Operation Manual

47
NL
De printerinstellingen wijzigen
[Custom Print]
1
Geef het beeld dat u wenst
te printen, weer op de monitor.
“Beelden bekijken“ (Blz. 16)
2
Schakel de printer in en verbind
de printer met de camera.
3
Druk op de knop A.
4
Gebruik FG om de printfunctie
te selecteren en druk op de
knop A.
Submenu 2 Toepassing
Print
Hiermee wordt het beeld geprint
dat in stap 8 werd gekozen.
All Print
Hiermee worden alle beelden
geprint die opgeslagen zijn in
het interne geheugen of op het
kaartje.
Multi Print
Hiermee wordt één beeld in
meervoudige bladindeling geprint.
All Index
Hiermee wordt een index geprint
van alle beelden die opgeslagen
zijn in het interne geheugen of op
het kaartje.
Print Order
*1
Hiermee worden beelden
geprint op basis van de
printreserveringen op het kaartje.
*1
[Print Order] is enkel beschikbaar als
printreserveringen werden uitgevoerd.
“Printreserveringen“ (Blz. 49)
5
Gebruik FG om [Size]
(submenu 3) te selecteren
en druk op I.
Als het scherm [Printpaper] niet wordt
weergegeven, dan zijn de opties [Size],
[Borderless] en [Pics/Sheet] ingesteld op de
standaardinstellingen van de printer.
MENU
Printpaper
Size Borderless
Back
Standard Standard
6
Gebruik FG om de instelling
[Borderless] of [Pics/Sheet] te
selecteren en druk op de knop A.
Submenu 4 Toepassing
Off/
On
*1
Het beeld wordt geprint met een
rand ([Off]).
Het beeld wordt op het volledige
papier geprint ([On]).
(Het aantal
beelden per blad
is afhankelijk
van de printer.)
Het aantal beelden per blad
([Pics/Sheet]) kan enkel worden
gekozen als [Multi Print] werd
geselecteerd in stap 4.
*1
De beschikbare instellingen voor [Borderless] zijn
afhankelijk van de printer.
Als [Standard] wordt geselecteerd in stap
5 en 6, wordt het beeld geprint met de
standaardinstellingen van de printer.