Operation Manual

21
1
Fotograferen
Gebruik van de flitser #
Hoewel de camera bij aflevering door de fabriek is ingesteld op
Autoflitsen kunt u, afhankelijk van de lichtomstandigheden, kiezen uit
de volgende 4 (vier) flitserfuncties.
Autoflitsen (Standaardinstelling af fabriek)
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!Flitsen met onderdrukken van rode ogen
Het door de flitser geleverde licht is er de oorzaak van dat in
flitsopnamen de ogen van uw onderwerp er soms rood uitzien. De
functie flitsen met onderdrukken van rode ogen [!] zorgt ervoor dat
dit verschijnsel in belangrijke mate wordt onderdrukt, door een aantal
inleidende flitsen af te geven voordat de hoofdflits ontsteekt. De
inleidende flitsen geven de ogen de gelegenheid zich in te stellen op
het heldere flitslicht en minimaliseren zo het verschijnsel rode ogen.
Na de inleidende flitsen duurt het ongeveer 1 (één) seconde voordat de
eigenlijke opname gemaakt wordt. Houd de camera vooral stevig vast om
bewegen ervan te voorkomen.
Kijkt het onderwerp niet recht in de inleidende flitsen of is de afstand tot het
onderwerp te groot, dan kan dat het effect van de functie teniet doen. Ook
persoonlijke lichamelijke kenmerken kunnen het effect beperken.
#Invulflitsen
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. Deze functie is
vooral praktisch om schaduwen (bijvoorbeeld van boombladeren) op
het gelaat van personen, in situaties met tegenlicht, enzovoort weg te
werken. Maar ook om kleurverschuivingen te corrigeren welke
veroorzaakt worden door kunstlicht, en dan met name door TL-licht.
$Flitser uit
De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht. Deze functie gebruikt
u op plaatsen waar flitsen niet is toegestaan, bijvoorbeeld in musea.
LET OP