Operation Manual
Selecteren van de witbalans aan de hand van de omgevingsverlichting –
0
29
1
Fotograferen
Selecteer de gewenste
witbalansfunctie [AUTO], [5], [3],
[1] of [>] door op a of c te
drukken en druk dan op de OK/
MENU-knop.
Daarmee heeft u de gewenste witbalans
ingesteld.
Wordt een witbalansfunctie geselecteerd,
dan verschijnt het pictogram van de
betreffende functie – 5, 3, 1, > – in
de monitor.
Wordt als witbalansfunctie [AUTO]
geselecteerd, dan verschijnt daarvan geen
functiepictogram in de monitor.
Wilt u een zonsopgang of een zonsondergang met fraaie roodtinten
fotograferen, dan kiest u als witbalansfunctie [5] of [3].
Het is mogelijk dat de witbalansfunctie onder het licht van bepaalde
lichtbronnen weinig of geen effect heeft, bijvoorbeeld wanneer meerdere
lichtbronnen worden gebruikt.
Stelt u een andere witbalans dan [AUTO] in, dan doet u er goed aan het
gefotografeerde beeld in de monitor weer te geven en de kleuren te
controleren.
Ontsteekt de flitser bij een andere witbalans dan [AUTO], dan is het mogelijk
dat de kleuren in de uiteindelijke opname verschillen van de kleuren van het
beeld dat u in de monitor zag.
AUTO
WB
SELECT
GO
WB
>
WB
SELECT
GO
WB
-1.0
-1.0
P
5
2272*1704
2272*1704
1111
11
HQ
HQ
a
o
Indicator
LET OP










