Operation Manual

51
4
NL
Menu-instellingsmethode
Menu-instellingsmethode
Rec Mode
De recorder kan opnemen in het lineaire
PCM-formaat. Het is mogelijk opnamen
met een hoge resolutie te maken met een
hoge bemonsteringsfrequentie en een hoge
bitsnelheid die gelijk is aan of beter is dan
bij een muziek-cd. Bovendien worden ook
de indelingen MP3 en WMA ondersteund.
1 Selecteer de opname-indeling.
[PCM]: dit is een niet-gecomprimeerde
audio-indeling die wordt gebruikt
voor muziek-cd's en dergelijke.
[MP3]: MPEG is de internationale
standaard die is vastgesteld door een
werkgroep van de ISO (International
Organization for Standardization).
[WMA]: dit is een coderingsmethode voor
audiocompressie die werd ontwikkeld
door Microsoft Corporation in de VS.
2 Selecteer de opnamesnelheid.
Als [PCM] geselecteerd is:
[96 kHz/24 bit] tot [44.1 kHz/mono]
Als [MP3] geselecteerd is:
[320 kbps] tot [mono]
Als [WMA] geselecteerd is:
[128 kbps] tot [mono]
Als de directionele microfoonfunctie
wordt gebruikt, kunt u de instelling
[PCM] in [Rec Mode] niet wijzigen naar
een andere instelling dan [44.1kHz/
16 bit
]. U kunt alle modi in [MP3] of
[WMA] van [Rec Mode] gebruiken.
Wanneer [
mono] bij [MP3] geselecteerd
is, wordt de opnamesnelheid ingesteld
op 64 kbps.
Wanneer [
mono] bij [WMA] geselecteerd
is, wordt de opnamesnelheid ingesteld
op 8 kbps.
Om een vergadering of lezing duidelijk
op te nemen, stelt u [Rec Mode] in op
een andere positie dan [mono].
Als de externe monomicrofoon wordt
gebruikt terwijl [Rec Mode] ingesteld
is op stereo-opname, kan enkel worden
opgenomen met de microfoon voor het
L-kanaal.
Rec Level
U kunt instellen of het opnameniveau
automatisch of handmatig moet worden
aangepast.
1 Selecteer [Manual] of [Auto].
[Manual]:
De opname wordt uitgevoerd door
het opnameniveau handmatig aan
te passen.
[Auto]:
De opname wordt uitgevoerd door
het opnameniveau automatisch aan te
passen. Dit is nuttig wanneer u meteen
wilt beginnen met opnemen.
Als u [
Manual] selecteert, gaat
u verder met stap 2.
2 Selecteer de beperkingsfunctie.
[Limiter ON]:
Deze functie past het ingangsniveau
aan bij plotse hoge volumes. Dit
voorkomt vervorming van het geluid.
[Compressor ON]:
Deze functie past de niveauvariatie aan
wanneer ingangssignalen met hoog
en laag volume worden gemengd.
Het ingangsniveau wordt algemeen
afgeregeld op een beluisterbaar geluid.
[Limit/Comp off]:
Gebruik deze positie om de
ingangsniveaus aan te passen zonder
de correctiefunctie te gebruiken.
Het opnameniveau aanpassen:
1 Druk op de knop 9 of 0
terwijl de recorder opneemt
of gepauzeerd is om het
opnameniveau aan te passen.
Het geluid zal vervormd opgenomen
worden terwijl [OVER] weergegeven
wordt. Pas het opnameniveau aan zodat
[OVER] niet weergegeven wordt. Als het
geluid nog steeds wordt vervormd na
het aanpassen van het opnameniveau,
wijzigt u de instelling voor de
microfoongevoeligheid ( Blz. 50) en
past u het opnameniveau opnieuw aan.