Operation Manual
28
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
CONTRAST
7. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONTRAST
NORMAAL
8. Om de andere beschikbare waarden weer te gegeven,
"CONTRAST - DONKER" en "CONTRAST - LICHT",
drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Het contrast moet worden gekozen op basis van de vol-
gende criteria:
• NORMAAL, als het document noch te licht, noch te don-
ker is. Op de onderste regel van het display verschijnt "NOR-
MAAL".
• LICHT, als het document bijzonder donker is. Op de on-
derste regel van het display verschijnt "LICHT".
• DONKER, als het document bijzonder licht is. Op de on-
derste regel van het display verschijnt "DONKER".
OM DE RESOLUTIE TE REGELEN
Het document moet in de automatische invoer
(ADF) gestoken zijn.
1. Druk op de toets
tot de gewenste resolutiewaarde op het display ver-
schijnt.
De resolutie moet worden gekozen op basis van de vol-
gende criteria:
• STANDAARD, indien het document gemakkelijk leesbaar
is. Op de onderste regel van het display verschijnt een pijl
die naar het symbool "
" op het bedieningspaneel wijst.
• FIJN, indien het document zeer kleine tekens of tekenin-
gen bevat. Op de onderste regel van het display verschijnt
een pijl die naar het symbool "
" op het bedieningspaneel
wijst.
• GRIJSTONEN, indien het document schaduw bevat. Op de
onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar het
symbool "
" en een pijl die naar het symbool " " op het
bedieningspaneel wijst.
DOCUMENTEN VERZENDEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF).
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het
contrast: "NORMAAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is
"
" (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie
aan zoals hierboven beschreven.
2. Om het nummer te vormen van de correspondent aan
wie u het document wilt verzenden, drukt u op de toet-
sen:
-
3. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
Indien de verzending correct is uitgevoerd, verschijnt
hierna het bericht "TX VOLTOOID" kortstondig op het
display.
OPMERKING
Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de
cursor met behulp van de toetsen
|
/
}
rechts van het ver-
keerde nummer en drukt u op de toets
; als u het nummer
volledig wilt wissen, houdt u de toets
gedurende enkele
seconden ingedrukt.
OPMERKING
U kunt het nummer van de correspondent ook selecteren door
middel van het adresboek, zie verderop "Programmering
van het adresboek" en "Verzenden via de snelle me-
thode".
OPMERKING
Indien u de verzending wilt onderbreken, dan drukt u op
de toets
van het faxtoestel. Het faxtoestel zal het do-
cument automatisch uit de ADF uitvoeren en weer in de oor-
spronkelijke standby-modus komen.
Indien het te verwijderen document meer dan één pagina telt,
moet u voordat u op drukt om de eerste pagina te
verwijderen, eerst handmatig alle andere pagina's verwij-
deren.
U kunt echter geen enkele verzending onderbreken
vanaf de handset.
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF).
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het
contrast: "NORMAAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is
"
" (standaard).