Operation Manual

NL 11
Knopfuncties
De laatste foto wordt weergegeven.
Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
Gebruik de zoomknop om tussen gezoomd weergeven en indexweegave heen en weer te schakelen.
Druk op
H
om het informatiedisplay te wissen gedurende dat 3 seconden wordt getoond tijdens
enkelbeeldweergave.
Deze functie wordt gebruikt om de camera zo in te stellen, dat deze in de stand Weergeven wordt gezet
als
q
wordt ingedrukt bij uitgeschakelde camera.
g
K
/
q
De camera aanzetten met de
K
- of
q
-knop
“ (Blz. 24)
g
Videobeelden weergeven “MOVIE PLAY
Weergeven van videobeelden
“ (Blz. 20)
Zet de functieknop in de gewenste stand.
Druk op
H
om het functie-informatiedisplay te wissen dat gedurende 3 seconden wordt getoond als
de functieknop op iets anders is gezet dan
f
of
R
.
De camera bepaalt de optimale instellingen voor het fotograferen.
Deze functie corrigeert vage beelden die ontstaan doordat het onderwerp of de camera beweegt als de
foto gemaakt wordt.
Gebruik PORTRAIT, LANDSCAPE en NIGHT+PORTRAIT om met de optimale instellingen te
fotograferen.
Kies tussen 10 beschikbare motiefprogramma's, afhankelijk van de lichtomstandigheden.
Druk op
H
om in te stellen.
Het instelmenu voor motiefprogramma's toont voorbeeldbeelden en
de stand Fotograferen die het best bij de situatie past.
Om naar een ander motiefprogramma om te schakelen nadat er
een motiefprogramma is geselecteerd, drukt u op
m
om
[SCENE] te selecteren in het hoofdmenu en het instelmenu voor
motiefprogramma's weer te geven.
Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de
meeste instellingen teruggezet op de standaardinstellingen van elk
motiefprogramma.
Volg de fotogids op het scherm om de focusinstellingen in te stellen.
Druk op
m
om de fotogids opnieuw weer te geven.
Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te
gebruiken, zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
De inhoud die met de fotogids ingesteld is, verandert in de
standaardinstellingen door op
m
te drukken of de functie met
de functieknop te veranderen.
q
-knop (stand Weergeven)
Stand Weergeven selecteren / De camera aanzetten
Functieknop
Standen omschakelen
h
Fotograferen met automatische instellingen
h
Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie
B
E
M
Fotograferen afhankelijk van de situatie
f
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
situatie
j
SPORT /
N
INDOOR /
W
CANDLE /
R
SELF PORTRAIT /
S
SUNSET /
X
FIREWORKS /
P
BEHIND GLASS /
V
CUISINE /
d
DOCUMENTS /
i
AUCTION
R
De fotografeergids volgen voor instelling
4
5
OK
MENU
1
SPORT
SETBACK
OK
4
Blurring background.
5
Shooting into backlight.
Brightening subject.
Adjusting area in focus.
Shooting subject in motion.
3
2
1
SHOOTING GUIDE
1/3
SET