Operation Manual

4
Opnamemenu [Opnamemenu]
61
NL
Opnamemenu [Opnamemenu]
TIP
• De voicerecorder beëindigt de opname
automatisch en keert terug naar de
stand-bymodus voor opname wanneer
het ingangssignaal gedurende
minstens de ingestelde detectietijd
onder het stemsynchronisatieniveau
ligt. Telkens wanneer de voicerecorder
naar de stand-bymodus gaat, wordt het
huidige bestand gesloten. De opname
gaat verder in een nieuw bestand
wanneer de volgende keer geluid
wordt gedetecteerd.
• Druk op de knop STOP ( 4) om een
opnamesessie met stemsynchronisatie
te beëindigen.
OPMERKING
• De volgende functie is uitgeschakeld
wanneer de functie [V-Sync. opname]
wordt gebruikt:
• [VCVA] ( Blz.59)
• [Met opname] ( Blz.72)
2
Druk op de knop 9 of 0
om
het stemsynchronisatieniveau aan
te passen.
Stemsynchronisatieniveau (gaat naar
links/rechts volgens ingesteld niveau)
• Het stemsynchronisatieniveau kan
worden aangepast tussen [01] en [23].
• Als de instelwaarde wordt verhoogd,
neemt de activeringsgevoeligheid
toe, zodat stillere geluiden de opname
kunnen starten.
TIP
• Om het opnameniveau te wijzigen
(Blz.55) tijdens aanpassing
van het stemsynchronisatieniveau
in [Handmatig], drukt u op de
knop F1. De voicerecorder gaat
naar de modus voor het aanpassen
van het opnameniveau. Druk
nogmaals op de knop F1 om terug
te keren naar de modus om het
stemsynchronisatieniveau aan te
passen.
3
Druk nogmaals op de knop REC ( s).
• Het knipperende bericht [Stand-by]
verschijnt op het display en het
indicatielampje knippert.
• De opname start automatisch als
het ingangssignaal luider is dan het
stemsynchronisatieniveau.