Operation Manual
27
Fotograferen
S: Sluitertijdvoorkeuze auto
De camera kiest automatisch de optimale diafragmawaarde bij de door u ingestelde
sluitertijd. De sluitertijd kiest u afhankelijk van het effect dat u nastreeft: met een kortere
sluitertijd legt u snel bewegende onderwerp vast zonder bewegingsonscherpte terwijl
een langere sluitertijd een bewegend onderwerp wazig afbeeldt, wat een impressie van
snelheid geeft.
Kortere sluitertijd
Langere sluitertijd
Hoofdknop
Subknop
M: Handinstelling
Met deze functie kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd met de hand instellen
terwijl u op de belichtingsniveau indicator let. Daarbij heeft u meer creatieve controle over
uw opname en kunt u elke gewenste instelling maken, onverschillig of dat een goed belichte
opname oplevert of niet. Tijdopnamen behoren eveneens tot de mogelijkheden, zodat u
foto’s van de sterrenhemel of van vuurwerk kunt maken.
Increase the aperture value (F-number)
Decrease the aperture value (F-number)
Hoofdknop
Subknop
Langere sluitertijd
Kortere sluitertijd
Stel de sluitertijd in door verdraaien van
de hoofdknop of de subknop.
Stel de diafragmawaarde in door
verdraaien van de hoofdknop en
de sluitertijd (60 s – 1/4000 s) door
verdraaien van de subknop.
● Bij verdraaien van de knop veranderen
diafragmawaarde en sluitertijd in stappen
van 1/3 EV.
● De belichtingsniveau indicator, die in het
LCD-venster en in de zoeker verschijnt,
geeft het verschil aan (over een bereik van
– 2 EV tot + 2 EV) tussen de voor de op dat
moment geselecteerde combinatie van diafragma
en sluitertijd berekende belichtingswaarde, en de
belichtingswaarde die door de camera als
optimaal wordt beschouwd.