Operation Manual

17
NEDERLANDS
Medewerkersnummers, codes en namen
Medewerkerscodes zijn een speciale beveiligingsvoorziening waarmee
de toegang tot het kasregister kan worden geregeld. U kunt maximaal 26
afzonderlijke medewerkersnummers programmeren met voor elk nummer
een beveiligingscode van drie cijfers. Wanneer de optie Medewerkers-
systeem Actief is ingeschakeld, zoals in het gedeelte over programmeren
van systeemopties is beschreven, wordt de standaard beveiligingscode
[000] aan alle medewerkers toegekend. U kunt ook een naam toekennen
aan elk van de 26 medewerkers, die wordt afgedrukt op de kassabon, het
journaaloverzicht (indien gebruikt) en alle managementrapportages
waarin de transacties van die specifieke medewerker worden
geanalyseerd.
Programmeren van een beveiligingscode voor een
medewerkersnummer
1. Steek de PRG-sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand PRG.
2. Typ [121] en druk vervolgens op de [Void]-toets om het medewerkers-
systeem te activeren.
3. Typ [444444] en druk op de [Amt Tend/TOTAL]-toets. Het symbool
"C" verschijnt links op de displays en het bericht "CLERK PASS" wordt
op de bovenste regel van het medewerkersdisplay weergegeven.
4. Typ een nummer waaraan de beveiligingscode wordt gekoppeld.
5. Stel een beveiligingscode in door drie cijfers in te voeren met de
[numerieke toetsen].
6. Druk op de [Clerk]-toets.
Herhaal de stappen 4 tot en met 6 om een beveiligingscode toe te wijzen
aan de overige 25 medewerkers of druk op de [Clear]-toets om het
programmeren van beveiligingscodes af te sluiten.
Als u de beveiligingscode van een medewerker wilt wijzigen terwijl het
medewerkerssysteem actief is, hoeft u stap 2 niet uit te voeren.
Voorbeeld: Wijs voor het eerst code 106 toe aan medewerker 1.
Typ/Druk op:
[121] + [Void] + [444444] + [Amt Tend/TOTAL] + [1106] + [Clerk]
Deactiveren van het medewerkerssysteem
Ga als volgt te werk als u het medewerkerssysteem wilt deactiveren, dus
als u wilt stoppen met het invoeren van medewerkersnummers en
bijbehorende geheime codes voor het uitvoeren van verkooptransacties.
1. Steek de PRG-sleutel in de schakelaar en zet hem in de stand PRG.
2. Typ [120] en druk vervolgens op de [Void]-toets.
Invoeren van een medewerkersnummer/beveiligings-
code om kasregisterbewerkingen te kunnen uitvoeren
Ga als volgt te werk om een gedefinieerd medewerkersnummer en de
bijbehorende geheime code in te voeren voordat u de functies van het
kasregister gebruikt met REG 1/REG 2.
1. Draai de sleutel naar de stand REG 1/REG 2.
2. Typ een medewerkersnummer [1, 2, ... of 26] en druk op de
[Clerk]-toets.
3. Typ de bijbehorende driecijferige code.
4. Druk op de [Check]-toets.
Het medewerkersnummer wordt links op het medewerker- en
klantdisplay weergegeven en het bericht "CLERK 1" of de naam van de
medewerker wordt vermeld op de bovenste regel van het
medewerkersdisplay en onder de datum op de kassabon en het journaal.
Medewerkersnamen toekennen
Deze voorziening van het kasregister is handig om snel de verschillende
medewerkers te identificeren die bevoegd zijn het kasregister te gebruiken.
U kunt een medewerkersnaam van maximaal 24 tekens programmeren met
de codetabel voor tekens in de bijlage van deze handleiding of met het
alfanumerieke toetsenblok. De toegewezen medewerkersnaam wordt
automatisch afgedrukt op alle kassabonnen, journaaloverzichten en
managementrapportages die met het gekoppelde medewerkersnummer
worden gemaakt, en weergegeven op de bovenste regel van het
medewerkersdisplay. U kunt het kasregister echter ook zo programmeren dat
de toegewezen medewerkersnaam niet wordt afgedrukt. Raadpleeg het
gedeelte "Programmeren van systeemopties" voor meer informatie.