Operation Manual
- 55 -
3. Standaardfuncties
Basishandelingen op het bedieningspaneel
Deze paragraaf beschrijft het bedieningspaneel van het apparaat.
• Namen en Functies
• Naam en Functies op het Aanraakpaneel
• De hoek van het operatorpanel aanpassen
• Tekens invoeren
Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel.
Namen en Functies
Nr. Naam Functie
1 Aanraak paneel Stel u in staat om een onderdeel in te stellen door te drukken op
een weergegeven icoon.
2 Knop HOME/HELP Weergeeft het hoofdscherm.
3 Knop KOPIËREN Weergeeft het kopieer functie scherm.
4 Knop SCANNEN Weergeeft het scan functie scherm.
5 Knop AFDRUKKEN Weergeeft het print functie scherm.
6 Knop FAXEN Weergeeft het fax functie scherm.
7 Indicator DATA IN GEHEUGEN Licht op wanneer er zich gegevens in het geheugen bevinden.
8 Knop STATUS Weergeeft het status menu. Flikker/licht op wanneer er een fout
status is.
U kunt de resterende hoeveelheid controleren van
verbruiksmiddelen en fax communicatie status.
9 Knop WISSEN Wis de ingevoerde waarde.
10 Knop STARTEN Start kopierenkopiëren, scannen, faxen, of printen vanaf USB
Geheugen.
11 Knop STOPPEN Stopt kopiëren, fax verzendingen, of andere taken.
12 Knop ENERGIESPAARSTAND Gaat naar of verlaat de vermogen besparing modus.
Brandt groen in de energiebesparende modus; knippert groen
(om de 3 seconden) in de slaapmodus; knippert groen (om de 6
seconden) in de diepeslaapmodus.
13 AAN/UIT-knop Zet deze machine aan of uit.
14 Numerieke toetsenblok Hiermee voert u cijfers en symbolen in.