Operation Manual
32
PROBLEMEN OPLOSSEN
WANNEER DE STROOM UITVALT
In geval van een stroomonderbreking, bewaart het faxtoestel
de geprogrammeerde nummers voor one-touch-toetsen en
snelkiescodes en de rapporten in het geheugen. De vol-
gende gegevens gaan echter verloren:
- De documenten in het geheugen. In dat geval drukt het
faxtoestel automatisch een rapport af dat het totale aantal
paginas (m.b.t. verzending en ontvangst) aangeeft dat
uit het geheugen werd gewist.
- De instellingen voor verzending uit het geheugen, uitge-
stelde verzending en polling voor ontvangst en verzen-
ding.
- Het circulaire-rapport.
- De lijst van beller-IDs.
Het activeringsrapport bevat de gegevens m.b.t. de laatste
15 transacties (in plaats van de laatste 25).
WANNEER HET PAPIER OF DE INKT OPRAAKT
Als tijdens ontvangst het papier opraakt of vastloopt, of de
inkt is op of het deksel van het printkopcompartiment is
open of de papiersteun is dicht, wordt het afdrukken on-
derbroken, op het display verschijnt het betreffende be-
richt en het ontvangen document wordt tijdelijk in het ge-
heugen opgeslagen. Wanneer de storing eenmaal is her-
steld, begint het faxtoestel weer af te drukken.
WANNEER DE VERZENDING MISLUKT
Het is mogelijk dat de kwaliteit van het ontvangen docu-
ment te wensen overlaat door problemen op de lijn als
gevolg van overbelasting of andere storingen, en dat de
ontvanger u vraagt het hem opnieuw te zenden.
In dit geval kunt u het beste een lagere snelheid instellen.
Bij het model met ingebouwd antwoordapparaat, dat
normaal is ingesteld op 14400 bps, moet u de snelheid ver-
lagen tot 9600 bps of 4800 bps volgens de procedure
beschreven in het gedeelte "Verzendingssnelheid ver-
minderen", in het hoofdstuk "Geavanceerd gebruik".
Bij het basismodel, dat normaal is ingesteld op 9600 bps,
moet u de snelheid verlagen tot 4800 bps.
Indien de verzending mislukte door lijn- of faxproblemen,
gaat de FOUTEN-LED "
" branden en geeft het faxtoestel
een kort geluidssignaal; in dat geval drukt het toestel automa-
tisch het zendrapport af (zie verderop "Rapporten en lijs-
ten afdrukken"), waarin een foutcode de oorzaak aan-
geeft (verderop vindt u een lijst met alle foutcodes).
Wanneer het rapport volledig afgedrukt is, drukt u op de toets
om de FOUTEN-LED " " te doven en verwijdert met
de hand het originele document uit de ADF.
KLEINE PROBLEMEN OPLOSSEN
Onderstaande lijst biedt enkele aanwijzingen voor het oplossen van
kleine problemen.
U kunt het faxtoestel niet
inschakelen
Controleer of het stroomsnoer
goed op het stopcontact is
aangesloten.
U kunt het document niet
correct insteken
Controleer of het document
voldoet aan de aanbevelingen
in de paragraaf "
", in het hoofdstuk
"
".
Het toestel kan geen
documenten verzenden.
Controleer of het document niet
vastgelopen is.
De lijn is bezet: wacht tot deze
vrij is en probeer het opnieuw.
He t toeste l kan niet
auto matisch o ntvang en.
U hebt het toestel ingesteld op
manuele ontvangst: stel het in
op auto matische o ntvang st.
He t toeste l kan niet
kopiëren of ontvangen.
Controleer of het document of
het vel papier niet vastgelopen
is.
Het gebruikte papiertype is niet
geschikt: controleer de
papierkenmerken vermeld in
het hoofdstuk "
".
De afdrukken zijn volledig
blanco.
Steek het document met de
gegevens naar onder gericht in
de ADF.
OPMERKING
Indien het toestel geen documenten kan verzenden of ont-
vangen, kan dit ook aan andere oorzaken te wijten zijn.
Deze oorzaken zullen worden aangegeven in de vorm van
een foutcode in het "Zendrapport" en in het "Activiteiten-
rapport", zie "Rapporten en lijsten afdrukken", in het
hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvan-
gen".