Operation Manual

Individuele aanpassingen
33
Programmering
van het Toestel
Tabel met faxparameters
Nr. Parameter
Nr.instelli
ng
instelling Commentaar
01 CONTRAST 1 Normal De standaardwaarde instellen van de toets CONTRAST.
2 Lighter
3Darker
02 RESOLUTION 1 Standard Standaardwaarde voor de resolutie instellen.
2Fine
3S-Fine
4 Halftone
04 STAMP 1 Off Standaardwaarde van de STAMP (stempel) toets instellen.
Om de stempelfunctie te kiezen wanneer het document in
het geheugen is opgeslagen (zie faxparameter nr. 28).
2ON
05 MEMORY 1 Off De beginstand van de MEMORY-toets instellen.
2ON
06 DIALLING METHOD 1 Pulse Kiesmethode selecteren.
2Tone
07 HEADER PRINT 1 Inside Afdrukpostitie van de kopregel kiezen.
Inside :binnen de grenzen van de afdrukbare
zone.
Outside :buiten de grenzen van de afdrukbare zone.
No print :kopregel wordt weggelaten.
2Outside
3No print
08 HEADER FORMAT 1 Logo, ID No. Keuze van de inhoud van de kopregel.
2From To
09 RCV'D TIME PRINT 1 Invalid Kiezen of het toestel al dan niet de ontvangstdatum en het
tijdstip, de ID van de correspondent en het
verkleiningspercentage afdrukt onderaan elk ontvangen
blad.
2Valid
10 KEY/BUZZER
VOLUME
1 Off Regeling van het volume van het toets/zoemergeluid.
2Soft
3 Loud
12 COMM. JOURNAL 1 Off Standaardwaarde kiezen voor het afdrukken van een
verzendingsverslag:
Off :geen afdruk
Always :altijd een verzendingsverslag
Inc. only :alleen een afdruk wanneer communicatie
mislukt is
2Always
3Inc. only
13 AUTO JOURNAL
PRINT
1 Invalid Kiezen of het toestel het activiteitsverslag na 32
transacties automatisch afdrukt of niet.
2Valid
17 RECEIVE MODE 1 TEL Ontvangstmodus instellen.
2FAX
3 FAX/TEL
SW.
4TAM I/F