Operation Manual
162
Storingen opheffen
10
Diverse
Het monitorbeeld is lastig te zien
De helderheid van de
monitor is niet goed
ingesteld.
Selecteer in het functiemenu de functie s en
pas de helderheid aan.
142
Het zonlicht valt recht op
de monitor.
Scherm de monitor af met uw hand of gebruik de
zoeker.
β
In het monitorbeeld zijn
verticale lijnen
zichtbaar.
Helder licht, zoals invallend zonlicht, kan er de
oorzaak van zijn dat verticale lijnen in de monitor
verschijnen. Dit wijst niet op een defect.
β
Met het beeldmateriaal wordt een verkeerde datum opgeslagen.
Datum en tijd zijn niet
ingesteld.
Stel datum en tijd in. De klok is niet door de
fabriek gelijkgezet.
29
De camera is zonder
batterij blijven liggen.
Blijft de camera enkele dagen zonder batterij
liggen, dan gaan de ingestelde datum en tijd
verloren. Stel datum en tijd opnieuw in.
18, 29
Bij het uitschakelen van de camera worden de
standaardinstellingen af fabriek hersteld.
De functie ALL RESET
staat ingeschakeld
(ON).
Selecteer in het functiemenu de tab SETUP en
selecteer voor de functie ALL RESET de optie
OFF.
128
Het beeld is onscherp.
Op de lens heeft zich
condens* gevormd.
Schakel de camera uit en wacht tot hij droog is
voordat u hem weer inschakelt.
β
Het onderwerp stond te
dichtbij.
Ga verder van het onderwerp staan. Zorg voor
een afstand tot het onderwerp van 50 cm of meer,
of gebruik de macrofunctie.
82, 83
Automatisch
scherpstellen lukt niet.
Stel met de hand scherp of met het
focusgeheugen en maak dan pas de opname.
53, 54,
77
De monitor dooft.
De camera staat in de
sluimerstand.
Bedien een van de functies van de camera (op de
ontspanknop of op de zoomknop drukken).
25
De monitor is
uitgeschakeld en de
camera is
uitgeschakeld.
Is de functie ALL RESET op de tab SETUP van
het functiemenu uitgeschakeld (OFF)ΒΈ dan blijven
de camera instellingen gehandhaafd die werden
gemaakt voordat de camera werd uitgeschakeld.
Schakel de monitor in en schakel dan de camera
uit.
47