User manual

Watermelder
n
20
Installeren
Geadviseerde montageplaatsen
De montageplaats moet zich binnen de reikwijdte van
het basisstation van een alarmsysteem uit de Protect
reeks bevinden.
Ruimten waarin overstromingsgevaar door watervoerende appa
raten (bijv. wasmachine), tappunten (bijv. aansluiting tuinslang),
binnendringend regenwater of overlopende reservoirs (bijv. bad
kuip) bestaat.
Ter voorkoming van overstromingen door overlopende reser
voirs hangt u de sensor tot aan de gewenste vulhoeveelheid in
het reservoir.
Montagestappen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor ernstig persoonlijk letsel door bescha
diging van kabels of leidingen!
Let bij de montage op eventueel in de muur geleg
de leidingen. Voor montagefouten wordt geen
enkele aansprakelijkheid aanvaard. Neem bij
twijfel contact op met een vakman!
De optimale afstand van de sensorcontacten tot de
vloer bedraagt 1 - 2 mm. Zie fig. 4.
1. Open de watermelder door de vergrendeling in de
richting van de pijl naar onderen te drukken en de bo
venste helft in de richting van de vergrendeling te schui
ven. Zie fig. 2.
2. De montageschaal van de watermelder wordt met be
hulp van dubbelzijdig plakband of twee schroeven vast
gezet. (U kunt de montageschaal als sjabloon voor de
plaatsing van de boorgaten gebruiken.) Zie fig. 5.
Let er bij gebruik van dubbelzijdig plakband op dat de te
lijmen oppervlakken stof- en vetvrij zijn.
3. Schuif de bovenste helft van de watermelder op de
montageschaal tot de vergrendeling vastklikt.
Batterijen plaatsen
1. Open de watermelder door de vergrendeling in de
richting van de pijl naar onderen te drukken en de bo
venste helft in de richting van de vergrendeling te schui
ven. Zie fig. 2.
2. Plaats de batterijen van het type AAA in het batterijvak
(let op de polariteit!). Zie fig. 3.
3. Schuif de bovenste helft van de watermelder op de
montageschaal tot de vergrendeling vastklikt.