatischedocumenttoevoer) 1 Open de klep van de automatische documentinvoer (a). 2 Trek het document eruit langs boven. Op het document bevestigde notitie stickers en labels kunnen een documentstoring veroorzaken.
9. Problemen verhelpen Wanneer een document vastloopt in de ADF (Automatischedocumenttoevoer) 1 2 Open de binnenste klep (b). 5 Als u de rand van het vastgelopen document kunt zien, trek hem er dan langzaam uit. Open de klep van de automatische documentinvoer (a). Verwijder het vastgelopen papier. Ga verder met stap 4 als u het vastgelopen document niet kunt verwijderen. Probeer het document niet met geweld te verwijderen. 3 4 Als u het document hebt kunnen verwijderen, ga dan verder met stap 8.
9. Problemen verhelpen 6 Als u de rand van het vastgelopen document onder de documentlade (c) kunt zien, tilt u de documentlade omhoog en trekt u het vastgelopen document voorzichtig weg. 7 Als u het document hebt kunnen verwijderen, sluit u de binnenste klep en gaat u verder met stap 8. 8 Sluit de klep van de automatische documentinvoer traag. Verwijder het document van de documentlade en sluit vervolgens de ADF-klep. Anders kunnen de documenten worden gescheurd of gevouwen.
9. Problemen verhelpen Kopieerproblemen Kan niet kopiëren • Kan niet kopiëren. • Kan niet kopiëren Punt van controle Oplossing Is de machine uitgedaan? Zet de machine aan. Start de machine op? Wacht totdat het initialiseren is voltooid. Is uw document goed geplaatst? Plaats het document op juiste wijze. Zit er papier in de lade? Plaats papier in de cassette. Controleer of de papierbak is geïnstalleerd in de machine.
9. Problemen verhelpen Punt van controle Nadert het einde van de levensduur van de band? Oplossing • Sorteren van kopieën niet mogelijk Referentie Vervang de band. Punt van controle De band vervangen (Uitgebreide gids) Zijn er kleppen op de machine open? Sluit alle kleppen. Is er een fout opgetreden? Los de fout op. Is nog een job onderweg? Begin te kopiëren nadat de andere job volledig is. Wacht totdat de verzending is voltooid.
9. Problemen verhelpen Afdrukroblemen Kan niet afdrukken • Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X • Kan niet afdrukken Oorzaak - 168 - Oorzaak Oplossing Meer info De machine staat in slaapstand of diepe slaapstand. Druk op de knop (ENERGIEBESPARING) om in standbystatus te gaan. De machine is uitgeschakeld. Zet de machine aan. Een LAN-kabel of USB-kabel is ontkoppeld. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten op het apparaat en de computer. Er is mogelijk een probleem met een kabel.
9. Problemen verhelpen • Voor Windows Oorzaak Oorzaak Oplossing Meer info De machine is niet ingesteld Stel de machine in als als standaardprinter. standaardprinter. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram [OKI MC573] in de map [Devices and Printers (Apparaten en printers)] en selecteer vervolgens [Set as Default Printer (Als standaardprinter instellen)] (als er meerdere stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd, selecteert u [OKI MC573*]]. * Selecteer het vereiste type driver.
9. Problemen verhelpen Scanproblemen Niet in staat te scannen • Niet in staat te scannen Punt van controle - 170 - Oplossing Is het apparaat uitgeschakeld? Zet de machine aan. Is de kabel op de machine aangesloten? Controleer de kabelverbindingen en verbind de kabels dan op juiste wijze. Is de kabel beschadigd? Vervang de kabel. Is de netwerkinstelling correct? Stel de netwerkinstelling correct in. Is er een fout opgetreden? Volg de instructies op het scherm van de machine.
9. Problemen verhelpen Faxproblemen Kan geen fax verzenden • Kan geen fax verzenden. • Kan geen fax verzenden • Kan geen fax ontvangen Punt van controle Oplossing Hebt u verzonden met de juiste procedure? Controleer de procedure en probeer vervolgens opnieuw. Hebt u het correcte fax nummer gespecificeerd? Indien u snel keuze gebruikt, print de snel keuze lijst om de inschrijving te controleren.
9. Problemen verhelpen • Een document kan niet continu worden verzonden Punt van controle Heeft u het document op de juiste wijze in de ADF geplaatst? Oplossing Punt van controle Is het geheugen vol? Referentie Plaats het document nadat u de voorste rand ervan heeft uitgelijnd. Een document instellen • Na het kiezen kan het apparaat geen fax verzenden, zelfs als de knop (STARTEN) wordt ingedrukt.
9. Problemen verhelpen Kan geen fax ontvangen • Kan geen fax ontvangen. Te controleren aspect Oorzaak Oplossing Heeft u de geschikte ontvangstmodus Controleer de ontvangstmodus. gespecificeerd? Zit er papier in de lade? Laadt het papier. Is er een papierstoring? Controleer een foutmelding en verwijder dan het geblokkeerde papier.
9. Problemen verhelpen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel. Fout Meldingenlijst Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ... Als dit apparaat een fout vertoont, wordt op het aanraakscherm een foutbericht en/of een foutcode (een 3-cijferig nummer) weergegeven en knippert of brandt (STATUS) op het bedieningspaneel. Het netwerk is aan het initialiseren. Wacht een ogenblik totdat het apparaat met het netwerk verbinding maakt.
9. Problemen verhelpen Update de firmware. Schakel voeding niet UIT. Niveau Afbeeldingsdrum De programma's op het apparaat worden geüpdatet. Schakel het apparaat niet uit totdat de update is voltooid. Het apparaat herstart automatisch nadat de update is voltooid. De aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm is bijna op. Leg nieuwe beelddrum gereed C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart Levensduur Fixeereenheid. Toner is bijna op De fixeereenheid nadert levensduur.
9. Problemen verhelpen [TRAY (LADE)] leeg. Schijf lezen/schrijf fout Er is geen papier in de aangegeven lade. Plaats het papier. Er is een fout in het bestandssysteem opgetreden. Druk op [Close (Sluiten)]. Bestandssysteem is vol. Flash fout Geheugen in het bestandssysteem is vol. Verwijder onnodige bestanden. Er is een fout opgetreden tijdens het updaten van de firmware. Contacteer de beheerder. Het bestandssysteem is schrijfbeveiligd. Ongeld. afdrukgeg. ontvangen.
9. Problemen verhelpen Wacht een ogenblik. Melding Verwerking van gegevens ... Onvoldoende geheugen. Fout: 420 Berichten die op het apparaat worden weergegeven worden bijgewerkt. Wacht enkele ogenblikken. Gegevens zijn te ingewikkeld. fout: vol geheugen opgetreden tijdens de verwerking. Verminder het volume van de printgegevens. Wacht een ogenblik. Melding gegevens schrijven ... Opvangbak Voor Gebruikte Toner Vol Vervang deze met een nieuw Tonerpatroon.
9. Problemen verhelpen Toner Niet Geïnstalleerd. Fout: 610, 611, 612, 613 Een papierstoring is onder de afbeeldingsdrum of rondom de fixeereenheid opgetreden. Verwijder het papier. Fout: 380, 381, 382, 383, 385, 389 Een aangegeven kleuren-tonerpatroon op het scherm is niet geïnstalleerd. Installeer het tonerpatroon. C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart Een papierstoring is binnen het apparaat opgetreden. Open de klep en verwijder het papier.
9. Problemen verhelpen De levensduur van de bandeenheid is bereikt. Installeer Nieuwe TransportbandEenheid. Fout: 355 [COVER (COLOR)] open. Fout: 310 Aangegeven klep is open. Sluit de kap. Fout: 310 De uitvoerlade. De transportband-eenheid is aan vervanging toe. Vervang de transportband-eenheid met een nieuwe eenheid. Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel mogelijk door een nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
9. Problemen verhelpen UIT/AAN Drager Fout <1> Bestandstransmissiefout Er is een fout opgetreden in de drager van de scanner. Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw dealer. Er is een fout opgetreden zoals een storing bij de server of een loskoppeling van een netwerkkabel tijdens het uitvoeren van Scannen naar gedeelde map. Controleer de netwerkverbinding. Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)]. USB-geheug.
9. Problemen verhelpen Controleer DNS-instellingen. Controleer netwerksharenaam. Kan geen verbinding maken met de DNS-server. Controleer de netwerkverbinding. De naam van de gedeelde netwerkmap is niet correct. Controleer de mapnaam in. Controleer serverinstellingen Controleer gegevens. Programeer Data Schrijf Fout Kan geen verbinding maken met de fileserver. Controleer de netwerkinstellingen. Er is een fout opgetreden tijdens de update van het programma. Serverlogin mislukt.
9. Problemen verhelpen Verwijder aub het verbonden USB-apparaat. USB-apparaat is niet herkend. Verwerking werd geannuleerd door een fout van het apparaat. Na onderhoud of een ander apparaat, gelieve opnieuw te proberen. Het aangesloten USB-apparaat werd niet herkend. Verwijder aub het USB-apparaat. De gegevensvewerking werd geannuleerd door een opgetreden fout bij het apparaat. Repareer of vervang het apparaat en probeer opnieuw. Verwijder aub de USB-hub. USB-hub is aangesloten.
9. Problemen verhelpen Kan best. niet lezen. Onvoldoende geheugen opgetr. tijdens Fax Tx-reservatie. Bestanden kunnen niet worden gelezen. Controleer het apparaat waar de bestanden zijn opgeslagen. Fout: onvoldoende geheugen is tijdens het Scannen Naar Fax opgetreden. Best. vanaf USB laden. Onvoldoende geheugen. Gegevens worden vanaf het USB-Geheugen gelezen. Druk op de Stopknop om het lezen te annuleren. Fout: onvoldoende geheugen is tijdens faxontvangst opgetreden. E-mailontvangst is geannuleerd.
9. Problemen verhelpen Onbekend verbruiksartikel gedetect Raadpleeg de handleiding "Problemen oplossen" Enkelzijdig afdrukken werd uitgevoerd daar de papierinstelling dubbelzijdig afdrukken niet toestond. De printer zal niet optimaal functioneren en de afdrukkwaliteit zal verminderen als er een onbekend verbruiksartikel wordt gebruikt.
10 Beheer/Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie Specificaties
10. Beheer/Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Het verdient aanbeveling om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te beschermen. Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. Zorg ervoor dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. 1 2 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. 3 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 4 5 Druk meerdere keren op 6 7 8 Voer een nieuw wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
10. Beheer/Specificaties Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie Duur van inactiviteit voor activering van Energiespaarstand instellen Het apparaat heeft drie energiespaarstanden: Energiespaarstand, Slaap en Diepe slaag. In de Energiespaarstand wordt het scherm uitgeschakeld en gaat de indicator van de energiespaarstand oplichten of knipperen. Druk op de knop (ENERGIESPAARSTAND) om de Energiespaarstand in te schakelen.
10. Beheer/Specificaties Duur van inactiviteit voor activering van Slaapstand instellen 1 2 3 4 5 6 7 Beperkingen in energiespaarstanden Het apparaat gaat niet in de Slaapstand in de volgende gevallen: Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. • Wanneer er een fout op het apparaat optreedt Druk meerdere keren op Instellingen)].
10. Beheer/Specificaties • UPnP Apparaat automatisch uitschakelen (Autom. uitschakelen) • LLTD Het apparaat beschikt over de functie ‘Autom. uitschakelen’ die het apparaat automatisch uitschakelt wanneer het een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. • MIB* *Referenties met een aantal ondersteunde MIB (het Get-commando) bevinden zich mogelijk in de diepe slaapstand. Er zijn drie opties voor de instelling ‘Autom. Uitschakelen’. Standaard is [Auto Config (Autoconfig)] vanuit de fabriek ingesteld.
10. Beheer/Specificaties 7 Selecteer de waarde. Duur van inactiviteit voor activering van ‘Autom. uitschakelen’ instellen - 190 - 1 2 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. 3 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 4 5 6 7 Druk meerdere keren op Druk meerdere keren op Instellingen)]. of en druk op [Admin Setup (Admin De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en “999999".
10. Beheer/Specificaties Specificaties Algemene specificaties • Algemene specificaties MFP Model • Kopieerspecificaties MC573/ES5473 MFP Model Nummer N36401A/N36401B • Faxspecificaties • Scannerspecificaties Onderdeel MC573/ES5473 MFP • Afdrukspecificaties CPU MF2 667MHz • Netwerkspecificaties Geheugen DDR3 32-bits 1 GB • Draadloze LAN-specificaties (optie) ROM 3 GB Gewicht (inclusief verbruiksartikelen) Ong.
10. Beheer/Specificaties Kopieerspecificaties Faxspecificaties Onderdeel Documentformaat ADF MC573/ES5473 MFP Compatibiliteit Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG A4, A5, A6, B5, B6, Letter, Executive, Statement, 8.
10. Beheer/Specificaties Scannerspecificaties Afdrukspecificaties Onderdeel MC573/ES5473 MFP Type Glasplaat met ADF functie Beeld sensor Kleur CIS Lichtbron Documentdikte Scansnelheid MC573/ES5473 MFP Afdruk methode Droge elektrofotografische registratiemethode met LED (light-emitting diode) LED Paginabeschrijvingstaal PostScript 3, PCL5c, PCL6 (XL), IBM5577, XPS, PDF (v1.
10. Beheer/Specificaties Onderdeel Capaciteit papierinvoer MC573/ES5473 MFP Netwerkspecificaties • Lade 1 250 vellen (minder dan 80 g/m2), totale dikte 30 mm of minder. • Multifunctionele lade 100 vellen (minder dan 80 g/m2) en totale dikte van 10 mm of minder, 10 enveloppen (85 g/m2). • Extra lade-eenheid (optioneel) 530 vellen standaardpapier 80 g/m2 en totale dikte 53 mm of minder.
10. Beheer/Specificaties belemmering en (2) dit apparaat moet aannemen belemmeringen, inclusief belemmering niet veroorzaken die ongewilde operatie van dit apparaat kan veroorzaken. Draadloze LAN-specificaties (optie) Regulerende draadloze LAN verklaringen Le présent appareil est conforme aux la partie 15 des règles de la FCC et CNR d'Ubdustrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence.
10. Beheer/Specificaties Deze pagina legt de radiogolf gebruikte door OkiLAN900w uit. door het Ministerie van defensie, met maximum machtigde macht van 100 mW in de 2446,5 - 2483,5 MHz band. Gebruik buiten op gemeengoed is niet toegestaan. OkiLAN900w bedient aan 2,4 GHz. In de beneden opgesomde departementen voor de volledige 2,4 GHz en: Maximum machtigde macht binnen is 100 mW. Geen radiovergunning wordt vereist OkiLAN900w te gebruiken. Neem nota van de volgende punten.
Contact Us Oki Systems (Finland) Oy Oki Systems (UK) Ltd Oki Systèmes (France) S.A. OKI Systems Rus, LLC (Russia) Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ Zone Silic - Immeuble Osaka 21 rue du Jura CS 90277 94633 RUNGIS Cedex Paris Sector B, 3rd Floor, Svyatogor-4 Business Center10/4, Letnikovskaya str.115114, Moscow Tel: +44 (0) 1784 274300 Fax: +44 (0) 1784 274301 http://www.oki.co.uk Tél: Standard 0820 200 410 (0.
46472406EE Rev1