Operation Manual
165
6
Appendix
Betekenis van indicatie-LED's en functiepictogram
Branden, gedoofd zijn of knipperen van de groene indicatie-LED, van
de flitser paraatindicator / flitser laadindicator, van de indicator
batterijlading in de monitor en van de indicatie-LED Dataverkeer heeft
de volgende betekenis.
LED,
functiepictogram of
functiepictogram
Status van de camera Mogelijke / Onmogelijke acties
Groene LED in
de monitor
brandt.
De camera heeft zich
scherpgesteld op het onderwerp
(als de ontspanknop half wordt
ingedrukt).
U kunt fotograferen.
Groene LED in
de monitor
knippert.
De camera heeft zich niet
scherpgesteld op het onderwerp
(als de ontspanknop half wordt
ingedrukt).
U kunt weliswaar uw opname
maken, maar die wordt niet
scherp.
Flitser
paraatindicator /
Flitser
laadindicator
(#) blinks
De flitser wordt opgeladen. U kunt niet fotograferen.
Als u de flitser nodig heeft, moet
u wachten tot het
functiepictogram niet meer
knippert.
Waarschuwing tegen bewegen
van de camera of tegen
verkeerde belichting (als de
ontspanknop half wordt
ingedrukt).
U kunt weliswaar uw opname
maken, maar deze wordt te
donker of wazig. Houd de
camera stevig vast of kies als
flitserfunctie [#].
In de monitor
brandt de
indicator (f)
voor de
batterijlading.
De batterij raakt uitgeput. Laad de batterij op of vervang
de batterij door een opgeladen
exemplaar.
De indicatie-
LED
Dataverkeer
(X) knippert.
Het beeld of de video-opname
wordt opgeslagen op het kaartje
of wordt bewerkt.
Open nooit het deksel van het
batterijcompartiment/
kaartcompartiment, zet geen
batterij in de camera en haal die
er ook niet uit, sluit de
lichtnetadapter niet aan en
koppel die ook niet af. Doet
u dat toch, dan kunnen de
gefotografeerde beelden niet
worden opgeslagen en op het
kaartje opgeslagen beelden
kunnen verloren gaan.










