Operation Manual

161
Diverse
10
Storingen opheffen
Voorbereidende handelingen
Fotograferen
Mogelijke oorzaak Oplossing Blz.
De camera schakelt niet in of de functieknoppen reageren niet.
De camera is
uitgeschakeld.
Schakel de camera in. 24
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op. 18
Als gevolg van de koude
is de capaciteit van de
batterijen tijdelijk te
laag.
Warm de batterij op door hem een tijdje in uw
jaszak te houden.
De camera staat in de
sluimerstand.
Activeer de camera door op de ontspanknop of op
de zoomknop te drukken.
25
De camera is
aangesloten op een
computer.
Is de camera aangesloten op een computer, dan
werkt de camera niet als zodanig.
Mogelijke oorzaak Oplossing Blz.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt.
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op. 18
De camera staat in de
stand Weergeven.
Zet de functieknop in een willekeurige andere
stand, behalve q (Weergeven).
42
De flitser is nog niet
geheel opgeladen.
Laat de ontspanknop los en wacht tot het
functiepictogram # (Flitser paraat) niet meer
knippert. Druk opnieuw op de ontspanknop.
61
Het kaartje is vol.
Wis overbodig geworden beelden of steek een
nieuw kaartje in de camera. Breng belangrijke
beelden over naar een PC voordat u beelden gaat
wissen.
20, 126
De batterij is uitgeput
geraakt tijdens het
fotograferen of terwijl de
beelden op het kaartje
werden opgeslagen.
(De monitor dooft en de
batterij indicator
knippert.)
Laad de batterij op. (Wacht tot de knipperende
indicatie-LED dooft.)
18
De geheugenindicator is
vol.
Wacht tot een of meer segmenten van de
geheugeninductor doven.
15
Er heeft zich een
probleem voorgedaan
met het kaartje.
Raadpleeg ook “Foutmeldingen”. 160