Operation Manual
13
NEDERLANDS
Met het toetsenblok
Om met het toetsenbord hoofdletters zonder accent in
te voeren moet de betreffende toets op het
kasregistertoetsenbord ingedrukt worden (de letter
wordt helemaal rechts op het display weergegeven).
•
Wenst u de grootte van een bepaalde letter te
verdubbelen, druk dan op voordat u de
betreffende lettertoets indrukt.
•
Druk op voor het invoeren van een
spatie tussen twee tekens.
•
Indien dezelfde toets gebruikt wordt voor de
volgende letter van de tekst moet tussen de
twee letters ingedrukt worden.
•
Foute tekens kunnen gewist worden door te
drukken, hetgeen de functie heeft van de terugspatie
van een PCtoetsenbord.
•
Druk op om te wisselen tussen hoofdletters
AAN/UIT.
•
Om meteen naar een bepaald recordnummer te gaan
(bijvoorbeeld naar Omzetgroep Nummer 4) moet u
het recordnummer intoetsen op het numerieke
toetsenbord en daarna op drukken.
•
Druk daarna op om uw uiteindelijke tekst te
bevestigen.
Voorbeeld: voer het woord BOEKEN in.
Toets in/Druk op:
OPMERKING: om een gedeeltelijk ingevoerde
programmeersequentie af te
breken, kunt u de toets
gebruiken.
Met de tekencodetabel
Met behulp van de tekencodetabel kunt u alle letters en
symbolen invoeren die uw kasregister kan afdrukken.
Met verwijzing naar afbeelding 7, is de Tekencodetabel
in tweeën verdeeld: een gedeelte "CAPS" in de linker
bovenhoek, dat gebruikt moet worden met
geactiveerde CAPS-modus en het andere, "Non CAPS",
voor gebruik met gedeactiveerde CAPS-modus.
•
Druk op om te wisselen tussen
CAPS
- modus
en
Non CAPS
-modus. Wanneer het kasregister zich
in CAPS-modus bevindt wordt er helemaal links op
het display een streep weergegeven.
Voor gebruik van de tekencodetabel:
•
Zoek eerst de gewenste letter of het symbool op en
zoek dan de bijbehorende alfatoets op aan de hand
van het cijfer in de eerste kolom links.
•
Zet het kasregister in de CAPS - of Non CAPS-modus,
afhankelijk van de plaats in de tabel waar de
gewenste letter of symbool zich bevinden.
•
Druk zo vaak op de lettertoets van het toetsenblok als
nodig is om het teken te selecteren, aangegeven door
het nummer op de regel bovenaan de tabel.
•
Bevestig uw definitieve tekst door op
te
drukken.
OPMERKING: de speciale accenten van de letters
worden niet op het display
weergegeven.
Voorbeeld: selecteer de letters à en Ü.
Toets in/Druk op:
KOP- EN VOETTEKST OP DE KASSABON
Uw kasregister drukt standaard een koptekst af op alle
kassabonnen. Er kan tevens een persoonlijk aangepaste
voettekst afgedrukt worden door systeemoptie 79 te
programmeren. Zie "Systeemopties" voor nadere
inlichtingen. De standaard koptekst bestaat uit
maximaal 10 regels met elk 24 tekens ofwel 20 regels,
wanneer de voettekst als een deel van de koptekst
wordt beschouwd. Wanneer Systeemoptie 79 is
ingesteld op 1, d.w.z. dat er een voettekst op de
kassabon wordt afgedrukt, dan bestaan kop- en
voettekst elk uit 10 regels met ieder 24 tekens met
standaard teksten. U kunt de standaard koptekst van
uw kasregister of de geprogrammeerde voettekst
wijzigen door de gewenste tekens in te voeren met
behulp van het toetsenblok en/of de Tekencodetabel.
1. Stand van sleutel in het slot: PRG.
2. Druk herhaaldelijk o tot het bericht verschijnt
dat de eerste regel van de koptekst aangeeft of de
eerste regel van de voettekst.
3. Type het [regelnummer] in op het numerieke
toetsenbord om naar een bepaalde regel van kop-
of voettekst te gaan en druk daarna op .
4. Voer de letters of tekens van de gewenste tekst in
en druk daarna op . U wordt nu verzocht de
volgende regel aan te passen.
5. Herhaal stap 3 en 4 voor de overige
programmeerbare kop- of voettekstregels die u wilt
instellen.
UntitledBook2_ola.book Page 13 Wednesday, February 3, 2010 3:52 PM