Operation Manual

31
2
Gebruik van knoppen en menu's
Direct werkende knoppen
De direct werkende knoppen hebben in de stand Fotograferen en in de stand
Weergeven uiteenlopende functies. Door met de direct werkende knoppen
ingedrukt de instelknop te verdraaien, kunt u bijvoorbeeld menufuncties
selecteren of de instellingen van de diverse functies wijzigen.
Voor bepaalde functies is het nodig dat u de direct werkende knop enkele malen
indrukt.
Gebruik van direct werkende knoppen
Onderstaand voorbeeld laat zien hoe u de direct werkende knoppen en de
instelknop gebruikt. Bij het indrukken van de direct werkende knoppen
verschijnen instelmenu’s in de monitor.
Voorbeeld: Gebruik van de flitserfunctieknop
#
1 Selecteer de gewenste
flitserfunctie door met de
flitserfunctieknop # ingedrukt de
instelknop te verdraaien.
In de monitor verschijnt het
instelmenu.
Op het moment dat u de flitserfunctieknop #
loslaat, wordt de als laatste aangegeven
flitserfunctie ingesteld.
Met behulp van de bedieningsaanwijzingen,
onderin het instelmenu, kunt u nog weer andere
opties selecteren.
2 Open het instelmenu door met de
flitserfunctieknop # ingedrukt op de OK/
MENU-knop e te drukken.
Als het instelmenu verschijnt, laat u de
direct werkende knop los.
In de monitor verschijnt nu het instelmenu waarin
u de huidige instellingen van de functie kunt wijzigen.
3 Selecteer de gewenste functie en de optie
die u wilt wijzigen aan de hand van de
bedieningsaanwijzingen.
g Voor nadere details raadpleegt u “Hoe u de
menu’s gebruikt” (zie blz. 38).
Pendelknop
Instelknop
OK/MENU-kn op
# Flitserfunctieknop
FLASH MODE
AUtO
SLO W
SEt
Bedieningsaanwijzing
FLASH MODE
w
AUtO
AUtO
0.0
0.0
IN+
IN+
FLASH
SLOW
SLOW1
SLOW1
GO
SEt
SELECt
De in de bedieningsaanwijzingen
getoonde pictogrammen komen
overeen met de pijlknoppen van
de pendelknop en met de OK/
MENU-knop
e
.