Operation Manual

12
1
Fotograferen
Een ander motiefprogramma kiezen –
l
Bij deze camera kunt u kiezen uit 10 (tien)
motiefprogramma’s. Om het door u gewenste
effect te verkrijgen, selecteert u eenvoudig de
functie die voor uw doel of voor de heersende
lichtomstandigheden het meest geschikt is.
Tot u zich helemaal vertrouwd heeft gemaakt met de camera doet u er goed
aan te fotograferen met de fotofunctie [PROGRAM AUTO]
(Programmagestuurd automatisch).
Druk met de camera in de stand
Fotograferen, op de knop a
(l).
Links in de monitor verschijnt nu een palet
met fotofuncties waarin u het gewenste
motiefprogramma kunt selecteren.
Selecteer het gewenste
motiefprogramma door op a of c te
drukken en druk dan op de OK/
MENU-knop.
Daarmee heeft u het gewenste
motiefprogramma ingesteld.
PROGRAM AUTO
SELECT
GO
For normal
shooting
PORTRAIT
SELECT
GO