Operation Manual
Nuttige functies voor het printen vanaf een computer
-71-
Afdrukken
4
5 Configureer de overige instellingen,
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
Voor Mac OS X PS-
printerstuurprogramma
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Druk af] uit het menu
[Archief].
3 Selecteer [Printer Features] uit het
paneelmenu.
4
Selecteer [
Taakopties
] uit [
Feature
Sets
].
5
Selecteer het selectievakje [
Toner
besparen
].
6 Configureer de overige instellingen,
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
Memo
Open het gedetailleerde instellingenmenu door op de knop
[Show Details] te drukken in Mac OS X 10.7 tot 10.8 of
door op het driehoeksymbool te klikken aan de zijkant van
het menu [Printer] in Mac OS X 10.5 tot 10.6.
Beveiligd afdrukken (alleen voor
MB491/MB491+LP/ES4191 MFP/
MPS4200mb/MPS4700mb)
U kunt een wachtwoord aan een afdrukopdracht
toewijzen, zodat de opdracht alleen kan worden
afgedrukt als het wachtwoord in het
bedieningspaneel is ingevoerd.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de
machine zijn voorzien van een SD-
geheugenkaart.
Opmerking
Als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de SD-
geheugenkaart voor de gespoolde gegevens, verschijnt er
een bericht waarin staat vermeld dat het bestandssysteem
vol is en de afdrukopdracht niet kan worden gestart.
Deze functie is niet beschikbaar voor het Windows PCL
XPS-printerstuurprogramma en het Mac OS X-
printerstuurprogramma.
Voor Windows PCL/PS-
printerstuurprogramma
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] uit het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren].
4 Selecteer het tabblad [Taakopties].
5 Selecteer [Beveiligde afdruk] uit [Job
Type].
6 Voer een opdrachtnaam in venster [Job
Name] in en een wachtwoord in venster
[Persoonlijk ID nummer (PIN)] in.
Als u het selectievakje [Request Job Name for
each print job] selecteert, verschijnt er een
prompt voor de opdrachtnaam wanneer u de
afdrukopdracht naar de machine verzendt.
7 Klik op [Goed].
8 Configureer de overige instellingen,
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
De afdrukopdracht is naar de machine verzonden,
maar wordt niet afgedrukt.
9 Druk op de toets <PRINT (PRINTEN)>
op het bedieningspaneel.
10 Druk op om [Print opdracht] te
selecteren en druk vervolgens op .
11 Druk op om [Opdracht opgeslagen]
te selecteren en druk vervolgens op .
12 Voer het wachtwoord in het venster
[Wachtwoord] in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op om naar
een opdracht te zoeken.
-Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als u een
onjuist nummer invoert.
-Druk op de toets <STOP (STOP)> als u het
zoeken naar een opdracht wilt stoppen.
13 Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op .
Als u [verwijderen] selecteert, kunt u de
afdrukopdracht annuleren.
14 Voer het aantal kopieën in en druk
vervolgens op .
Opmerking
Als u voor een opdracht het wachtwoord vergeet in te
stellen en de opdracht die u naar de machine hebt
verzonden niet afdrukt, blijft de opdracht op de SD-
geheugenkaart.
Een afdrukopdracht die is opgeslagen op een SD-
geheugenkaart, wordt automatisch gewist na het
afdrukken.
OK
OK
OK
OK
OK