Operation Manual

Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat (Focusgeheugen)
11
1
Fotograferen
Maak de opname door de
ontspanknop helemaal in te
drukken.
Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen
Het doel van de automatische scherpstelfunctie van de camera is
automatisch scherp te stellen op het onderwerp dat u wilt fotograferen. Maar
onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat het autofocus niet werkt
zoals u verwacht. Als dat gebeurt, stelt u scherp op een contrastrijk object op
dezelfde afstand als het gewenste onderwerp (autofocusgeheugen), kadert
uw onderwerp opnieuw af en maakt vervolgens uw opname.
Voor details van de werkwijze met het focusgeheugen, raadpleegt u
g
blz. 10.
Heeft het onderwerp dat u wilt fotograferen geen verticale lijnen, dan draait
u de camera verticaal en stelt met het autofocusgeheugen scherp op het
onderwerp door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens draait u de
camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal
en maakt uw opname.
Onderwerp met weinig
contrast
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak in
het midden van het beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
(Zie onderstaande “TIPS”)
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
onderwerpen
Onderwerp niet in het
midden van het
monitorbeeld