Operation Manual

Als zich een probleem voordoet
163
6
Appendix
Het monitorbeeld is lastig te zien
De helderheid is niet goed
ingesteld.
Stel de helderheid van de
monitor in.
99
Het volle zonlicht valt op de
monitor.
Dek het invallend zonlicht af
met uw hand.
Het beeld is onscherp
Bij het indrukken van de
ontspanknop werd de camera
bewogen.
Houd de camera op de juiste
wijze vast. Druk de ontspanknop
rustig in. Maakt u bij weinig licht
een opname met de camera
ingesteld op [
$
] of [
m
]
(NIGHT SCÈNE), dan moet
u een statief gebruiken of de
camera op een andere manier
stabiel opstellen.
*1
21, 12
De onderwerp staat te dichtbij.
Stel de camera in op Macro of
Supermacro.
33, 34
U stond met de camera in de
stand Zelfontspanner vóór de
camera toen u de ontspanknop
indrukte.
Drukt u op de ontspanknop terwijl u
vóór de camera staat, dan stelt de
camera zich scherp op uw persoon.
Druk de ontspanknop in terwijl u
naar het beeld in de monitor kijkt.
Toen u de ontspanknop half
indrukte knipperde de groene
LED in de monitor.
Wacht tot de groene LED
constant brandt voordat u de
ontspanknop helemaal indrukt.
165,
*1
U heeft niet het
autofocusgeheugen gebruikt
terwijl de onderwerp niet in het
midden van het beeld stond.
Om nauwkeurig scherp te
stellen gebruikt u het
autofocusgeheugen.
10
De lens was vuil (water op de
lens, enzovoort).
Wrijf de lens schoon. Gebruik
een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje en verwijder stof
door de lens met
lensreinigingspapier schoon te
wrijven. Op een vuile of natte
lens kan zich schimmel vormen.
Het beeld heeft donkere rand(en)
U heeft de lens met uw vingers
of met de camerariem afgedekt.
Houd de camera op de juiste
wijze vast.
*1
De onderwerp stond te dichtbij.
Controleer het daadwerkelijk
gefotografeerde beeldvlak
door de opname met de
monitor te maken.
*1
Mogelijke oorzaak Oplossing Blz.
*1 Raadpleeg de bij de camera geleverde handleiding.