Operation Manual
161
6
Appendix
Als zich een probleem voordoet
Mogelijke oorzaak Oplossing Blz.
De camera reageert niet of de monitor licht niet op
De camera is uitgeschakeld.
Schakel de camera in. *1
De batterij is uitgeput.
Laad de batterij op. *1
Door de kou levert de batterij
tijdelijk niet voldoende energie.
Warm de batterij op door hem
een tijdje in een jas- of
broekzak te stoppen.
–
In het inwendige van de
camera heeft zich condens
gevormd.
Schakel de camera uit en wacht
tot hij is opgedroogd voordat
u hem weer inschakelt.
–
De camera werd in de stand
Fotograferen automatisch
uitgeschakeld.
Om de batterij te sparen wordt
de camera, als die circa 3 (drie)
minuten niet wordt gebruikt, in
de sluimerstand gezet. Om de
camera weer te activeren, drukt
u op een van de knoppen,
bijvoorbeeld de zoomknop.
*1
De camera werd in de stand
Weergeven automatisch
uitgeschakeld.
Om de batterij te sparen werd de
camera in de sluimerstand gezet.
Schakel de camera weer in.
*1
De camera is aangesloten op
een computer.
Is de camera aangesloten op een
computer, dan werkt de camera
niet als zodanig.
–
De camera werkt niet goed
U heeft een kaartje gebruikt
dat werd geformatteerd met
een computer.
Het kaartje of de
beeldbestanden op het kaartje
kunnen hierdoor beschadigd
raken. Het is ook mogelijk dat
de opnametijd uitzonderlijk
lang wordt of dat weergeven
niet mogelijk is. Formatteer het
kaartje in de camera.
97
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
Het kaartje is vol.
Wis enkele overbodig geworden
beelden of steek een nieuw
kaartje in de camera. Breng alle
belangrijke beelden over naar de
computer voordat u beelden wist.
*1
72,
73,
142
De flitser wordt opgeladen.
Wacht tot de laadindicator van
de flitser niet meer knippert.
165
Het beeld wordt opgeslagen op
het kaartje.
Wacht tot de rode LED op het
camerahuis niet meer knippert.
165
De geheugenindicator is vol.
Wacht tot er weer ruimte is in
de geheugenindicator.
*1
*1 Raadpleeg de bij de camera geleverde handleiding.










