Operation Manual
- 70 -
Aansluiten op een computer
3
Afdrukken
Handmatig congureren
1 Controleer de SSID, het
versleutelingsschema (ook
wel "coderingsschema",
"versleutelingsmethode" of
"coderingsmethode" genoemd)
en de cryptograesleutel (ook wel
"cryptograsche sleutel" genoemd) en
noteer deze gegevens.
U kunt de SSID, het versleutelingsschema en de
cryptograesleutel controleren in de handleiding
van het toegangspunt van het draadloos LAN.
Opmerking
● U moet de SSID, het versleutelingsschema en de
cryptograesleutel van het toegangspunt van het
draadloos LAN instellen op de printer.
● De SSID, het versleutelingsschema en de
cryptograesleutel zijn van essentieel belang voor
de draadloze LAN-verbinding. Zorg ervoor dat u deze
gegevens controleert.
2 Druk op de bladerknop om
[Draadloze Instelling (Wireless
Setting)] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
䣈䣷䣰䣥䣶䣫䣱䣰䣵䢢䢢䢢䢢䢢䢢
䢢䢢䢢
䢵䢱䢵
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩
3 Voer het wachtwoord van de beheerder
in met behulp van het toetsenblok met
tien toetsen en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Het standard wachtwoord, dat in de fabriek
is ingesteld, is "aaaaaa". Druk op de knop
<ENTER> na elk teken dat u invoert.
䣇䣰䣶䣧䣴䢢䣒䣣䣵䣵䣹䣱䣴䣦
4 Wanneer het onderstaande scherm
verschijnt, leest u het zorgvuldig. Druk
op de knop <ENTER> of wacht totdat
het scherm verandert.
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣵䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢䢳䢱䢵
䣇䣰䣣䣤䣮䣫䣰䣩䢢䣹䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵
䣰䣧䣶䣹䣱䣴䣭䢢䣥䣱䣯䣯䣷䣰䣫䣥䣣䣶䣫䣱䣰䢢
䣹䣫䣮䣮䢢䣦䣫䣵䣣䣤䣮䣧䢢䣹䣫䣴䣧䣦
5 Druk op de bladerknop om [Selectie
van draadloos netwerk (Wireless
Network Selection)] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣐䣧䣶䣹䣱䣴䣭䢢䣕䣧䣮䣧䣥䣶䣫䣱䣰
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣴䣧䣥䣱䣰䣰䣧䣥䣶䣫䣱䣰
䣃䣷䣶䣱䣯䣣䣶䣫䣥䢢䣕䣧䣶䣷䣲䢢䢪䣙䣒䣕䢫
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢
䢢䢢䢢
䢳䢱䢳
6 Het product start het zoeken naar het
draadloze toegangspunt.
䣕䣶䣣䣴䣶䢢䣶䣪䣧䢢䣹䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢰
䣒䣮䣧䣣䣵䣧䢢䣹䣣䣫䣶䢰
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢䢢䢢䢢䢢
䢳䢱䢳
䣕䣶䣣䣴䣶䣧䣦䢢䣶䣪䣧䢢䣹䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢰
䣕䣥䣣䣰䣰䣫䣰䣩䢰䢰䢰
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢䢢䢢䢢䢢
䢳䢱䢳