Operation Manual

16
Knoppen en menu’s
3
Met deze functie stelt u de witbalans in op de lichtbron. Daarbij kunt u kiezen uit de
volgende opties: Auto, vooringestelde witbalans en geregistreerde witbalans.
4
5
Met deze functie kiest u de gewenste flitserfunctie: autoflitsen, flitsen met onderdrukken van
rode ogen, synchronisatie met lange sluitertijd of invulflitsen.
Met deze functie stelt u de gewenste beeldkwaliteit in.
(auto)
RAW TIFF SHQ HQ SQ
No indication
(auto)
6
Met de beeldkwaliteit ingesteld op SQ kunt u de compressiefactor en het aantal pixels instellen.
Hiermee selecteert u het aantal repeterende opnamen waaruit de automatische
proefbelichting bestaat en de toegepaste belichtingscompensatie waarden.
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen (3 of 5)/
Belichtingscompensatie waarde:
Wijzigen van de EV-stap, wijzigt ook het compensatieniveau.
OFF 3F/0.3 3F/0.7 3F/1.0 5F/0.3 5F/0.7 5F/1.0
WB Keuzeknop Witbalans WB
Keuzeknop Beeldkwaliteit
Keuzeknop Flitserfunctie
Knop Automatische proefbelichting BKT
Geen functie-
pictogram
(autoflitsen)