Operation Manual
20
2
Opnemen
Over opnemen
Selecteer een map van
A
tot
E
voordat
u de opname start. Deze mappen kunnen naar
keuze worden gebruikt om het onderscheid te
maken tussen de types opnamen. Map
A
kan
bijvoorbeeld worden gebruikt om persoonlijke
informatie op te slaan, terwijl Map
B
speciaal
voor bedrijfsinformatie kan worden voorbehouden.
1
Selecteer de opnamemap (
☞
p. 16 tot p. 18)
Mappen wijzigen:
1 Als u bij de bestandsweergave op de knop
LIST drukt in de stopstand, keert u terug
naar het volgende hogere niveau. Als u
herhaaldelijk op de knop LIST drukt, gaat
u naar het scherm met de mappenlijst.
2 Als u in de mappenlijstweergave op de
knop 2 of 3 drukt, worden de mappen
voor de spraakopnamen geselecteerd.
Nieuwe audio-opnamen zullen als het laatste
bestand worden bewaard in de geselecte-
erde map.
2
Druk op de knop REC s en maak
u klaar om op te nemen.
Draai de microfoon in de richting van
de bron die moet worden opgenomen.
a Resterende opnametijd
b Niveaumeter (wijzigen volgens het
opnameniveau en de instellingen van
de opnamefunctie)
c Opnamemodus
a
b
c
Het indicatielampje voor het opnemen zal
knipperen en [
] verschijnt op het scherm.
[Rec Mode] kan niet worden gewijzigd in de
stand-bymodus van de opname of tijdens
het opnemen. Confi gureer dit terwijl de
recorder is gestopt (
☞
p. 32, 34).
De verschillende functies met betrekking tot
de opname kunnen worden geconfi gureerd
op basis van de opnameomstandigheden
(
☞
p. 32, 34, 35).
De niveau-indicatiepositie van de niveaumeter
zal wijzigen in overeenstemming met het
schakelen van de verschillende instellingen
met betrekking tot de opname. Controleer het
opnameniveau via de niveaumeter nadat u de
instellingen hebt gewijzigd.
3
Pas het opnameniveau aan met behulp
van de REC LEVEL-keuzeknop.
Deze recorder is ontworpen om zuiver
en gelijkmatig op te nemen, zelfs in
opnameomstandigheden waarbij het volume
van het brongeluid aanzienlijk wijzigt. Er
kunnen echter opnamen met een hogere
geluidskwaliteit worden bereikt door het
opnameniveau handmatig aan te passen.
Als een te hoog volume wordt ingevoerd,
kan er ruis optreden, zelfs als [Rec Level]
is ingesteld op [Auto] of [Limiter On]. In dit
geval licht het indicatielampje [PEAK] niet
op om een te hoge invoer te melden. Voor
geslaagde opnamen raden wij u aan de
opnamefunctie en het volume te controleren
voordat u het apparaat gebruikt.
Wanneer [Rec Level] is ingesteld op [Auto],
wordt het opnameniveau automatisch
aangepast. Stel [Rec Level] in op [Manual]
wanneer u de functie voor het aanpassen van
het opnameniveau en de beperkingsfunctie
gebruikt (
☞
p. 32, 34).
Knop
REC
s
Knop
STOP
4
Knop
`
/OK
Dit kan worden
aangepast binnen een
bereik van [0] tot [10].
Hoe hoger het cijfer
op de keuzeknop,
hoe hoger het
opnameniveau zal zijn.
Ook de indicatiepositie
van de niveaumeter zal
verhogen.