Operation Manual

51
NL
De printerinstellingen wijzigen
[Custom Print]
1
Voer stap 1 en 2 voor [Easy Print] (Blz. 50)
uit en druk op de knop Q.
2
Gebruik FG om de printfunctie
te selecteren, en druk op de knop Q.
Submenu 2 Toepassing
Print
Hiermee wordt het beeld geprint dat
in stap 5 werd gekozen.
All Print
Hiermee worden alle beelden geprint
die opgeslagen zijn in het interne
geheugen of op het kaartje.
Multi Print
Hiermee wordt één beeld in
meervoudige bladindeling geprint.
All Index
Hiermee wordt een index geprint
van alle beelden die opgeslagen
zijn in het interne geheugen of op
het kaartje.
Print Order
*1
Hiermee worden beelden geprint op
basis van de printreserveringen op
het kaartje.
*1
[Print Order] is enkel beschikbaar als printreserveringen
werden uitgevoerd. “Printreserveringen (DPOF)“ (Blz. 53)
3
Gebruik FG om [Size] (submenu 3)
te selecteren en druk op I.
Als het scherm [Printpaper] niet wordt weergegeven,
dan zijn de opties [Size], [Borderless] en [Pics/Sheet]
ingesteld op de standaardinstellingen van de printer.
MENU
Printpaper
Size Borderless
Back
Standard Standard
4
Gebruik FG om de instelling [Borderless]
of [Pics/Sheet] te selecteren en druk
op de knop Q.
Submenu 4 Toepassing
Off/On
*1
Het beeld wordt geprint met een
rand ([Off]).
Het beeld wordt op het volledige
papier geprint ([On]).
(Het aantal
beelden per blad
is afhankelijk van
de printer.)
Het aantal beelden per blad ([Pics/
Sheet]) kan enkel worden gekozen
als [Multi Print] werd geselecteerd
in stap 2.
*1
De beschikbare instellingen voor [Borderless] zijn
afhankelijk van de printer.
Als [Standard] wordt geselecteerd in stap 3 en 4,
wordt het beeld geprint met de standaardinstellingen
van de printer.
5
Gebruik HI om een beeld te kiezen.
6
Druk op F om een printreservering voor
het huidige beeld te maken. Druk op G om
de gedetailleerde printerinstellingen voor
het huidige beeld in te stellen.