Operation Manual

54
4
NL
Menu-instellingsmethode
Menu-instellingsmethode
Rec Mode
De recorder kan opnemen in het lineaire
PCM-formaat. Het is mogelijk opnamen met
een hoge resolutie te maken met een hoge
bemonsteringsfrequentie en een hoge bitsnelheid
die gelijk is aan of beter is dan bij een muziek-cd.
Bovendien worden ook de indelingen MP3 en WMA
ondersteund.
1 Selecteer de opname-indeling.
[PCM]: Dit is een niet-gecomprimeerde
audio-indeling die wordt gebruikt voor
muziek-cd's en dergelijke.
[MP3]: MPEG is de internationale standaard
die is vastgesteld door een werkgroep
van de ISO (International Organization
for Standardization).
[WMA]: dit is een coderingsmethode voor
audiocompressie die werd ontwikkeld
door Microsoft Corporation in de VS.
2 Selecteer de opnamesnelheid.
Als [PCM] geselecteerd is:
[48 kHz/16 bit] tot [44.1 kHz/mono]*
Als [MP3] geselecteerd is:
[320 kbps] tot [mono]
Als [WMA] geselecteerd is:
[128 kbps] tot [mono]
* Alleen DM-670
Als de directionele microfoonfunctie wordt
gebruikt, kunt u de instelling [PCM] in
[Rec Mode] niet wijzigen naar een andere
instelling dan [44.1kHz/16 bit]. U kunt alle
modi in [MP3] of [WMA] van [Rec Mode]
gebruiken.
• Wanneer [mono] bij [MP3] geselecteerd is,
wordt de opnamesnelheid ingesteld op
64 kbps.
• Wanneer [mono] bij [WMA] geselecteerd is,
wordt de opnamesnelheid ingesteld op 8 kbps.
Om een vergadering of lezing duidelijk op te
nemen, stelt u [Rec Mode] in op een andere
positie dan [mono].
Als de externe monomicrofoon wordt
gebruikt terwijl [Rec Mode
] ingesteld
is op stereo-opname, kan enkel worden
opgenomen met de microfoon voor het
L-kanaal.
Rec Level
U kunt instellen of het opnameniveau
automatisch of handmatig moet worden
aangepast.
[Manual]:
De opname wordt uitgevoerd door het
opnameniveau handmatig aan te passen.
[Auto]:
De opname wordt uitgevoerd door het
opnameniveau automatisch aan te passen.
Dit is nuttig wanneer u meteen wilt
beginnen met opnemen.
Het opnameniveau aanpassen:
1 Druk op de knop 9 of 0
terwijl de recorder opneemt
of gepauzeerd is om het
opnameniveau aan te passen.
Het opnameniveau wordt automatisch
aangepast wanneer het opnameniveau
ingesteld is op [Auto]. Stel het
opnameniveau in op [Manual] om de
functie voor het aanpassen van het
opnameniveau te gebruiken.
Wanneer het opnameniveau is ingesteld
op [Manual], is de beperkingsfunctie
uitgeschakeld. Het geluid zal vervormd
opgenomen worden als [OVER]
weergegeven wordt. Pas het opnameniveau
aan zodat [OVER] niet weergegeven
wordt. Als het geluid nog steeds wordt
vervormd na het aanpassen van het
opnameniveau, wijzigt u de instelling voor
de microfoongevoeligheid ( Blz. 53) en
past u het opnameniveau opnieuw aan.