Operation Manual

18 NL
3
Kader, met de ontspanknop nog steeds half
ingedrukt, uw opname opnieuw af.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat het AF-systeem niet optimaal werkt.
In bovenstaande situaties stelt u scherp op een contrastrijk object op dezelfde afstand als
het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het te
fotograferen object geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het
autofocusgeheugen scherp op het object door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens
draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal en
maakt u de opname.
De beeldkwaliteit waarin u beelden en videobeelden opslaat kunt u zelf instellen. Daarbij kiest
u de beeldkwaliteit die het best past bij het doel waarvoor u de foto wilt gebruiken (printen,
bewerken op een PC, bewerken voor een website, enzovoort). Voor details over
beeldkwaliteiten en aantallen pixels raadpleegt u de tabel op pag. 19.
Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen
HQ
HQ
P
2816
2816
2112
2112
5
5
Groene LED
Ontspanknop
De groene LED knippert.
Scherpstellen op het object
lukt niet.
Object met weinig
contrast
Object met een
bijzonder helder
vlak in het midden
van het beeld
Object zonder
verticale lijnen
Objecten op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het object bevindt
zich niet in het
midden van het beeld
De groene LED brandt,
maar scherpstellen op het
object lukt niet.
Beeldkwaliteit
2
Tips voordat u gaat fotograferen
Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt
FE-120_NL.fm Seite 18 Mittwoch, 14. September 2005 11:10 11