Operation Manual
10
1
Fotograferen
Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat (Focusgeheugen)
Staat het onderwerp waarop u wilt scherpstellen niet exact in het
midden van het monitorbeeld, en kunt u er ook het AF-teken niet op
zetten, dan kunt u de camera scherpstellen op een ander onderwerp op
ongeveer dezelfde afstand (focusgeheugen) en de opname maken
zoals dat hieronder is beschreven. Dit heet “focusgeheugen”.
Richt met de camera in de stand
Fotograferen, het AF-teken op het
onderwerp waarop u wilt
scherpstellen.
Fotografeert u een onderwerp waarop de
camera zich moeilijk kan scherpstellen, dan
richt u de camera op een onderwerp op
ongeveer dezelfde afstand als het gewenste onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
Brandt de groene LED constant, dan
betekent dat dat de gemeten
scherpstelling, belichting en
witbalans worden vastgehouden.
Knippert de groene LED, dan
betekent dat…:
…dat u te dicht bij uw onderwerp staat. Maak de opname op minstens
50 cm afstand van het onderwerp. Is de afstand tussen camera en
onderwerp minder dan 50 cm, dan stelt u de camera in op macro-
opname. g“Close-ups fotograferen &” (zie blz. 33)
…dat de gemeten scherpstelling niet wordt vastgehouden. Laat de
ontspanknop los, kader opnieuw af op uw onderwerp en druk de
ontspanknop opnieuw half in.
Kader de opname opnieuw af terwijl
u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
P
a
2272*1704
2272*1704
2020
20
HQ
HQ
o
AF-teken
P
a
(
2272*1704
2272*1704
2020
20
HQ
HQ
o










