Operation Manual

2
1
3
2
Opname
29
NL
Opname
d
b
c
a
e
Bestandslengte
a
Verstreken opnametijd
b
Indicatie resterend geheugen
c
Resterende opnametijd
d
Niveaumeter (wijzigt volgens het
opnameniveau en de instellingen van de
opnamefunctie)
Als het opnameniveau laag is, wijzigt u de
instelling [Mic Gain] in [Hi] of [Mid]
(
Blz. 66).
Deze recorder kan opnemen in hoge
kwaliteit, zelfs als het volume van de
geluidsbron sterk wijzigt. Er kunnen echter
opnamen met een hogere geluidskwaliteit
worden bereikt door het opnameniveau
handmatig aan te passen.
3
Druk op de knop STOP/
w
(
4
) om
de opname te stoppen.
• [
F
] verschijnt op het scherm.
[SMART]-modus
1
Zet de modusknop in de
[SMART]-positie.
2
Druk op de knop REC (
s
) om de
automatische aanpassing van het
opnameniveau te starten.
De teller van de [Smart Time] begint
(
Blz. 68).
Wanneer de automatische aanpassingstijd
verstreken is, begint de opname met de
aangepaste instellingen.