Operation Manual

28 NL
Close-ups maken
(macro / super macro)
Het scherpstellen gaat doorgaans langzaam als u dicht bij het onderwerp komt (groothoek:
20 cm / 7.9" tot 50 cm / 19.7"; telefoto: 60 cm / 23.6" tot 90 cm / 35.4"). Stelt u daarentegen
scherp met de camera ingesteld op macro, dan gaat dat sneller.
& Deze stand maakt het mogelijk foto's te maken van een afstand van slechts 20 cm / 7.9"
tot het object (met de optische zoomlens in de uiterste groothoekstand).
% In deze modus kunnen foto's gemaakt worden van een afstand van slechts 2 cm / 0.8"
tot het object. In de modus [%] is normaal fotograferen ook mogelijk, maar de positie
van de zoom wordt automatisch vastgezet en kan niet veranderd worden.
1
Druk op
a&
.
Hiermee wordt het menu voor de macro-instellingen
geopend. g“Gebruik van de directe knoppen“ (pag. 13)
2
Selecteer [
&
] of [
%
] en druk op
Z
.
3
Maak uw opname.
Opmerking
Gebruikt u de flitser om een macro-opname te maken, dan is het mogelijk dat schaduwen
in beeld duidelijker merkbaar worden en dat het niet lukt de juiste belichting in te stellen.
Tijdens het fotograferen in de super macromodus staan de zoom- en flitserfunctie niet ter
beschikking.
Kies de flitserfunctie die het best geschikt is voor de heersende lichtomstandigheden en het
effect dat u in uw opname wilt bereiken.
Flitsbereik
W (max.): ongeveer 0,2 m tot 3,7 m (0,7 ft. tot 12,1 ft.)
T (max.): ca. 0,6 m tot 2,1 m (2,0 ft. tot 6,9 ft.)
Autoflitsen (geen indicatie)
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
&%
&
OFF
For super close up
photography.
SELECT GO
OK
Gebruik van de flitser
3
Basisfuncties voor het fotograferen
FE-120_NL.fm Seite 28 Mittwoch, 14. September 2005 11:10 11