DIGITALE CAMERA D-540ZOOM C-310ZOOM X-100 BEKNOPTE HANDLEIDING NL
INHOUD VOORBEREIDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MENUFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BASISHANDELINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GEAVANCEERDE FOTOFUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . BEELDEN WEERGEVEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . AFDRUKRESERVERINGEN / RECHTSTREEKS AFDRUKKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BEELDEN OVERBRENGEN NAAR EEN COMPUTER. . FOUTCODES . . . . . . . .
Lees voordat u de camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van het juiste gebruik ervan te verzekeren. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er goed aan eerst enkele testopnamen te maken Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies raadpleegt u de ”Reference Manual” op de bij de camera geleverde CD-ROM. Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika Voor klanten in de Ver.
VOORBEREIDINGEN DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN Ontspanknop Flitser Zoomknop (W/T • G U) Zelfontspanner-LED Klepje over de USB-connector Lens Schuift automatisch naar voren wanneer u de lenskap opent.
Pendelknop De knoppen van de pendelknop hebben niet alleen specifieke functies, maar fungeren tevens als pijlknoppen. De pictogrammen a, c, b en d geven aan welke knop moet worden ingedrukt.
INDICATIES IN DE MONITOR In de stand Fotograferen 1 2 3 4 5 6 11 12 13 7 14 8 9 10 1 2 11 12 5 6 13 8 9 15 15 Stilstaande beelden Filmbeelden Functie Indicaties 1 Fotofunctie P, I, K, L, m, o, N 2 Batterijlading e, f 3 Groene LED 4 Flitser paraat # (Brandt) Waarschuwing tegen bewegen van de camera / Indicatie flitser wordt opgeladen # (Knippert) 5 Macro &, % 6 Flitserfunctie !, #, $ 7 Repeterende opnamen o, j 8 Zelfontspanner Y 9 Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2 10 Resolu
In de stand Weergeven In onderstaande afbeeldingen is de informatieweergave INFO ingeschakeld (ON). 10 1 2 3 2 3 4 5 4 5 6 7 7 8 9 8 9 Stilstaande beelden Filmbeelden Functie Indicaties 1 Afdruk reservering, Aantal afdrukken < × 10 2 Batterijlading e, f 3 Beveiligd 9 4 Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2 5 Resolutie 2048 × 1536, 1600 × 1200, 640 × 480, enzovoort 6 Belichtingscompensatie -2.0, -1.5, -1.0, -0.5, +0.5, +1.0, +1.5, +2.
Geheugenindicator Als u een foto maakt licht de geheugenindicator op. Terwijl de geheugenindicator in de monitor zichtbaar is, slaat de camera het beeld op op het kaartje. Afhankelijk van de opnamestatus verandert de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Tijdens het fotograferen van filmbeelden licht de geheugenindicator niet op. * Fotograferen Fotograferen * Fotograferen Wachten Vóór de opname (Indicator is gedoofd) Eén opname gemaakt (Brandt) Twee of meer opnamen gemaakt.
BEVESTIGEN VAN DE CAMERARIEM 1 Steek de kleine lus van de camerariem door het bevestigingspunt voor de camerariem. 2 Steek het lange uiteinde van de camerariem door de kleine lus die u al door het bevestigingspunt gestoken heeft. 3 Bevestigingspunt camerariem Trek de riem strak en overtuig u ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft en niet los kan raken. BATTERIJEN IN DE CAMERA ZETTEN 1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is – stand OFF.
3 Steek de batterijen in het batterijcompartiment, en let daarbij op de juiste polariteit, als afgebeeld. De stand waarin u de batterijen in de camera moet steken is ook in het batterijcompartiment aangegeven. Bij gebruik van AA-formaat Bij gebruik van een batterijen (R6) lithiumbatterijblok (CR-V3) Richtingsteken voor het inzetten van de batterijen Een markering aan de onderzijde van de camera laat zien hoe u de batterijen in de camera moet steken.
GEHEUGENKAARTJE IN DE CAMERA ZETTEN Overal waar in deze handleiding het woord ”kaartje” wordt gebruikt, wordt een xD-Picture Card bedoeld. De camera heeft dit kaartje nodig om er de beelden op op te slaan. 1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is – stand OFF. Cameraschakelaar 2 3 Open het klepje over de kaartsleuf. Houd het kaartje in de juiste stand voor de kaartsleuf en steek het, als afgebeeld, in de sleuf. • Steek het kaartje recht in de kaartsleuf.
Kaartje uit de camera nemen Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is – stand OFF. • Ontgrendel het kaartje door het iets verder naar binnen te drukken en laat het dan langzaam los. Het kaartje veert dan iets naar buiten en stopt daarna. Trek het kaartje recht uit de kaartsleuf. Opmerking Laat u het kaartje, nadat u dat iets naar binnen heeft gedrukt, abrupt los dan is het mogelijk dat het met kracht uit de sleuf schiet.
Om beelden weer te geven (stand Weergeven) Inschakelen: Schuif de cameraschakelaar in de stand q (Weergeven). Daarmee schakelt u de camera in in de stand Weergeven. De monitor wordt ingeschakeld met daarin het laatst gefotografeerde beeld. Heeft u nog geen foto’s gemaakt of is de xD-Picture Card leeg, dan verschijnt in de monitor de melding ”NO PICTURE” (Geen beeld). Cameraschakelaar Uitschakelen: Schuif de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit). Daarmee schakelt u camera en monitor uit.
TAAL INSTELLEN 1 Schuif de cameraschakelaar, met de blokkeerknop ingedrukt, in de stand K (Fotograferen). • Daarmee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen. • De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld. 2 Open het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop e te drukken. 3 Selecteer MODE MENU (Functiemenu) door op d van de pendelknop te drukken. 4 Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op a of c te drukken en druk dan op d.
4 Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op c te drukken en druk dan op d. 5 Selecteer de functie X door op a of c te drukken en druk dan op d. • Het groene kader verplaatst zich nu naar de geselecteerde optie. 6 Selecteer een van de onderstaande datumnotaties door op a of c te drukken: Y–M–D (Jaar / Maand / Dag), M–D–Y (Maand / Dag / Jaar), D–M–Y (Dag / Maand / Jaar). Druk vervolgens op d. • Kies de cijfergroep van het jaartal.
MENUFUNCTIES SOORTEN MENU’S Wanneer u de camera inschakelt en op de knop OK/MENU-knop e drukt, verschijnt het hoofdmenu in de monitor. De functies van deze camera worden ingesteld vanuit menu’s. Dit hoofdstuk beschrijft aan de hand van het functiemenu Fotograferen hoe de menu’s werken. Druk op de OK/MENU-knop e. Het hoofdmenu wordt geopend OK/MENUknop Pendelknop (a c b d ) Selecteer een menu door op de pijlknoppen van de pendelknop te drukken.
Snelmenu’s Stand Fotograferen WB Hiermee past u de witbalans aan aan de lichtbron. D (Beeldkwaliteit) Met deze functie stelt u beeldkwaliteit en resolutie in. Stilstaande beelden : SHQ, HQ, SQ1, SQ2 Filmbeelden : HQ, SQ MONITOR OFF (MONITOR ON) (Monitor Aan / Monitor Uit) Met deze functie stelt u in of bij het inschakelen van de camera ook de monitor zal worden ingeschakeld.
Stand Weergeven m (Repeterende opnamen) Geeft alle opgeslagen beelden de een na de ander weer. Dit functiepictogram is zichtbaar wanneer de camera stilstaande beelden weergeeft. MOVIE PLAYBACK (Filmbeelden weergeven) Met deze functie geeft u filmbeelden weer. Deze functie verschijnt wanneer u een reeks filmbeelden selecteert. INFO (Informatieweergave) Wordt deze functie ingeschakeld, dan wordt in de monitor alle fotografische informatie getoond.
Functiemenu’s Het functiemenu MODE MENU bestaat uit drie (3) tabbladen. Om een tabblad te selecteren en de daarbij behorende functies weer te geven, drukt u op a of c. Deze instructies dienen uitsluitend als snelle en beknopte naslag. Voor meer details van de in deze handleiding beschreven camerafuncties raadpleegt u de ”Reference Manual” van de camera op de bij de camera geleverde CD-ROM.
Tabblad SETUP ALL RESET Hiermee stelt u in of de huidige camera instellingen opgeslagen moeten worden als u de camera uitschakelt. W Met deze functie stelt u de taal in voor de tekst in het scherm. REC VIEW Met deze functie stelt u in of het beeld terwijl dat opgeslagen wordt, in de monitor moet verschijnen. FILE NAME Wijzigt de wijze waarop bestandsnamen toegekend worden. PIXEL MAPPING Controleert de CCD (beeldopneemelement) en de beeldbewerkingfuncties op fouten.
Functie Weergeven Tabblad PLAY (Weergeven) Tabblad EDIT (Bewerken) Tabblad CARD (Kaartje) Tabblad SETUP (Instellen) Tabblad PLAY 0 Met deze functie beveiligt u beelden tegen onbedoeld wissen. y Met deze functie draait u het beeld 90 graden met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in. < Met deze functie slaat u afdrukgegevens op op het kaartje. Tabblad EDIT Q Met deze functie maakt u het beeld kleiner en slaat dat kleinere beeld op als een nieuw beeld.
BASISHANDELINGEN Fotofuncties Met deze camera fotografeert u stilstaande beelden en filmbeelden. Afhankelijk van de lichtomstandigheden en het effect dat u in uw opnamen wilt bereiken, kiest u een van de zeven (7) fotofuncties. De standaard instelling af fabriek is PROGRAM AUTO (Programmagestuurd Auto). Voor normaal gangbare fotografie, waarvoor geen speciale instellingen of effecten nodig zijn, hoeft u deze procedure niet te volgen.
Programmagestuurd AUTO (Standaard instelling af fabriek) Deze functie gebruikt u voor normaal gangbare opnamen. De camera kiest automatisch de instellingen voor natuurlijke evenwichtige kleuren. Andere functies, zoals de flitserfunctie en de lichtmeetmethode, kunt u met de hand instellen. (Portret) Met deze functie maakt u portretfoto’s van personen. De camera kiest automatisch de optimale fotografische instellingen.
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN Stilstaande beelden kunt u fotograferen met de monitor of met de zoeker. Beide methoden zijn even makkelijk te gebruiken, het enige wat u hoeft te doen is de ontspanknop indrukken. 1 Schuif de cameraschakelaar, met de blokkeerknop ingedrukt, in de stand K (Fotograferen). • Daarmee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen. • De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld. 2 Kader uw opname af terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
ALS HET DE CAMERA NIET LUKT ZICH SCHERP TE STELLEN (AUTOFOCUSGEHEUGEN) Lukt het niet de camera scherp te stellen op het gewenste onderwerp, dan stelt u de camera scherp op een ander punt op ongeveer dezelfde afstand (autofocusgeheugen) en maakt u uw opname zoals dat hieronder beschreven is. 1 Schuif de cameraschakelaar, met de blokkeerknop ingedrukt, in de stand K (Fotograferen). • Daarmee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen. • De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld.
FILMBEELDEN FOTOGRAFEREN Met deze camera kunt u ook filmbeelden fotograferen en daar ook mee weergeven. Opnemen van geluid is niet mogelijk. 1 Schuif de cameraschakelaar, met de blokkeerknop ingedrukt, in de stand K (Fotograferen). • Daarmee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen. • De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld. 2 Open de virtuele knop in de LCD-monitor door op de knop b ( ) te drukken.
INZOOMEN OP EEN ONDERWERP (OPTISCH ZOOMEN) Met de 3x optische zoomlens (de grens van het optische zoombereik en het equivalent van een 38 mm – 114 mm lens van een kleinbeeldcamera) kunt u tele- en groothoekopnamen maken. Door optisch zoomen te combineren met digitaal zoomen, is een maximale vergroting mogelijk van circa 10x. 1 Schuif de cameraschakelaar, met de blokkeerknop ingedrukt, in de stand K (Fotograferen). • Daarmee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen.
Autoflitsen (Geen indicatie) Bij weinig licht en tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. !) Flitsen met onderdrukken van rode ogen (! Deze functie vermindert dit verschijnsel aanzienlijk door, voordat de hoofdflits ontsteekt, een aantal inleidende flitsen af te geven. #) Invulflitsen (# Met deze functie ontsteekt de flitser altijd, ongeacht het beschikbare licht. $) Flitser uit ($ De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht.
GEAVANCEERDE FOTOFUNCTIES REPETERENDE OPNAMEN Met deze functie kunt snel achter elkaar een reeks stilstaande beelden fotograferen door de ontspanknop in te drukken en ingedrukt te houden. Op die manier fotografeert u reeksen van circa twaalf (12) beelden met een snelheid van 1,5 beelden per seconde en met beeldkwaliteit SQ2. Omdat u uit een reeks repeterende opnamen het beste beeld kunt kiezen, is deze functie bijzonder geschikt om bewegende onderwerpen te fotograferen.
BEELDEN WEERGEVEN STILSTAANDE BEELDEN WEERGEVEN 1 Zet de cameraschakelaar in de stand q (Weergeven). • De monitor wordt ingeschakeld met daarin het laatst gefotografeerde beeld (Enkelbeeldweergave). 2 Wilt u andere beelden weergeven, dan kiest u die met de pendelnop. Springt naar het tiende beeld vóór het huidige beeld Toont het voorgaande beeld Toont het volgende beeld Springt naar het tiende beeld na het huidige beeld 3 Zet de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit).
2 Kies met de knoppen van de pendelknop het beeld dat u vergroot wilt weergeven. • Beelden die gemarkeerd zijn met het functiepictogram N (Filmbeelden) kunt u niet vergroot weergeven. 3 Trek de zoomknop naar de stand . • Met elke trek aan de zoomknop wordt een één stap sterkere vergroting ingesteld. • Om het beeld weer in zijn oorspronkelijk grootte (vergroting 1x) weer te geven, drukt u de zoomknop naar de stand . Indexweergave Met deze functie kunt u meer beelden tegelijk in de monitor bekijken.
5 Selecteer PLAYBACK (Weergeven) door op a of c te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e. • Nu worden de filmbeelden weergegeven. Aan het einde van de reeks filmbeelden verschijnt weer het eerste beeld van de reeks. • Tijdens het weergeven beschikt u over de functies snel vooruit / snel achteruit. d : Snel vooruit. Met elke druk op de knop wordt een 1x, 2x en 20x sterkere vergroting ingesteld. b : Snel achteruit. Met elke druk op de knop wordt een 1x, 2x en 20x zwakkere vergroting ingesteld.
4 Selecteer de optie MODE MENU (Functiemenu) → PLAY (Weergeven) → 0 (Beveiligd) en druk dan op d. 5 Selecteer de optie ON (Aan) door op a of c te drukken, en druk dan op de OK/MENU-knop e. • Om de beveiliging van een beeld op te heffen, selecteert u de optie OFF (Uit). • Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop e te drukken. • Hoewel u met de functies Enkelbeeld wissen en Alle beelden wissen geen beveiligde beelden kunt wissen, worden ze met de Opmerking functie Formatteren wel allemaal gewist.
Alle beelden wissen 1 Selecteer in het hoofdmenu Weergeven de optie MODE MENU → CARD → CARD SETUP en druk dan op de knop d. 2 Selecteer de functie R ALL ERASE (Alles wissen) door op a of c te drukken en druk dan op de OK/MENUknop e. 3 Selecteer de optie YES (Ja) door op a of c te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e. • Nu worden alle beelden gewist. CARD SETUP – FORMATTEREN VAN KAARTJES Met deze functie formatteert u een geheugenkaartje.
AFDRUKRESERVERINGEN / RECHTSTREEKS AFDRUKKEN MET AFDRUKRESERVERING (DPOF) DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format (Bestandstype voor het digitaal bestellen van afdrukken). Dit is een bestandstype dat gebruikt wordt voor het in camera’s opslaan van automatische afdrukinformatie. Als u specificeert welke beelden afgedrukt moeten worden, kan dat op eenvoudige wijze gebeuren door een fotospeciaalzaak die over DPOF faciliteiten beschikt.
RECHTSTREEKS AFDRUKKEN (PictBridge) Door de camera met het USB-kabeltje op een PictBridge-compatibele printer aan te sluiten kunt u de door u gefotografeerde beelden rechtstreeks, en zonder tussenkomst van een computer, afdrukken. PictBridge is de norm voor het aansluiten van digitale camera’s en printers van diverse fabrikaten en voor het rechtstreeks afdrukken van foto’s. PRINT Drukt het geselecteerde beeld af. ALL PRINT Drukt alle op het kaartje opgeslagen beelden af.
BEELDEN OVERBRENGEN NAAR EEN COMPUTER Sluit u de camera met het meegeleverde USB-kabeltje aan op een computer, dan kunt u de op het kaartje opgeslagen beelden overbrengen naar een computer. Bij sommige besturingssystemen moeten speciale instellingen gemaakt worden voordat u de camera voor de eerste keer op een computer kunt aansluiten. Raadpleeg daarvoor onderstaand schema. Voor details van de in het schema geschetste procedures raadpleegt u de ”Reference Manual” op de software-CD.
andere software. Raadpleeg voor meer details over het gebruik van in de handel verkrijgbare grafische toepassingen de daarbij behorende handleiding. • Om filmbeelden weer te geven heeft u het programma QuickTime nodig zoals dat voorkomt op de bij de camera geleverde software-CD. • Om beelden te bewerken, moet u die eerst naar uw computer overbrengen. Bewerkt u beelden (roteren, enzovoort) terwijl ze op een kaartje opgeslagen zijn dan is het, bepaald door de software, mogelijk dat die beelden verloren gaan.
FOUTCODES Indicaties in de monitor NO CARD Mogelijke oorzaak U heeft geen kaartje in de camera gezet of het kaartje wordt niet herkend. Steek het kaartje of een ander kaartje in de camera. Blijft het probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren. Lukt het niet het kaartje te formatteren, dan kunt u dit kaartje niet meer gebruiken. Er heeft zich een probleem met het kaartje voorgedaan. Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een nieuw kaartje in de camera.
TECHNISCHE GEGEVENS Soort camera : Digitale camera voor het fotograferen en weergeven van beelden. Opslagsysteem Stilstaande beelden : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system – DCF). Geschikte normen : Exif 2.2 compatibel, Digital Print Order Format (DPOF), compatibel met PRINT Image Matching II, PictBridge. Filmbeelden : QuickTime Motion, JPEG ondersteund. Opslagmedium : xD-Picture Cards, 16 MB – 512 MB.
Automatische kalendersysteem : 2000 tot en met het jaar 2099. Bedrijfscondities Temperatuur : Tijdens bedrijf: 0 °C tot 40 °C. Tijdens opslag: – 20 °C tot 60 °C. Relatieve vochtigheid : Tijdens bedrijf: 30 % tot 90 %. Tijdens opslag: 10 % tot 90 %. Elektrische voeding : Eén lithiumbatterijblok (CR-V3) of twee stuks AAformaat (R6) alkalinebatterijen of NiMH-batterijen. Lichtnetadapter (optioneel). De camera is niet geschikt voor mangaan (zinkkoolstof) batterijen.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN Voor uw eigen veiligheid Om u van jarenlange betrouwbare en plezierige werking van uw nieuwe camera te verzekeren, leest u deze handleiding aandachtig door. Berg deze handleiding op een zodanige plaats op, dat u hem later altijd nog eens kunt raadplegen. In het geval van problemen • Gebruik de camera niet meer als deze niet correct werkt.
LET OP GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE SPANNING NIET OPENEN LET OP: VERWIJDER, OM HET GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOL TE VERMIJDEN NIET DE KAP (OF DE ACHTERWAND). IN HET INWENDIGE BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER KAN REPAREREN. RAADPLEEG ERKEND OLYMPUS SERVICE PERSONEEL, VOOR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN Bescherming van het netsnoer – Leg het netsnoer zo dat er niet overheen gelopen kan worden. Zet nooit zware voorwerpen op het netsnoer en wikkel het snoer ook niet om de poot van een stoel of tafel. Houd de ruimte rond het stopcontact en rond de netaansluiting van het apparaat vrij van andere lichtnetadapters en andere netsnoeren. Onweer – Begint het te onweren terwijl u de lichtnetadapter gebruikt, trek dan de lichtnetadapter onmiddellijk uit het stopcontact.
Omgang met de camera WAARSCHUWING Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen. • Gebruik, om brand of explosies te voorkomen, de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen. Maak geen flitsopnamen van personen (kinderen, kleine kinderen, enzovoort) van dichtbij. • Let op als u flitsopnamen van dichtbij maakt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP Stop het gebruik van de camera onmiddellijk als u bemerkt dat die een ongewone geur verspreidt, een ongewoon geluid maakt of als er rook uit komt. • Als u tijdens gebruik van de camera een ongewone geur of een ongewoon geluid bemerkt of dat er rook uit komt, schakel de camera dan onmiddellijk uit en koppel de lichtnetadapter af (als die is aangesloten). Laat de camera enige tijd afkoelen.
LET OP DE WERKOMGEVING • Verdraai een op een statief geplaatste camera alleen met het balhoofd van het statief. Draai niet aan de camera zelf. • Richt de camera niet recht op de zon. Dat kan de lens beschadigen of kleurafwijkingen of nevenbeelden van de CCD opleveren. • Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen. • Raak nooit de elektrische contacten van de camera aan. • Oefen geen overmatig grote druk- of trekkrachten op de lens uit.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN WAARSCHUWING • Houd batterijen te allen tijde droog. Breng ze vooral niet in aanraking met zoet of zout water. • Gebruik uitsluitend de voor dit apparaat aanbevolen batterijen, om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen. • Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen, geladen en ongeladen batterijen en batterijen van verschillend fabrikaat of capaciteit, enzovoort, door elkaar.
• Gebruik geen alkalinebatterijen, tenzij dat absoluut noodzakelijk is. In sommige gevallen hebben alkalinebatterijen een kortere gebruiksduur dan NiMH-batterijen of CR-V3 lithium batterijblokken. Alkalinebatterijen hebben maar een beperkte capaciteit, zeker bij lage temperaturen. Het gebruik van NiMH-batterijen verdient aanbeveling. • Deze camera is niet geschikt voor AA-formaat mangaan (zinkkoolstof) batterijen.
xD-PICTURE CARD – STANDAARD GEHEUGENKAARTJE (met panoramafunctie) Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het geheugenkaartje gaat gebruiken. Het gaat hierbij om een verwisselbaar geheugenkaartje, waarop beelden opgeslagen en gewist en opnieuw opgeslagen kunnen worden. Dit geheugenkaartje, dat speciaal ontwikkeld werd voor gebruik in digitale camera’s die geschikt zijn voor xD-kaartjes, is al geformatteerd zodat u het onmiddellijk in uw digitale camera kunt gebruiken.
WAARSCHUWING ■ Uit de buurt van kinderen houden. Gevaar voor inslikken. Neem, indien een kaartje doorgeslikt werd, onmiddellijk contact op met een arts of een eerstehulppost. xD-kaartjes behoren tot de elektronische precisiecomponenten. Behandel ze met zorg, buig ze niet en stel ze niet bloot aan mechanische schokken. Bij onoordeelkundig gebruik kan het opgeslagen beeldmateriaal verloren gaan, ook al is het beeldmateriaal opgeslagen in een niet vluchtig halfgeleidergeheugen.
http://www.olympus.com/ OLYMPUS CORPORATION Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan OLYMPUS AMERICA INC. Two Corporate Center Drive, Melville, NY 11747-3157, U.S.A. Tel. 631-844-5000 Technical Support (USA) 24/7 online automated help: http://www.olympusamerica.com/support Phone customer support: Tel. 1-888-553-4448 (Toll-free) Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET E-Mail: distec@olympus.